Home / ...
Cholesterol en plantensterolen.
Cholesterol is een vetachtige stof uit de groep sterolen, die ons lichaam zelf, hoofdzakelijk in de lever aanmaakt. Ongeveer een kwart van al het cholesterol in het lichaam bevindt zich in de hersenen waar het een belangrijke rol speelt in zaken als membraanfuncties en dient als grondstof voor belangrijke hormonen zoals o.m. progesteron, oestrogeen, cortisol, testosteron en andere. Lage cholesterolwaarden zorgen voor het slechter functioneren van de hersenen en kunnen volgens onderzoek leiden tot cognitieve achteruitgang. Zeker bij het ouder worden zijn hogere bloedwaarden cholesterol belangrijk tegen een flink kleinere kans op dementie en de ziekte van Alzheimer, zo blijkt uit onderzoek onder vijfenzeventigplussers.
In verschillende voeding zoals vis, vlees, kaas, eieren, schaal- en schelpdieren zit van nature cholesterol, doch deze hoeveelheid is slechts een paar procent van het totale lichaamscholesterol. Het zijn vooral de vetzuren in de voeding die het bloedcholesterolgehalte beïnvloeden en niet de cholesterol die rechtstreeks via de voeding wordt opgenomen, want die zorgt voor lagere bloedwaarden cholesterol! Inmiddels zijn de overheidsadviezen aangepast waardoor cholesterol in de voeding niet meer als slecht gezien worden. Hier nog een studie die laat zien dat zelfs geldt voor mensen met aanleg voor hoog cholesterol.
Kijk hier voor een (Amerikaanse) lijst met de hoeveelheden cholesterol in de verschillende voeding.
De functies van cholesterol in het lichaam:
De voornaamste functie van cholesterol in het lichaam is het goed laten functioneren van de celmembranen in het lichaam. De celmembranen van al onze lichaamscellen bestaan uit een dun laagje vet-achtige stoffen, de fosfolipiden. Fosfolipiden bestaan uit een water-oplosbare fosfaat groep, en twee vet-oplosbare vetzuren. Deze vetzuren hebben de neiging om een soort 'kristallen' te vormen, waarbij ze dus hard worden. Hierdoor zou de cel niet meer kunnen functioneren. Om de celmembranen soepel te houden zit er cholesterol in de membranen. Celmembranen bevatten 30-40% cholesterol, een hoog percentage wat door het lichaam streng in stand wordt gehouden en waardoor bijv. geen kristallen gevormd kunnen worden en het membraan flexibel blijft. Cholesterol in de cel zorgt dat allerlei eiwitten in de cel goed kunnen functioneren en zo signalen naar elkaar doorgeven, iets wat zonder cholesterol niet mogelijk is.
Een persoon van ca. 70 kg heeft ongeveer 35 gram cholesterol in zijn lichaam, het meeste in de lichaamscellen met wel 25% van het totaal in de hersenen.
Alle lichaamscellen hebben cholesterol nodig om te kunnen groeien.
Een tweede belangrijke rol van cholesterol in het lichaam is dat het onder invloed van UV straling (zonlicht) omgezet wordt in vitamine D.
Cholesterol is betrokken bij de aanmaak van sexhormonen (androgenen en oestrogenen)
Cholesterol is essentieel bij de aanmaak van hormonen die afgescheiden worden door de bijnieren zoals cortisol, een levensnoodzakelijk hormoon met een zeer brede werking op het gebied van koolhydraat- en vetmetabolisme en werkt ontstekingremmend en is een belangrijk stresshormoon, en anderen steroïdhormonen zoals Ouabaïne, die o.m. van wezenlijk belang zijn voor een goede hartfunctie.
Cholesterol is belangrijk bij de stofwisseling van de in vet oplosbare vitamines waaronder A, D, E en K.
Cholesterol is belangrijk in het isoleren van het zenuwstelsel.
Ook speelt het een rol bij de productie van galzuren.
