Home / Specifiek advies / ...
Bijwerkingen medicijnen?
Steeds meer wetenschappelijk onderzoek laat zien dat bepaalde medicijnen ook niet alleen vervelende maar ook ernstige en soms wel levensbedreigende bijwerkingen kunnen hebben. Onderzoek laat ook zien dat bij ruim 1/3 van de medicijnenstudies niets over de bijwerkingen wordt gerapporteerd.
Bij de betreffende aandoeningen vindt u oplossingen i.p.v. medicijnen.
Is het gebruik van de medicijnen echt noodzakelijk en is er een verhoogde kans op een andere aandoening kijk dan zeker bij die aandoening om die verhoogde kans te kunnen voorkomen.
Behalve de medicijnen zelf kan het verkeerd gebruik ook zorgen voor problemen en de meeste ziekenhuisopnames. Ook blijkt bijna de helft van gemelde vergiftigingen te wijten te zijn aan medicijnen.
Ook kunnen interacties optreden tussen voeding en geneesmiddelen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om micro- en macronutriënten, maar ook om voedingssupplementen. Gelukkig zijn de meeste interacties niet klinisch relevant. Maar in bepaalde gevallen kunnen ze wél gevolgen hebben. Op de site van Natura Foundation kunt u hier kijken of in uw geval en sprake kan zijn van interacties.
Uit een grote studie blijkt dat het nemen van tweehonderd, veel gebruikte medicijnen kan leiden tot het krijgen van een depressie. Zij die maar 1 medicijn namen hadden al 7% kans, bij twee medicijnen 9% en bij drie medicijnen wel 15% kans op een depressie. Op bijna geen bijsluiter van die medicijnen staat deze mogelijke bijwerking vermeld, zodat noch de arts of gebruiker zich van enig gevaar bewust is.
In bijna alle medicijnen zitten, zo blijkt uit studie, ook vreemde stoffen als allergenen of stoffen waarvoor mensen intolerant kunnen zijn.
Hieronder vindt u een lijst van veel gebruikte medicijnen, waarvan verschillende zonder voorschrift te koop zijn, en hun mogelijk ernstige bijwerkingen.
(Bij de aandoeningen waarbij deze medicatie veelal voorgeschreven wordt staan trouwens deze bijwerkingen ook vermeld.)
Antibiotica zijn geneesmiddelen voor het bestrijden van bacteriële infecties, doorgaans te verdelen in twee groepen de bacteriedodende en bacterieremmende soorten. Er bestaan verschillende klassen waaronder fluorochinolonen zoals ciprofloxacine, moxifloxacine, levofloxacine en ofloxacine,
Antibiotica zorgt dat ook gezonde bacteriën in de darmen het loodje kunnen leggen of antibioticaresistent worden en dit kan langdurige gevolgen hebben voor de darmflora zoals een flink tekort aan bijv. B vitamines en vitamine K. Antibiotica kan vaak als gevolg van overgroei van de bacterie Clostridium difficile ook diaree en mogelijke complicaties veroorzaken.
Een ander onderzoek laat zien dat het vaker gebruik van antibiotica de darmflora zodanig kan veranderen dat suikers niet goed meer kunnen worden omgezet en zo de kans op diabetes type-2 duidelijk vergroot wordt.
Bij baby's en peuters waar de darmflora nog in opbouw is gebruik dan alleen antibiotica als het echt nodig is. Antibiotica belemmert de opbouw van een gezonde darmflora en dat over lange tijd, hier onderzoeken
Het routinematig gebruik van fluorochinolonen, die ook bij urineweginfecties voorgeschreven kunnen worden, kan duidelijke bijwerkingen, waaronder flinke hartritmestoornissen, veroorzaken vandaar dat de FDA (Amerikaanse toezichthouder) in juli 2016 besliste dat deze groep geneesmiddelen slechts als 2e keus mag worden gebruikt. Het gebruik van fluorochinolonen zoals ciprofloxacine doet volgens onderzoek ook de kans op een aneurysma van de aorta vergroten.
Het antibioticum Co-trimoxazol kan volgens onderzoek beter niet gecombineerd worden met de bloeddruk verlagende medicijnen, de Angiotensine antagonisten. Deze combinatie geeft een duidelijk hogere kans op een plotse dood.
Langdurig antibioticagebruik doet volgens onderzoek de kans op darmkanker verhogen.
Hoewel antibiotica levensreddende medicijnen kunnen zijn in de aanpak van bacteriële infecties, verhogen ze ook het risico op een reeks andere ernstige chronische aandoeningen, waaronder hartaandoeningen en sommige kankers, blijkt uit nieuw onderzoek. Dit komt omdat antibiotica ook de belangrijke korteketen vetzuren vernietigen. Deze korteketenvetzuren zijn belangrijk voor een gezonde darmflora en een goede werking van het immuunsysteem. Een gezonde darmflora beschermt ons tegen infecties en ontstekingen die het begin van veel chronische ziekten zoals artritis, hartproblemen en kanker zijn. Volgens de onderzoekers moet het gebruik van antibiotica dan ook alleen worden beperkt tot levensbedreigende noodinfecties; de natuurlijke afweermechanismen van het lichaam moeten de rest kunnen behandelen.
