Home / Nutriënten / ...
Zweren in spijsverteringssysteem
Aminozuren helpen organen en systemen:
Voedingsbronnen van veel aminozuren zijn o.a.:
Vis, zeewier, spirulina, eieren, melk, kaas, noten en zaden, bonen, granen en allerlei soorten vlees.
Opmerkingen:
Eiwitten
zijn eigenlijk een keten van verschillende blokjes: de aminozuren. In het maag-darmkanaal worden de eiwitten uit de voeding gesplitst in aminozuren om zo door het lichaam opgenomen te worden.
In de natuur zijn ongeveer 500 verschillende aminozuren bekend doch slechts twintig daarvan komen in
het menselijke lichaam voor.
De meeste aminozuren kunnen door het lichaam zelf gemaakt worden doch bepaalde zijn essentieel, die kan het lichaam niet zelf aanmaken.
Fenylalanine, Isoleucine, Leucine, Lysine, Methionine, Threonine, Tryptofaan, en Valine zijn essentiële aminozuren.
De niet essentiële aminozuren zijn: Alanine, Arginine, Asparagine, Asparaginezuur, Cysteïne, Glutamine, Glutaminezuur, Glycine, Histidine, Proline, Serine en Tyrosine.
Voor kinderen zijn Cysteïne (ook voor zieke mensen) en Tyrosine ook essentieel.
Voor zieke mensen kunnen Arginine en Histidine ook wel essentieel zijn.
Taurine wordt vaak een aminozuur genoemd en als zodanig ingedeeld, maar is in strikte zin geen aminozuur.
Eiwitten zorgen voor meer insuline in het bloed en daardoor lagere bloedsuikerwaarden.
Er zijn twee zwavelhoudende aminozuren te weten methionine en cysteïne.
Uit een studie blijkt dat voeding rijk aan eiwitten goed voor hart- en bloedvaten is, vergelijkbaar met het stoppen met roken of meer bewegen. Zeven verschillende aminozuren (de bouwstenen van eiwitten) werden bekeken: arginine, cysteïne, glutaminezuur, glycine, histidine, leucine en tyrosine. Voeding rijk aan deze zeven aminozuren, in het bijzonder die van plantaardige oorsprong, bleken een duidelijk lagere bloeddruk te geven vergelijkbaar met veel bewegen. Glutaminezuur, leucine en tyrosine worden vooral gevonden in dierlijke voeding en bleken te zorgen soepelere bloedvaten, vergelijkbaar met het stoppen met roken.
De term BCAA (Branch Chain Amino Acid) staat voor de aminozuren Leucine, Isoleucine en Valine met allemaal een vertakking in de restgroep. Door deze bijzondere ruimtelijke structuur vervullen deze drie aminozuren een heel eigen rol in de stofwisseling. Zo hoeven BCAA’s, in tegenstelling tot de andere aminozuren, niet eerst in de lever bewerkt te worden, maar komen ze direct in de bloedbaan. Meer info over BCAA's en over Leucine door Natura Foundation.
Weinig eiwitten in de voeding zorgt voor minder insuline in het bloed. Volgens onderzoek kan de inname van alleen de BCAA's zorgen voor weer voldoende insuline in het bloed.
Onderzoek laat zien dat bij mensen met weinig of geen bruin vet de inname van veel BCAA's de kans op overgewicht en diabetes doet verhogen.
Verschillende studies hebben al laten zien dat het eten van eiwitten kan zorgen voor betere bloedsuikerwaarden. In een studie in het laboratorium en met muizen blijkt nu dat het enzym AMPK hier een belangrijke rol in vervult. AMPK wordt geactiveerd in cellen door energietekort of door inspanningen. Eiwitten en dan vooral alanine blijken AMPK in de levercellen, de lever is het belangrijkste orgaan in het glucosemetabolisme, te activeren en wel zodanig dat de lever meer glucose opneemt en minder glucose aan de bloedbaan afgeeft. AMPK zorgt voor een duidelijk ander proces want anders wordt meer insuline geproduceerd om de hoeveelheid glucose in de bloedbaan te verminderen.
X Bijen pollen bevatten alle 8 essentiële aminozuren.
X Bij iedere maaltijd 10 gram essentiële aminozuren zorgt voor duidelijk minder buikvet.
X Weiproteïnes bevatten, afhankelijk van hun samenstelling, veel verschillende eiwitten en BCAA's voor de aanmaak van aminozuren.
Algemene opmerking:
URL van deze pagina:
(25-10-2019)