Omdat een vetachtige stof als cholesterol niet oplost in een waterige vloeistof maar wel in eiwitten wordt cholesterol verpakt in de zgn. lipoproteïnen. Hiervan zijn de drie soorten HDL, LDL en VLDL de belangrijkste vervoerders van cholesterol in de bloedbaan.
LDL vervoert cholesterol van de lever naar de rest van het lichaam.
HDL vervoert het overtollige cholesterol terug naar de lever waar het wordt afgebroken.
VLDL transporteert triglyceriden (vetten) van de lever naar de rest van uw lichaam.
Remnants zijn specifieke partikels die overblijven nadat lipoproteïnelipase heeft ingewerkt op VLDL (triglyceridenrijke partikels), waarbij de triglyceriden werden gehydrolyseerd.
Het LDL bestaat uit kleinere (B) en grotere (A) deeltjes. De kleinere B deeltjes kunnen zich het meest makkelijk in de wand van slagaders afzetten in tegenstelling tot de grotere A deeltjes. Onderzoek laat zien dat niet de hoeveelheid LDL maar alleen de hoeveelheid kleine B deeltjes in dit LDL van belang zijn. Bestaat het LDL voor meer dan 50% uit B deeltjes dan is er een vergrote kans op aderverkalking en hartproblemen.
Bij ontstekingen, vaak door verkeerde voeding (met veel bewerkte omega-6 vetzuren) van de slagaders kan LDL geoxideerd worden en ontstaat volgens onderzoek echt slecht cholesterol te weten oxycholesterol dat afgezet kan worden tegen de wand van slagaders. Als de ontstekingen voortduren zorgt dit oxycholesterol voor extra calcium afzetting en ontstaat de plaquevorming bij aderverkalking.
Apo B is een eiwit en een groot onderdeel van de vettransportdeeltjes VLDL (very low density lipoproteïne) en LDL (low density lipoprotein) die cholesterol en triglyceriden naar de weefsels vervoeren.
HDL bezit nu het vermogen om dit onoplosbare cholesterol op te lossen met de in het HDL bevindend fosfolipide, lecithine (de LCAT reactie) daarom wordt dat gebonden cholesterol (HDL-C) genoemd. Omdat HDL zo helpt dichtslibbing van slagaders te voorkomen, wordt het wel het goede cholesterol genoemd.
Hoge bloedwaarden goed cholesterol (HDL) blijken volgens onderzoek effectief te zijn in de bestrijding van (chronische) ontstekingen. Hier nog een studie die laat zien dat vooral de anti-ontsteking werking van HDL zorgt voor duidelijk minder kans op hartproblemen.
Het belangrijkste bestanddeel van het goede cholesterol (HDL) is het eiwit apo A-1. HDL is weer onder te verdelen in HDL met grote, minder grote en kleinere deeltjes met de aanduiding van groter naar kleiner 2a, 2b, 3a, 3b en 3c. Hoe groter de deeltjes hoe effectiever de afvoer van cholesterol is. Onderzoek laat zien dat de effectiviteit ook afhankelijk is van de structuur van de glycanen (suikermoleculen), die de HDL-deeltjes omhullen. (Verder onderzoek zal moeten laten zien hoe die structuur ten goede te veranderen is.)
Volgens onderzoeken zijn Remnants het slechtst en verantwoordelijk voor de plaquevorming in slagaders.
Zie hier een studie over het goede van slecht cholesterol.
We hebben dus bij cholesterol: the good (HDL), the bad (LDL) en the ugly (de Remnants).
Associations and Correlations of Lipoprotein Cholesterol and Triglycerides
. Lipoprotein cholesterol as a function of increasing levels of nonfasting triglycerides. Bron.
Een teveel aan LDL zorgt ervoor dat er te veel cholesterol in het lichaam komt.
Het LDL-gehalte moet dus normaal zijn en het HDL-gehalte Hoog.
Te lage waarden cholesterol zijn gelet op de belangrijke functies van cholesterol in het lichaam onwenselijk, veel belangrijker is voeding rijk aan onbewerkt Linolzuur en alfa-linoleenzuur.