Uit een studie onder ruim 36.000 vrouwen die bijna 8 jaar werden gevolgd blijkt dat vrouwen, ouder dan veertig, die meer als twee maanden antibiotica nemen, wel 30% meer kans hebben op hartproblemen en een beroerte.
Anticholinerge medicijnen:
De meest gebruikte anticholinerge medicijnen zijn medicijnen die gebruikt worden tegen hoge bloeddruk, hartaandoeningen, chronische longproblemen, allergieën, antidepressiva en zo verkrijgbare middelen tegen slapeloosheid, slechte spijsvertering, antihistamine en medicijnen tegen incontinentie.
Medicijnen met een anticholinerge werking zijn o.m. anticholinergica, parasympathicolytica en acetylcholinereceptor-antagonisten met de volgende namen o.m.: alimemazine (Nedeltran), biperideen (Akineton), chloorpromazine (Largactil), cimetidine (Tagamet), clemastine (Tavegil), clozapine (Leponex), digoxine (Lanoxin), disopyramide (Ritmoforine, Rythmodan), olanzapine (Zyprexa), oxybutynine (Didrase), prednisolon, promethazine (Phenergan), theofylline (Theolair, Theolin), thioridazine (Melleretten, Melleril), tolterodine (Detrusitol), tricyclische antidepressiva (bijvoorbeeld amitriptyline/Tryptizol, nortriptyline/Nortrilen, clomipramine/Anafranil) en trihexyfenidyl (Artane)
Uit een langjarige studie onder vijfenzestigplussers blijkt dat het gebruik van anticholinerge medicijnen de kans op dementie en de ziekte van Alzheimer duidelijk verhogen. Vooral een combinatie van medicijnen zorgt voor een flink hogere kans. Dit wordt nog eens bevestigd in een andere grote studie waarbij vooral antidepressiva, urologische en parkinson medicatie die duidelijk hogere kans geven.
Volgens studie blijkt dat medicijnen met een anticholinerge werking de kans op een longontsteking bij senioren flink kunnen verhogen. Vaak gebruiken ouderen meerdere medicijnen met anticholinerge werking, hetgeen volgens de onderzoekers voor extra problemen kan zorgen.
Uit een Britse studie onder vijfenzestigplussers blijkt dat het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen de kans op vallen aanzienlijk kan vergroten. Anticholinerge geneesmiddelen blokkeren in de hersenen de neurotransmitter acetylcholine, die betrokken is bij de communicatie tussen zenuwcellen. Uit de studie blijkt dat oudere mannen bij het gebruik van deze medicatie ruim twee keer meer kans hebben om te vallen. Bij vrouwen werd er niet direct een verband gevonden.
Volgens een analyse van 46 studies onder ruim 60.000 ouderen veroorzaken anti-cholinerge geneesmiddelen een duidelijke daling van de mentale en fysieke functies.
Onderzoek laat zien dat het gebruik van Oxybutynine, een anticholinerg geneesmiddel voor de behandeling van de symptomen van overactieve blaas, de kans op cognitieve achteruitgang en dementie duidelijk doet vergroten.
Antidepressiva zijn medicijnen die doorgaans de symptomen van een depressie tegengaan en worden ook wel toegepast bij andere psychische stoornissen zoals angststoornissen.
Er zijn eigenlijk twee belangrijke soorten: de heropnameremmers als TCA's (bijv. amitriptyline), SSRI's (bijv. citalopram, fluoxetine, en paroxetine), NRI's (bijv. reboxetine en nortriptyline), SNRI's (bijv. venlafaxine) en NDRI's (bijv. bupropion) en de MAO-remmers (bijv. tranylcypromine en moclobemide).
Het gebruik van antidepressiva en zeker het langdurig gebruik kan volgens onderzoek de kans op succes bij een tandimplantatie fors verminderen. Antidepressiva beïnvloeden het botmetabolisme negatief en na het plaatsen van een tandimplantaat is een goed botmetabolisme van groot belang voor het slagen van de implantatie.
Medicatie bij depressies doet volgens onderzoeken de kans op aderverkalking duidelijk toenemen. Deze hogere kans is niet het gevolg van een depressie maar van de gebruikte medicijnen.
Een ander onderzoek laat zien dat antidepressiva de kans op diabetes type-2 doen verhogen.
Het gebruik van antidepressiva zoals SSRI's tijdens de zwangerschap doet volgens verschillende onderzoeken de kans op een gestoorde hersenontwikkeling bij de foetus en de kans op een baby met autisme sterk verhogen.
Het regelmatig slikken van antidepressiva (de SSRI's) geeft volgens onderzoek een duidelijk verhoogde kans op borstkanker. Volgens een ander onderzoek komt dit door het oestrogene effect van deze middelen.
Een andere voorlopige studie laat zien dat het gebruik van SSRI's de kans op aderverkalking flink kunnen verhogen.
