Home / Nieuws / ...

Goed sperma door gezonde Hollandse voeding
Een oer-Hollands dieet zorgt ervoor dat het aantal zaadcellen in het sperma tweemaal zo hoog is als bij mannen die een ander voedingspatroon volgen. Vrouwen verhogen hun vruchtbaarheid met het mediterrane dieet. Dit staat in het proefschrift van Marijana Vujkovic van het Erasmus MC.
Vujkovic onderzocht de relatie tussen voedingspatronen en vruchtbaarheid en zwangerschapsuitkomsten. Zij onderzocht stellen met een verminderde vruchtbaarheid, die zich aanmeldden bij de ivf-kliniek van het Erasmus MC. 
Haar bevindingen toonden aan dat het volgen van het traditionele Hollandse dieet, bestaande uit aardappelen, vlees, groenten, fruit en volkoren granen, gunstig was voor het sperma. Het aantal zaadcellen in dat sperma was met 62 miljoen cellen per millimeter bijna twee keer zo hoog als bij mannen met een ander voedingspatroon (37 miljoen cellen per millimeter). 
Dit enorme verschil kan volgens haar worden verklaard door de ruime consumptie van foliumzuurrijke aardappels en vlees als natuurlijk bron van zinkelementen, die de biologische beschikbaarheid van foliumzuur beïnvloeden. Het was al bekend dat zink een essentiële cofactor is voor bepaalde enzymen die betrokken zijn in het proces van spermatogenese en dat een tekort leidt tot oligospermie. Recente studies legden een verband tussen een foliumzuurdeficiëntie en sperma-aneuploïdie, sperma-DNA-schade en een lage telling van zaadcellen in sperma. 
Vrouwen kunnen zich beter houden aan het mediterrane dieet met plantaardige olie, groente, vis, peulvruchten en weinig snacks. Dit dieet zorgde voor een 40 procent verhoogde kans op zwangerschap.
Bovendien zorgden beide diëten voor 70 procent minder risico op aangeboren afwijkingen. Dit verklaarde Vujkovic door de aanwezigheid van bepaalde mineralen en vitamines die een positieve invloed op de hormoonhuishouding zouden hebben. 
Vujkovic wil met haar onderzoek pleiten voor betere voorlichting over het verband tussen voedingspatronen en vruchtbaarheid. ‘Het is belangrijk dat deze resultaten goed bekend raken bij aanstaande ouders, zodat zij een eigen bijdrage kunnen leveren aan hun individuele gezondheid en die van hun kinderen.’  (Oktober 2010)