Cholesterol is een voor het lichaam cruciale stof, zonder cholesterol is leven niet mogelijk. Te weinig is dus niet goed maar zoals altijd kan teveel ook niet goed zijn, alhoewel onderzoeken in het verleden hebben laten zien dat zij met de hoogste cholesterolwaarden het langste leven. Kijk hier maar eens. Lange tijd is cholesterol verantwoordelijk gehouden voor het ontstaan van hart- en vaatziektes doch steeds meer onderzoeken laat zien dat ontstekingen van de slagaders hiervoor verantwoordelijk zijn en de hoeveelheid cholesterol niet van belang is. Hier een paar studies ¹ ².
Zo wordt door de medische wereld aangedrongen om minder verzadigd en meer onverzadigd vet, waaronder de omega-6 vetzuren te eten voor de gezondheid van uw hart. Die aanbevelingen zijn gebaseerd op de simpele constatering dat cholesterolwaarden worden verlaagd door onverzadigde vetzuren en worden verhoogd door verzadigde vetzuren. Maar de vervanging in het voedingspatroon van verzadigd vet door onverzadigd vet is nog nooit getest in gerandomiseerde, goed gecontroleerde klinische studies. Steeds meer wordt duidelijk dat deze vervanging een averechts effect heeft, het cholesterol wordt inderdaad iets lager doch de kans op aderverkalking en hart- en vaatziektes verandert niet en de kans op doodgaan wordt flink hoger, lees meer...¹ ²
Een andere analyse laat zien dat zij met de hoogste inname van verzadigd vet geen verhoogde kans hebben op hart- en vaatziektes. Weer een andere analyse bevestigt dat. Verzadigd vet zou zorgen voor hoge cholesterolwaarden en daardoor de kans op hart- en vaatziektes verhogen zo wordt al meer dan vijftig jaar beweerd doch inmiddels is bekend dat die stelling wat al te simpel is en het allerlei factoren zijn die een slechtere bloeddoorstroming en schade aan de wanden van de bloedvaten veroorzaken en dat de hoeveelheid cholesterol eigenlijk niet van belang is, zo blijkt ook uit deze studie, gezonde voeding zoals bij het mediterraandieet doet de kans op hart- en vaatziektes echt verlagen, los van het feit of waarden totaal en slecht cholesterol omlaag gaan.
Een grote studie laat dan weer zien dat schone, wat dichtgeslibde of flink dichtgeslibde slagaders nauwelijks verschil maken in de kans op een hartaanval, aderverkalking is dus slechts een van de vele oorzaken van een hartaanval.
In verschillende voeding zoals vis, vlees, kaas, eieren, schaal- en schelpdieren zit van nature cholesterol, doch deze hoeveelheid is slechts een paar procent van het totale lichaamscholesterol. Het zijn vooral de vetzuren in de voeding die het bloedcholesterolgehalte beïnvloeden en niet de cholesterol die rechtstreeks via de voeding wordt opgenomen, want die zorgt voor lagere bloedwaarden cholesterol! Inmiddels zijn de overheidsadviezen aangepast waardoor cholesterol in de voeding niet meer als slecht gezien worden. Hier nog een studie die laat zien dat zelfs geldt voor mensen met aanleg voor hoog cholesterol. Een andere studie laat zien dat cholesterol in de voeding, waaronder eieren geen invloed heeft op het krijgen van dementie of de ziekte van Alzheimer.
Hoge waarden slecht (LDL) of totaal cholesterol hebben ook geen directe invloed op de kans op een hartaanval, want volgens de American Heart Association gebeurt de helft van de hartaanvallen en beroertes bij mensen met normale cholesterolwaarden. Zelfs hoge waarden goed cholesterol en lage waarden slecht cholesterol blijken volgens weer een onderzoek geen enkel verband te houden met hart- en vaatziektes.