Een ander onderzoek laat zien dat het gebruik van SSRI's tijdens de menopauze de kans op botbreuken flink kan verhogen.
Indien bij een zware depressie MAO-remmers gebruikt worden kan volgens onderzoek het drinken van veel koffie (met cafeïne) leiden tot een sterk verhoogde bloeddruk, zoals dat ook gebeurt bij het eten van tyramine rijke voeding bij het gebruik van MAO-remmers.
Antidepressiva op basis van paroxetine werken niet bij kinderen en adolescenten. Integendeel, het kan ernstige nevenwerkingen opwekken, zoals gedachten aan en pogingen tot zelfdodingen. Dat schrijft het gereputeerde medische vakblad The BMJ op basis van heranalyse van onderzoeksgegevens.
Vaak voorgeschreven antidepressiva zowel de SSR's als de SNRI's, bij mensen met de ziekte van Alzheimer geven volgens een groot onderzoek twee keer meer kans op vallen en een heupfractuur. Een ander onderzoek laat zien dat bij hen de kans op hersenletsel veel groter is.
Het gebruik van antidepressiva doet volgens een analyse de kans op een vroegtijdige dood met wel 33% verhogen en de kans op een hartaanval met 14%, behalve bij hartpatiënten die nauwelijks een verhoogd risico hebben.
Antipsychotica vormen een groep geneesmiddelen bedoeld om de symptomen van een psychose tegen te gaan.
Ze worden doorgaans ingedeeld in twee klassen: klassieke en atypische antipsychotica.
Namen van klassieke o.m.: chloorpromazine, haloperidol, pimozide, en zuclopentixol.
Namen atypische o.m.: risperidon, quetiapine, olanzapine, clozapine, sulpiride en aripiprazol
In de zorg voor ouderen met gedragsproblemen door bijvoorbeeld dementie krijgen ook mensen zonder psychotische klachten regelmatig antipsychotica voorgeschreven. Ouderen lopen bij het gebruik van atypische antipsychotica risico op nierschade en daarmee samenhangende gezondheidsproblemen. Een Canadese populatiestudie bevestigt daarmee het eerder in klinische trials veronderstelde effect ook in de dagelijkse praktijk (Ann Intern Med. 2014;161:242-8).
Benzodiazepines worden in de geneeskunde toegepast om hun kalmerende, slaapbevorderende en angst verminderende eigenschappen, met ook spierverslappende eigenschappen.
Namen zijn o.m.: brotizolam (Lendormin) , midazolam (Dormicum), triazolam (Halcion), loprazolam (Dormonoct), lormetazepam (Loramet), temazepam (Normison), oxazepam (Seresta),
nitrazepam (Mogadon), lorazepam (Temesta), flurazepam (Dalmadorm), flunitrazepam, alprazolam (Xanax), bromazepam (Lexotanil), chloordiazepoxide (Librium), clobazam (Frisium), clorazepinezuur (Tranxene), clorazepaat, diazepam (Valium), ketazolam (Unakalm), medazepam (Nobrium), oxazepam (Seresta) en prazepam (Reapam).
Uit studies
Uit een grote studie blijkt dat het regelmatig innemen van benzodiazepines, als slaap- of kalmeringsmiddel een sterk verhoogde kans geeft om vroegtijdig dood te gaan. Ruim zeven jaar werden de deelnemers gevolgd nadat zo voor her eerst deze middelen genomen hadden en in die periode bleek de kans om hieraan te overlijden dubbel zo groot te zijn, 4% van de deelnemers die deze middelen nam overleed in die periode. Het eerste jaar was de kans zelfs ruim 3x keer groter om te overlijden. Dit is een bevestiging van eerdere studies en de wetenschappers adviseren mensen dan ook om i.p.v. de benzodiazepines te zoeken naar niet-medicamenteuze oplossingen, zoals cognitieve gedragstherapie, om te helpen met hun slaap of angst problemen.
Gelijktijdig gebruik van benzodiazepines en opioïden (pijnstiller of hoestmiddel) kan volgens het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) leiden tot sedatie, ademhalingsdepressie, coma en de dood.
Zogenaamde bloedverdunners zijn antistollingsmiddelen of anticoagulantia.
Lange tijd wordt al gewerkt met antistollingsmiddelen van het type vitamine K-antagonist (VKA's). Voorbeelden zijn de coumarinederivaten, zoals warfarine, acenocoumarol (Sintrom) evenals fenprocoumon (Marcoumar). Deze geneesmiddelen leiden tot een kunstmatig tekort aan vitamine K. Hierdoor kan de lever bepaalde stollingsfactoren die nodig zijn om het bloed te doen stollen, niet langer produceren, en stolt het bloed dus minder gemakkelijk. Tijdens een behandeling met antistollingsmiddelen moet het bloed optimaal ontstold worden, niet teveel, maar ook niet te weinig, waardoor een intensieve begeleiding en controle nodig zijn. Verder dient u dan gezonde voeding met de belangrijke vitamine K duidelijk te verminderen. Het grote nadeel is volgens onderzoeken wel dat hierdoor de kans op osteoporose, aderverkalking en een hartaanval flink verhoogd wordt.