Nieuw onderzoek laat zien dat cholesterol helemaal nog niet zo slecht is en weinig te maken heeft met aderverkalking of andere hart- en vaatziektes. De conclusie is duidelijk: Het idee dat een hoge bloedwaarden cholesterol de belangrijkste oorzaak van hart- en vaatziektes is, lijkt onmogelijk omdat mensen met een lage bloedwaarden net zo veel kans hebben op aderverkalking en de kans op hart- en vaatziektes hetzelfde is of wellicht zelfs hoger dan mensen met hoge bloedwaarden cholesterol. De cholesterolhypothese is tientallen jaren in leven gehouden door beoordelaars die misleidende statistieken hebben gebruikt, de resultaten van niet-succesvolle onderzoeken hebben uitgesloten en talloze tegenstrijdige observaties negeerden zo blijkt uit het onderzoek.
Wel laten steeds meer studies zien dat zowel te hoge als te lage waarden totaal en slecht cholesterol en/of lage waarden goed cholesterol de kans op allerlei soorten kanker en mogelijke uitzaaiingen duidelijk doen vergroten. Ook de kans op hersenaandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer wordt hierdoor duidelijk groter.
Uit een grote studie blijkt dat zestigplussers met lage waarden slecht cholesterol (LDL) duidelijk meer kans hebben op dodelijke ziektes als kanker, longproblemen, maagdarmproblemen en hart- en vaatziektes. Zij met de hoogste waarden LDL bleken ook duidelijk het langst te leven!! En dat geldt zeker voor tachtigplussers zo blijkt uit ander onderzoek. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de helft van de zestigplussers cholesterolverlagende medicijnen voorgeschreven krijgt temeer daar ander onderzoek laat zien dat net hoge bloedwaarden cholesterol de kans op dementie en de ziekte van Alzheimer flink doen verminderen.
Goede cholesterolwaarden zijn belangrijk bij en tegen kanker. Hoge waarden goed cholesterol (HDL) zorgen dat het uitzaaien tegengegaan wordt. Te lage cholesterolwaarden kunnen volgens studie en nog een grootschalig onderzoek de kans op kanker weer verhogen, zeker ook bij darmkanker zo blijkt uit studies ¹ ² en volgens onderzoek de kans op overleven bij nierkanker sterk verminderen, zo ook bij prostaatkanker volgens een ander onderzoek. Uit een grote Britse studie onder ruim 1 miljoen Britse vrouwen blijkt dat lage cholesterolwaarden de kans op borstkanker duidelijk doen vergroten. Waarden lager dan 70 mg/dl (1,83 mmol/l) verdubbelen volgens onderzoek de kans op een hersenbloeding, in ieder geval bij vrouwen.
Conclusie: Hogere waarden totaal en slecht cholesterol (LDL) hebben weinig invloed op de kans op hart- en vaatziektes. Zowel te hoge als te lage waarden totaal en slecht cholesterol en/of lage waarden goed cholesterol doen wel de kans op allerlei soorten kanker en mogelijke uitzaaiingen duidelijk vergroten. Ook de kans op hoge bloedsuikerwaarden en hersenaandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer wordt hierdoor duidelijk groter.
Nu een paar cijfers over cholesterolwaarden
Steeds meer onderzoek laat zien dat de beste waarden totaal cholesterol 200 mg/dl (5,26 mmol/l) of iets hoger zijn. (Lagere waarden geven volgens onderzoek o.m. meer DNA-schade)
Bij oudere personen (ouder dan
60 jaar) is er geen duidelijke
correlatie meer tussen cholesterolwaarden en hartziekte.
De
juiste waarden (slechte cholesterol) LDL liggen wellicht op 100 mg/dl (2,63
mmol/l) tot 130 mg/dl (3,41 mmol/l).
Onderzoek laat zien dat gemiddeld wel 1 op de 300 personen een genetisch aanleg heeft voor zeer hoge bloedwaarden slecht cholesterol (LDL), voor volwassenen > 190 mg/dl (5,0 mmol/l) en voor kinderen > 160 mg/dl (4,21 mmol/l). Deze personen hebben wel zeer duidelijk meer kans op hart- en vaatziektes. Ander onderzoek laat zien dat zij niet minder vetten maar net duidelijk minder koolhydraten moeten eten.