Aspirine (Acetylsalicylzuur) is geen antistollingsmiddel maar een trombocytenaggregatieremmer (plaatjesremmer), het belemmert het hechten en samenklonteren van de bloedplaatjes. Een ander veel gebruikte trombocytenaggregatieremmer is Plaxil (en Duoplavin), met als werkzame stof Clopidogrel.
Inmiddels is er een nieuwe generatie middelen, de nieuwe orale anticoagulantia (NOAC's), ook wel directe orale anticoagulantia (DOAC's) genoemd, die ingrijpen op specifieke plaatsen in het stollingsproces, de zgn. trombineremmers. Door remming van trombine wordt voorkomen dat fibrinogeen in fibrine wordt omgezet. Het ontstaan van een bloedstolsel wordt zo verminderd. Voorbeelden zijn dabigatran (Pradaxa), rivaroxaban, apixaban en edoxaban.
Volgens onderzoek is het onverstandig aspirine te gebruiken als bloedverdunner bij boezemfibrilleren, het maakt de kans op een beroerte juist groter.
De bloedverdunner warfarine lijkt voor ouderen (>70 jaar) met boezemfibrilleren ook geen goede oplossing, want het vergroot volgens onderzoek de kans op een hersenbloeding duidelijk en volgens ander onderzoek ook de kans op dementie duidelijk.
Plaatjesremmers doen het risico op invaliderende of fatale bloedingen voor ouderen (> 75 jaar) flink vergroten.
De bloedverdunner Pradaxa(dabigatran), een bloedverdunner van de nieuwe generatie, geeft een duidelijk hogere kans op fatale bloedingen zo blijkt uit verschillende onderzoeken
Dabigatran (Pradaxa), zo blijkt uit een studie zorgt behalve voor de remming van trombine ook voor een vermindering van het aangeboren immuunsysteem om virale infecties aan te pakken. Hierdoor doet het antistollingsmiddel Pradaxa de kans op en de heftigheid van virale infecties zoals griep en myocarditis (een ontsteking van de hartspier) verhogen.
De nieuwe generatie antistollingsmiddelen (NOAC's) zorgen volgens onderzoek voor een flink grotere kans op maag- en darmbloedingen.
Volgens onderzoek wordt doorgaans aan iedereen bij boezemfibrilleren een bloedverdunner voorgeschreven, terwijl zij die al een groot risico op een bloeding hebben, zoals bij maagzweren of oogproblemen bij diabetes of een eerdere hersenbloeding, geen bloedverdunners moeten krijgen.
Bij boezemfibrilleren heeft het langdurig gebruik van bloedverdunners volgens onderzoek het voordeel van een duidelijk kleinere kans op dementie.
Speciale immuuncellen in de hersenen, de microglia zorgen voor een goed werkende bloed-hersenbarriëre. Bij mogelijke schade aan de bloed-hersenbarriëre zorgt de receptor P2Y12 dat de microglia onmiddellijk de schade herstellen. Bloedverdunners, de trombocytenaggregatieremmers als Plavix onderdrukken de werking van de receptor P2Y12 met volgens onderzoek de mogelijkheid dat de microglia niet of minder geactiveerd worden om de schade te herstellen, bijv. na een beroerte.
Bloeddruk verlagende medicijnen:
De verschillende soorten bloeddruk verlagende medicijnen zijn bètablokkers, diuretica (plaspillen), calciumantagonisten, ACE remmers en Angiotensine antagonisten.
Namen van ACE remmers: benazepril, cilazapril, enalapril, fosinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril, zofenopril, captopril en lisinopril.
Namen van Angiotensine antagonisten: candesartan, eprosartan, irbesartan, losartan, olmesartan, telmisartan en valsartan.
Namen van calciumantagonisten o.m.: amlodipine, barnidipine, lacidipine, nifedipine, verapamil, diltiazem en fluspirileen.
Namen van bètablokkers o.m.: carteolol, propranolol, sotalol (Sotacor), atenolol, bisoprolol, metoprolol, carvedilol en labetalol.
Namen van diuretica zijn o.m.: furosemide, bumetanide, ethacrynezuur, chloorthiazide, spironolacton, mannitol en acetazolamide.
Volgens onderzoek geven bloeddruk verlagende medicijnen, ACE remmers en Angiotensine antagonisten, een sterk verhoogde kans op nierschades. Wel 15% van de gebruikers van deze medicijnen wordt in het ziekenhuis opgenomen met acute nierschade en 30% daarvan overlijdt als gevolg van nierfalen.
Uit een studie onder bijna 27.000 mensen van 45 jaar en ouder die zes jaar lang gevolgd werden blijkt dat bloeddruk verlagende medicijnen de kans op een beroerte doen verhogen. Hoge bloeddruk op zich zorgt voor een duidelijk hogere kans op een beroerte doch bloeddruk verlagende medicatie doet dat ook. Een bloeddruk verlagend medicijn verhoogt de kans met 33% doch als een combinatie van meerdere medicijnen gebruikt wordt verhoogt die kans met wel 250%, vergelijkbaar met de kans op een beroerte bij hoge bloeddruk zonder medicatie.