Goede waarden (goede cholesterol) HDL zijn waarden tussen de 50 (1,31 mmol/l) en 60 mg/dl (1,58 mmol/l)
Eigenlijk zijn doorgaans maar twee cijfers belangrijk: Hoge waarden HDL en zowel waarden LDL als triglyceriden lager dan 2x de HDL waarden. Hier nog onderzoeken ¹ ² die vooral het grote belang van lagere triglyceridenwaarden laten zien.
(Mensen met een bepaalde genetische afwijking waardoor ze zeer hoge waarden HDL hebben, bijv. 150 mg/dl (3,90 mmol/l), blijken volgens onderzoek juist daardoor en sterk verhoogde kans te hebben op hart- en vaatziektes.)
Bloedwaarden goed cholesterol (HDL), lager dan 55 mg/dl (1,4 mmol/l) geeft 40% meer kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer.
Volgens
onderzoek zijn hoge waarden goed cholesterol
(HDL) belangrijk voor goede (lagere)
bloedsuikerwaarden. De voornaamste eiwitcomponent van HDL is
Apolipoproteïne A-I (apo A-I), die zorgt voor betere spierfuncties, een betere opname van suikers in de spieren en vermindering van het vetweefsel in de spieren.
Let
op: Te hoge waarden goed cholesterol hoger dan 60 mg/dl
(1,58 mmol/l) blijkt volgens onderzoek
de kans op hart- en vaatziekte of het doodgaan hieraan duidelijk te
verhogen. Te hoge waarden
HDL, voor
mannen > 70 mg/dl (1,83 mmol/l) en voor vrouwen > 90 mg/dl (2,35
mmol/l), geven volgens een ander onderzoek
weer iets meer kans om dood te gaan, vooral bij mannen.
Let op: Voor mensen met een overwegend plantaardig en vetarm dieet gelden volgens onderzoek deze waarden HDL veel minder, zij hebben doorgaans lagere HDL waarden.
Let op: Voor vrouwen in de menopauze zegt volgens onderzoek de totale waarde HDL weinig over de kans op hart- en vaatzieke doch zouden door meting de hoeveelheid kleine deeltjes HDL vastgesteld moeten worden. Want nu, zo blijkt uit de studie doen net meer kleine deeltjes HDL de kans op hart- en vaatziekte afnemen.
Bloedwaarden cholesterol werden doorgaans altijd nuchter gemeten. Verschillende studies laten zien dat niet nuchtere metingen weinig verschil geven met nuchtere metingen.
Voor de bepaling van de triglyceriden is een nuchtere meting wel belangrijk omdat kort na de maaltijd chylomicronen zorgen voor een snelle en significante stijging van de triglyceriden.
Als bij de metingen het LDL (slechte cholesterol) berekend wordt is in die berekening ook rekening gehouden met de triglyceriden zodat dan eigenlijk een nuchtere bepaling gewenst is.
Tips om zonodig het slechte cholesterol (LDL) te verlagen
Eet en bereid uw eten gezond (zie Tips) en houd rekening met voeding die zorgt voor een lager cholesterol.
Vul zonodig aan met natuurlijke nutriënten en/of supplementen, zie hier.
Pas op: Duidelijk te lage bloedwaarden, <100 mg/dl (2,63 mmol/l), slecht cholesterol (LDL) verhogen volgens meerdere wetenschappelijke onderzoeken de kans op verschillende kankersoorten en de kans op een hartaanval. Waarden lager dan 70 mg/dl (1,83 mmol/l) verdubbelen volgens onderzoek de kans op een hersenbloeding, in ieder geval bij vrouwen. Er is ook geen bewijs dat lage LDL waarden gezond zouden zo blijkt ook uit een bericht uit Medisch Contact, een vakblad voor medici. Lagere cholesterolstreefwaarden zijn in de nieuwe richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM) slecht onderbouwd. Dat betekent heel weinig meerwaarde voor de patiënt tegenover gunstige omzetperspectieven voor de fabrikanten van dure lipidenverlagende middelen. Deze nieuwe richtlijn bevat scherpe streefwaarden voor LDL-cholesterol (LDL-C) voor patiënten die lipidenverlagende medicatie zoals statines gebruiken. Voor deze streefwaarden bestaat echter geen ‘strikt’ wetenschappelijk bewijs, terwijl een richtlijn gebaseerd op Grade-methodiek dat wel vereist. Bovendien rammelt de alternatieve onderbouwing over intensieve cholesterolverlaging.
Tips om het goede cholesterol (HDL) te verhogen
Meer bewegen. Bijna dagelijks 30 minuten flink bewegen doet het HDL met 5-10% stijgen.
Bij overgewicht zorgt afvallen voor een stijging van het HDL.
Stop met roken en uw HDL stijgt met 15-20%.
Ga gezond eten, bijv. een mediterraandieet. Een analyse laat nog eens de voordelen zien van het eten van een meer mediterraan dieet. Een mediterraan dieet zorgt volgens de onderzoekers voor hogere bloedwaarde goed cholesterol (HDL) en dan ook nog voor de betere (grotere) deeltjes goed cholesterol.
Vermijd transvetten en sterk bewerkte koolhydraten (zoals witmeel en witmeelproducten), kant en klare voeding en frisdranken.
Onder meer omega-3 vetzuren, walnoten en olijfolie zorgen voor een stijging van het HDL.
Goede bloedwaarden vitamine D (duidelijk hoger dan 30 ng/ml).
Overweeg supplementering van o.m. magnesium en wellicht het allerbeste niacine, vitamine B3. Niacine gaat de afbraak van HDL in de lever met wel 35% tegen terwijl de afvoer van slechte cholesterol bestanddelen gewoon doorgaat. Het is vooral vitamine B3 in de vorm van niacine die dit effect geeft de veel gebruikte vorm nicotinamide heeft veel minder effect op het cholesterol.
Dagelijks 1 kleine eetlepel saffloerolie, in een gezond dieet, zorgt voor een duidelijk hoger HDL.
Onderzoek laat zien dat 3 maanden lang 3 eieren per dag niet alleen zorgt voor hogere waarden goed cholesterol (HDL) doch ook voor beter goed cholesterol, opgebouwd uit gezonde stoffen uit de eidooier.
Het goede cholesterol (HDL) bestaat uit verschillende deeltjes van klein tot groot, waarbij vooral de grotere deeltjes belangrijk zijn tegen hart- en vaatziektes. Uit een studie blijkt nu dat verschillende nutriënten in de voeding het HDL beïnvloeden. Foliumzuur in de voeding zorgt voor meer HDL, zowel van kleine als grote deeltjes zo ook alcohol en verzadigd vet. Magnesium in de voeding zorgt voor meer van de meeste HDL deeltjes, vitamine C zorgt alleen voor de verhoging van het hoofdbestanddeel van HDL, apo A1. Voedingsvezels en eiwitten in de voeding zorgde voor verhoging van de kleinere deeltjes HDL. Koolhydraten en ijzer in de voeding zorgen voor duidelijk lagere hoeveelheden van alle deeltjes HDL. Een andere studie laat zien dat ook het eten van amandelen zorgt voor meer grote deeltjes in het HDL.
Onderzoek laat zien dat het vaak eten van vis niet zorgt voor meer HDL doch wel voor duidelijk meer grotere deeltjes goed cholesterol en dus een veel meer efficiënt HDL. Hier een onderzoek dat dit bevestigt. Dagelijks extra virgin olijfolie blijkt volgens onderzoek ook te zorgen voor een duidelijk efficiënter HDL.
Vaak zijn lage bloedwaarden van het goede cholesterol (HDL) een indicatie voor hart- en vaatziektes. Uit onderzoek blijkt dat met lage waarden HDL en lage waarden glutathion de kans op hart- en vaatziektes, waaronder een hartaanval en beroerte, wel 6x groter is dan bij zelfs lage waarden HDL doch goede waarden glutathion.