Uit onderzoek onder vrouwen in de leeftijd van 55 tot 74 jaar blijkt dat het jarenlang gebruik van bloeddruk verlagende medicijnen in de vorm van calciumantagonisten de kans op borstkanker aanzienlijk hoger is. Zij die tien jaar of langer deze calciumantagonisten gebruikten hebben bijna 3x meer kans op het krijgen van borstkanker dan zij die deze medicatie niet gebruikt. Andere bloeddrukverlagers als ACE-remmers, bètablokkers en plaspillen bleken geen verhoogd risico te geven.
Volgens onderzoek vergroten Calciumantagonisten en bètablokkers duidelijk de kans op een depressie en een bipolaire stoornis. ACE-remmers en Angiotensine antagonisten doen dat niet.
Volgens onderzoek kunnen bloeddruk verlagende medicijnen, de Angiotensine antagonisten beter niet gecombineerd worden met het antibioticum Co-trimoxazol. Deze combinatie geeft een duidelijk hogere kans op een plotse dood.
Uit een langjarige studie blijkt dat het gebruik van bloeddruk verlagende medicijnen een sterk verhoogd risico kunnen zijn voor oogbedreigende ziektes zoals macula degeneratie en retinopathie. Het zijn vooral de bloedvat verwijdende medicijnen (vasodilators) die de kans van 8% (zonder deze medicatie) naar 19% kunnen verhogen. Bij het gebruik van bètablokkers wordt die kans verhoogd van 0,5 naar 1,2%.
Volgens onderzoek kan het diureticum Thiazide bij mensen met hartfalen, die hierdoor veel vocht verliezen, leiden tot ongewenste effecten als lage bloeddruk, slechte bloedvoorziening van de nieren en duizeligheid.
Diuretica met de werkzame stof Hydrochloorthiazide blijken volgens onderzoek de kans op huidkanker vooral in de vorm van een plaveiselcelcarcinoom sterk te vergroten.
Angiotensine antagonisten als olmesartan blijken volgens onderzoek de kans op coeliakie lijkende symptomen als darmontstekingen, diaree, gewichtsverlies en gluten intolerantie te kunnen vergroten.
Uit een Britse studie onder ruim 179.000 mensen die een hartaanval gehad hadden blijkt dat de veel voorgeschreven bètablokkers ( o.m. bloeddruk verlagende medicatie) meestal onnodig worden voorgeschreven. Van bètablokkers is bekend dat ze vervelende bijwerkingen als moeheid en duizeligheid geven. Uit de studie blijkt dat bètablokkers geen enkel voordeel geven voor mensen na een hartaanval doch volgens de onderzoekers alleen voorgeschreven zouden moeten worden bij mensen met hartfalen.
Uit een grote, langjarige studie blijkt dat het langdurig gebruik van ACE remmers de kans op longkanker duidelijk doen verhogen, zeker bij vijf jaar en langer gebruik en dit allemaal in tegenstelling tot Angiotensine antagonisten, die duidelijk minder kans op longkanker bleken te geven.
De calciumantagonist nifedipine kan volgens onderzoek bij hoge dosis (60mg/dag) de kans op een hartstilstand duidelijk verhogen, amlodipine deed dat niet.
Cholesterol verlagende medicatie:
De meest gebruikte medicijnen om cholesterol te verlagen zijn de statines.
Namen van statines zijn o.m.: Simvastatine (Zocor), Pravastatine (Selektine), Atorvastatine (Lipitor), Rosuvastatine (Crestor), Fluvastatine (Lescol).
Een nieuwe generatie medicatie zijn Evolocumab en Aliromab.
Volgens onderzoeken blijkt dat slechts bij 1% van de gebruikers van statines ze daadwerkelijk werken tegen hart- en vaatziektes doch bij 4,4% van de gebruikers ernstige schade veroorzaken en veel bijwerkingen kunnen hebben zoals misselijkheid, diaree, constipatie, spierpijnen, longontsteking, nierproblemen, staar, hogere bloedsuikerwaarden, hogere kans op diabetes type-2, verzwikkingen en verstuikingen, leverschade, diabetes, kanker, geheugenverlies, mentale problemen en cognitieve achteruitgang, en duidelijke lagere bloedwaarden vitamine D en co-enzym Q10. Mogelijke spierpijnen worden volgens onderzoek nog versterkt worden als ook de bètablokker propanolol gebruikt wordt, waarbij trouwens extra groene thee en Q10 verlichting kunnen geven. Ook de nieuwe generatie medicatie blijkt volgens het Nederlandse Bijwerkingencentrum Lareb de kans op spierpijn duidelijk te doen toenemen. In uitzonderlijke gevallen kunnen volgens onderzoek statines niet alleen spierpijn doch een spierziekte (myopathie) veroorzaken.