In een Westers dieet alle gebruikte oliën vervangen door extra vrigin olijfolie zorgt volgens een kleine studie na drie maanden voor een duidelijk betere bloeddruk en een hoger goed cholesterol (HDL) en ook een verbeterd immuunsysteem.
Vermijd regelmatige blootstelling aan luchtvervuiling, want volgens onderzoek verlaagt daardoor het HDL duidelijk, nog meer bij vrouwen dan bij mannen.
Tips om de Remnants (the ugly) te verlagen
Zorg voor lage triglyceriden waarden.
Plantensterolen of Stanolesters
Qua chemische structuur lijken plantensterolen, zoals sitostanol en sitosterol, heel erg op cholesterol.
Zowel sitostanol als sitosterol zijn niet oplosbaar in water en slecht in vet, dus om toegepast te kunnen worden, wordt er een vetzuur aan gekoppeld, waardoor de zogenaamde stanol-esters ontstaan. Deze esters zijn wel toepasbaar in producten. Hoewel de stoffen en hun werking al meer dan 40 jaar bekend is, is het pas sinds kort technisch mogelijk om de stoffen te winnen en in levensmiddelen toe te passen.
Via onze dagelijkse voeding krijgen we uit plantaardige levensmiddelen deze stoffen al binnen, maar vaak in een lage concentratie. In bepaalde nieuwe levensmiddelen zitten ze in een werkzame, concentratie.
Deze stoffen blokkeren het opnamesysteem van cholesterol in de darm. Cholesterol uit de voeding wordt dus niet opgenomen in het lichaam en heeft dus geen verhogend effect op het bloedcholesterol gehalte.
Niet alleen het voedsel cholesterol wordt tegengehouden, maar ook cholesterol dat via de lever en de gal in de darm is gekomen. Behalve dat er geen nieuw cholesterol wordt opgenomen, wordt ook overtollig cholesterol uit het lichaam verwijderd. Het gevolg is een verlaging van het bloedcholesterol gehalte en met name van het slechte LDL.
De plantensterolen zelf worden niet opgenomen en worden via de ontlasting uitgescheiden. Wanneer de inname van de plantensterolen stopt, wordt de blokkade opgeheven en hersteld de oude situatie zich weer.
Verschillende nieuwe margarines bevatten deze plantensterolen en lijken zinvol als je ze maar blijft nemen.
Doch er is ook een keerzijde.
Zo kort als ze op de markt zijn is nu al duidelijk dat dagelijkse inname de bloedwaarde aan beta-caroteen flink doet verminderen met alle gevolgen van dien (zie hieronder*). Verder blijven het chemisch vervaardigde producten die ook vaak een hoog gehalte aan bewerkt alfa-linoleenzuur (ALA) en bewerkt linolzuur bevatten. Mannen pas op met voeding, bijv. dieet margarine, die rijk is aan bewerkt ALA. Het lijkt de kans op prostaatkanker en de verergering daarvan te verhogen. Lijnzaad(olie), wat ook veel ALA bevat, heeft dit nadeel niet, omdat dat onbewerkt ALA is.
Het lichaam van veel mensen kan ook moeilijk linolzuur omzetten in het goede GLA. (Kijk ook bij Vetzuren). Per saldo zijn deze nieuwe margarines eigenlijk maar voor weinig mensen geschikt en omdat onbekend is wie dat zijn kun je beter deze margarines niet gebruiken. (Het scheelt u ook nog eens in de portemonnee)
Omdat in steeds meer producten, zoals melk, yoghurt tot zelfs fruitsap toe deze plantensterolen verwerkt worden wordt ook nog eens de kans steeds groter dat men te veel binnen krijgt, wat zeker slecht is voor de gezondheid.
Onderzoek laat zien dat plantensterolen ook zouden kunnen leiden tot een duidelijk hogere bloeddruk.