Statines zorgen volgens onderzoek ook voor meer plaquevorming in de slagaders terwijl ze net hiertegen zouden moeten beschermen.
Een studie laat zien dat statines kunnen zorgen voor een versnelling van het verouderingsproces. Statines blijken te zorgen dat mesenchymatische stamcellen niet meer in staat zijn om beschadigde cellen te repareren of nieuwe cellen te maken in een verscheidenheid aan weefsels zoals zenuwweefsel, spieren, botten en kraakbeen.
Volgens onderzoek doen statines binnen 30 dagen de bloedwaarden van het belangrijke nutriënt Q10 met de helft verminderen verminderen!
Volgens studies
Volgens onderzoek doen lagere cholesterolwaarden de kans op ziekte van Parkinson duidelijk verhogen en het gebruik van cholesterol verlagende medicijnen als statines verhogen de kans op de ziekte duidelijk zo blijkt uit het onderzoek.
Cholesterol verlagende medicijnen (statines) kunnen een aanval van gordelroos veroorzaken, zo lijkt het uit een analyse van studies onder meer dan 2 miljoen personen.
Hier nog eens een studie over de grote nadelen van statines.
Een studie laat zien dat statines voor 65-plussers als preventie geen enkel voordeel bieden.
Diabetes medicatie
Diabetes type-2 wordt doorgaans behandeld met de medicijnen zoals sulfonylureumderivaten (Amaryl en Uni Diamicron), biguaniden (zoals metformine) en thiazolidinedionen ( zoals pioglitazone).
Het veel gebruikte medicijn metformine geeft volgens studies
Het per injectie toegediende medicijn Victoza zorgt behalve voor veel bijwerkingen ook, volgens de FDA, voor een hoger risico op schildklierkanker. Volgens ander onderzoek is de kans groot dat bij langer gebruik (> 250 dagen) door Victoza niet meer maar net minder insuline geproduceerd wordt, een averechts effect dus.
Het medicijn Pioglitazon geeft volgens studie een duidelijk hogere kans op blaaskanker.
Glucocorticoïden zijn steroïde hormonen (corticosteroïden) die normaal door de bijnier geproduceerd worden. Medicijnen met deze stoffen hebben worden vaak gebruikt als sterke ontstekingsremmer. Enkele namen: cortisone, prednison, ...methason en triamcinolon.
Het gebruik van steroïden doet volgens onderzoek de kans op een trombose in het been en vooral in de longen flink verhogen.
Volgens onderzoek doet het regelmatig en langdurig gebruik van ontstekingsremmende medicijnen als glucocorticoïden de kans op een ernstige infectie met de Staphylococcus aureus bacterie in het bloed flink verhogen.
Veel gebruikte inhalers met corticosteroïden verhogen de kans op diabetes en botbreuken duidelijk. 70% van de mensen met COPD gebruikt inhalers met corticosteroïden. Gemiddeld is de kans op diabetes door het gebruik van de inhalers ruim 30% hoger. Zij die de hoogste dosering gebruiken hebben tot wel 60% meer kans op diabetes, zij die al diabetes hebben blijken wel 50% meer kans te hebben op verergering van hun ziekte. Volgens een ander onderzoek verhoogt door het gebruik van deze inhalers ook de kans op een longontsteking flink.
Corticosteroïden, medicijnen die veel gebruikt worden bij hevige astma blijken volgens onderzoek veelal niet te werken en de symptomen alleen maar te verergeren.
De verschillende soorten zijn: antacida (die zuur neutraliseren vaak door bicarbonaten) en twee die de aanmaak van maagzuur tegengaan, de protonpompremmers (PPI) en H2-receptorantagonisten.
Namen van protonpompremmers zijn o.m.: omeprazol, lansoprazol, rabeprazol, esomeprazol en pantoprazol.
Namen van H2-receptorantagonisten zijn o.m.: cimetidine, famotidine, nizatidine en ranitidine.
Volgens verschillende onderzoeken zorgen het langdurig gebruik van maagzuurremmers in de vorm van protonpompremmers, voor een hogere pH van het maagzuur en daardoor voor een duidelijk afname van de opname van belangrijke voedingsnutriënten, vitamines en mineralen zoals magnesium, calcium, ijzer en zeker vitamine B12. Verder geven zij een fors hogere kans op botbreuken en verhogen ook de kans op een longontsteking, op hoge bloeddruk en hart- en vaatziektes.
De combinatie van protonpompremmers en diuretica (plaspillen) zorgt volgens onderzoek voor extra kans op een flink magnesium tekort.
Volgens onderzoeken
Een ander onderzoek laat zien dat de maagzuurremmers de kans op een hartaanval duidelijk doen verhogen.
Maagzuuremmers in de vorm van protonpompremmers blijken volgens een studie ook tot snellere veroudering van de bloedvaten te kunnen leiden. Aan de binnenkant van bloedvaten zit endotheel weefsel met daarin ook lysosomen, ook wel de afvalberg van de cellen genoemd. Deze lysosomen werken optimaal bij een lage pH (zuurgraad). De maagzuurremmers beïnvloeden ook deze zuurgraad waardoor de lysosomen niet meer goed het afval kunnen verwerken en er daardoor vroegtijdige veroudering ontstaat.