Consumptie van natuurlijke plantensterolen verlagen bij mannen weliswaar het
LDL-cholesterol, maar daarmee niet hun risico op hart- en vaatziekten. Dit blijkt uit een studie onder 35.597 Nederlandse mannen en vrouwen die vanaf 1993 ruim 12 jaar werden gevolgd. In deze periode werden 3047 eerste cardiovasculaire incidenten gemeld. Na correctie voor energie bleek inname van
fytosterolen geen verband te houden met
hart- en vaataandoeningen, coronaire hartziekten of
myocardinfarct – vrijwel alle hazardratio's waren niet significant
(Eur J Prev
Cardiol. 2014; epub).
Wel bleek, zoals ook uit de literatuur bekend is, inname van fytosterolen significant verband te houden met
verlaagd LDL-cholesterol (-0,07
mmol/l per 50 mg/dag; p = 0,007) en totaal cholesterol (-0,06 mg/dag; p = 0,038). De effecten traden in het onderhavige onderzoek overigens
alleen op bij mannen.
De gemiddelde consumptie van fytosterolen in de onderzoeksgroep was 296 mg/dag (tussen 83 en 966 mg/dag), inname van ongeveer 2 g/dag doet het LDL-cholesterol met zo'n 10% dalen en theoretisch het cardiovasculair risico met 9%. Op grond van statinetrials verwachtten de onderzoekers een CV-risicoverlaging rond de 2%.
*Accumulatie
van fytosterolen in de voeding. Evaluatie van de schadelijke effecten na de
inname van hoge doseringen fytosterolen
Amsterdam JGC van, Opperhuizen A, Jansen EHJM
30 p in English, 2005
RIVM
rapport 340240001
Rapport in het kort
Op de markt verschijnen steeds meer producten, die verrijkt zijn met
plantensterolen (fytosterolen). De gecombineerde consumptie van dergelijke
producten kan leiden tot overdosering, zodat er mogelijk aanvullende
maatregelen nodig zijn om overdosering te voorkomen.Fytosterol-verrijkte
voeding verlaagt het plasma LDL-cholesterol. Een dagelijkse inname van 1-3 g
plantensterolen verlaagt de LDL-cholesterolconcentratie met 5-15%; een
hogere inname geeft geen extra effect. Door hun slechte absorptie geven
fytosterolen geen systemische toxiciteit. Fytosterolen verlagen echter wel
de absorptie van beta-carotenoiden, die van belang zijn voor de aanmaak van
vitamine A. De consumptie van (margarine verrijkt met) 3 g fytosterol per
dag gedurende een jaar leidt tot een 33% afname van de beta-caroteenspiegel,
die echter (alleen) zorgelijk is bij risicogroepen met een hoge vitamine A
behoefte, zoals zwangeren, moeders die borstvoeding geven en jonge kinderen.
Er is overigens geen indicatie voor fytosterolgebruik door deze groepen,
maar het gebruik kan niet worden uitgesloten.De beschikbare data over
schadelijke effecten bieden geen basis voor het stellen van een maximaal
toelaatbare dagelijkse dosis voor fytosterolen. Evenals de Gezondheidsraad
en SCF, wordt thans aanbevolen om niet meer (meer dan 3 g per dag) van deze
plantensterolen in te nemen, omdat a. hogere doseringen niet effectiever
zijn, en b. langetermijnstudies ontbreken. Op termijn zijn
beleidsmaatregelen nodig ter voorkoming van overdosering in gebruikers- en
risicogroepen
Eerder onderzoek zegt:
Antioxidant caroteen verlaagt risico op sterfte ouderen
Ouderen
met hoge bloedconcentraties van het antioxidant caroteen hebben een lager
risico op sterfte aan hart- en vaatziekten en kanker. Hoge bloedgehaltes van
vitamine E, een andere antioxidant, leiden waarschijnlijk niet tot een
lager sterfterisico. Deze conclusies trekken onderzoekers van Wageningen
Universiteit en het RIVM op basis van een studie onder ruim 1000 Europese
oudere mannen en vrouwen. (Okt.
2005)
RIVM
- Bilthoven - Nederland