Onderzoek laat zien dat maagzuurremmers in de vorm van protonpompremmers bijna 2½ keer meer kans geven op acute nierschade. Hier onderzoeken
Uit een studie onder ruim 244.000 volwassenen blijkt dat het gebruik van maagzuurremmers in de vorm van protonpompremmers de kans op een herseninfarct duidelijk kan vergroten. In de zes jaar dat de deelnemers aan de studie gevolgd werden bleek bijna 4% van de deelnemers een herseninfarct te krijgen. De deelnemers die maagzuurremmers gebruikten bleken ruim 20% meer kans te hebben op een beroerte dan de andere deelnemers.
Uit een studie onder 350.000 ouderen blijkt dat het langdurig gebruik van protonpompremmers de kans om vroegtijdig dood te gaan flink toeneemt in vergelijking met zij die H2-receptorantagonisten namen. Een latere studie bevestigt de resultaten.
Uit een studie blijkt nu dat het langdurig gebruik van maagzuurremmers de kans op maagkanker kan verhogen. Hoe langer iemand maagzuurremmers, in de vorm van protonpompremmers (PPI’s), gebruikt hoe hoger de kans op maagkanker zo blijkt uit een grote studie onder 64.000 deelnemers. Alhoewel de kans op maagkanker absoluut redelijk klein is geeft een jaar gebruik van PPI’s toch al 2x keer meer kans op maagkanker en nog langer gebruik verhoogt die kans, zo is na drie lang gebruik de kans wel 8x keer groter geworden. Het gebruik van een ander soort zuurremmer, de H2-receptorantagonisten, gaf volgens de studie geen extra kans op maagkanker.
Hier nog een analyse met de nadelen van protonpompremmers op een rij met als conclusie slechts in een lage dosering en kortstondig gebruiken.
Het gebruik van vrij verkrijgbare antacida, om het maagzuur te neutraliseren zorgt volgens onderzoek voor een duidelijk grotere kans op botbreuken.
Pijnstillers/ontstekingremmers:
De meest gebruikte soorten pijnstillers zijn Paracetamol, NSAID's en Opioïden.
NSAID's, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen, zijn pijnstillers, ontstekingsremmers en veelal ook koortsverlagend. Namen zijn: diclofenac, etodolac, nabumeton, ibuprofen, aspirine, aspegic, meloxicam, naproxen, etofenamaat, indomethacine, ketorolac, nimesulide en piroxicam, en de COX-2 remmers etoricoxib, rofecoxib en celecoxib.
Opioïden pijnstillers gebaseerd op stoffen die afkomstig zijn uit opium. Namen zijn: morfine, methadon, codeïne, fentanyl, pethidine, piritramide en tramadol.
Volgens studie zorgt het regelmatig nemen van de pijnstiller paracetamol, alleen door mensen met diabetes type-2, een verhoogde kans op een beroerte.
Het gebruik van NSAID's leidt volgens onderzoek tot een duidelijk verhoogde kans op diep-veneuze trombose.
Volgens onderzoek doet het regelmatig en langdurig gebruik van een ontstekingsremmer, vooral diclofenac de kans op een hartaanval verdubbelen, vergelijkbaar met de verhoogde kans door roken.
Het regelmatig gebruiken van de medicijnen NSAID's zoals ibuprofen, diclofenac, meloxicam, naproxen, etofenamaat, celecoxib en aspirine geven volgens onderzoek een duidelijk hogere kans op maagzweren, hoge bloeddruk en op hart- en vaatziekte. Diclofenac in het bijzonder geeft ook nog eens een duidelijk hogere kans op een hartaanval, zeker bij hartpatiënten, hier nog een studie die dat bevestigt.
Het gebruik van pijnstillers lijkt de kans op hartfalen duidelijk te kunnen vergroten zo blijkt uit een grote Europese studie. De medicijnen die het meeste gevaar gaven waren de NSAID's. Uit de studie blijkt dat zelfs het twee weken slikken al kan leiden tot 20% meer risico op hartfalen. Bij langer gebruik kan dit risico afhankelijk van het soort medicatie en dosering wel oplopen tot 200%. Een pijnstiller, ibuprofen bleek de laagste verhoogde kans te geven.
Volgens onderzoek geven pijnstillers in de vorm van bruistabletten, door de flinke hoeveelheid zout hierin, een fors hogere kans op hoge bloeddruk.
Uit een Nederlandse studie blijkt dat het gebruik van pijnstillers/ontstekingremmers (NSAID's) de kans op boezemfibrilleren bij ouderen aanzienlijk kan verhogen. Het gebruik of recent gebruik van NSAID's deed de kans op boezemfibrilleren wel met 80% verhogen.
Volgens onderzoek vergroot het gebruik van pijnstillers/ontstekingremmers (NSAID's) de kans op bloedingen en tromboses bij boezemfibrilleren duidelijk.
Uit een grote Noorse studie onder 100.000 patiënten die een hartaanval gehad hadden blijkt dat het gebruik van pijnstillers de kans op nog een hartaanval en zelfs het doodgaan flink kan verhogen. De pijnstillers die bekeken werden waren de ontstekingsremmers als ibuprofen, diclofenac, meloxicam, naproxen, etofenamaat, celecoxib en acetylsalicylzuur (zoals aspirine).
Volgens onderzoek geven pijnstillers/ontstekingsremmers (NSAID's) zoals diclofenac, etodolac, nabumeton en meloxicam, evenals nieuwere middelen genaamd coxibs een duidelijk hogere kans om dood te gaan aan een beroerte. Pijnstillers zoals ibuprofen en naproxen blijken dit niet te doen.
Volgens onderzoek doet het gebruik van pijnstillers/ontstekingsremmers in de vorm van NSAID's bij infecties van de luchtwegen, zoals bij verkoudheid en griep, de kans op een hartaanval flink verhogen.
Volgens onderzoeken
Uit een grote studie blijkt het regelmatig gebruik van de pijnstiller paracetamol tijdens de zwangerschap kan leiden tot taal- en gedragsproblemen bij de nakomelingen. Langdurig gebruik geeft zelfs 70% meer kans op deze problemen. Onderzoekers adviseren dan ook om tijdens de zwangerschap zo min mogelijk paracetamol te geven en zonodig ibuprofen, waarbij deze relatie niet werd gevonden. Andere onderzoeken
Veel vrouwen hebben niet in de gaten dat zware pijnstillers, zoals de opioïden, tijdens de zwangerschap voor ernstige afwijkingen bij de baby kunnen zorgen. Volgens een Amerikaanse analyse slikt wel 1op de 3 vruchtbare vrouwen deze zware pijnstillers en omdat veel vrouwen (nog) niet weten dat ze zwanger zijn kunnen deze medicijnen voor veel ernstige afwijkingen bij baby's zorgen. Bij een babywens is het dus belangrijk deze medicijnen niet te gebruiken of zo lang als de medicijnen gebruikt worden af te zien van de babywens.
Gelijktijdig gebruik van benzodiazepines en opioïden kan volgens het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) leiden tot sedatie, ademhalingsdepressie, coma en de dood.
Regelmatig hoge doseringen Ibuprofen kan volgens onderzoek zorgen voor duidelijk minder vruchtbaarheid bij mannen.
Het jarenlang dagelijks slikken van aspirine doet volgens onderzoek de kans op huidkanker duidelijk toenemen (van 0,86 naar 2,19% in de studie), en dat vooral bij mannen.
Een studie onder 33.000 mensen met aderverkalking laat zien dat het dagelijks nemen van aspirine ter voorkoming van hartproblemen geen enkel voordeel geeft om minder kans te hebben op een hartaanval of beroerte. Zelfs voor zij die al eerder een hartaanval gehad hadden bleek het nemen van aspirine nauwelijks enig voordeel te geven. Aspirine zou alleen gebruikt kunnen worden volgens de onderzoekers door zij die een bypass operatie ondergaan hebben en door zij waarbij een stent geplaatst is of als behandeling bij een hartaanval of een beroerte. Het dagelijks slikken van aspirine geeft een duidelijk hogere kans op bloedingen zowel in maag als tot in de hersenen.
Uit een studie onder 12.000 mensen met een verhoogde kans op een hartaanval of een beroerte blijkt het dagelijks slikken van aspirine geen voordelen te geven alleen de kans op maagdarmbloedingen duidelijk te vergroten.
Net zoals antibiotica kan het gebruik van NSAID's leiden tot een overgroei van de bacterie Clostridium difficile en daardoor ook diaree en mogelijke complicaties veroorzaken, zo blijkt uit een voorlopige studie.
Slaapmiddelen kunnen verschillende werkingen hebben en zijn o.m. benzodiazepines zoals Temazepam (Restoril®, Normison®, Tenox® en Temaze®) verder Zolpidem (Stilnoct) en soms anticholinerge medicijnen
Slaapmedicatie, die werkt niet alleen sterk verslavend doch doet de kans op overlijden fors toenemen. Zo blijkt uit onderzoek dat bij 1 tot 18 pillen per jaar de kans op een plotselinge dood 360% groter wordt, bij 18 tot 132 pillen per jaar 440% en bij nog meer pillen 530%. De kans op kanker door pilgebruikers wordt ook nog eens 35% hoger. (Veruit het meest gebruikte middel in het onderzoek was Temazepam en dan Zolpidem.)
Slaapmedicatie kan volgens onderzoek onder ouderen met hoge bloeddruk de bloeddruk extra verhogen.
Slaapmedicatie als benzodiazepines en niet-benzodiazepines blijken volgens onderzoek de kans op botbreuken bij ouderen flink te vergroten, zeker de eerste weken van gebruik.
Gelijktijdig gebruik van benzodiazepines en opioïden kan volgens het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) leiden tot sedatie, ademhalingsdepressie, coma en de dood.