Home / ...

 

Kanker

 

Meer dan honderd verschillende aandoeningen worden gedefinieerd als kanker. Deze aandoeningen krijgen hun naam door het orgaan of systeem dat is aangetast (bijvoorbeeld longkanker, darmkanker, melanoom). Alle soorten kanker worden gekenmerkt door een ongecontroleerde celdeling. Normale cellen delen zich alleen als dat nodig is, bijvoorbeeld om nieuw weefsel te maken in een groeiend kind of om cellen die ziek zijn geworden of afgestorven zijn te vervangen.  Kankercellen kunnen als ze niet gestopt worden schade toebrengen aan organen of systemen, of deze uithongeren. Kankercellen verspreiden zich soms ook in het lichaam, zodat er zich kankercellen vormen in andere organen of systemen dan waarin de kanker zich eerst ontwikkelde. Dit proces wordt uitzaaiing genoemd en is verantwoordelijk voor de meerderheid van de sterfgevallen door kanker.

In tegenstelling tot wat veel mensen, waaronder ook deskundigen denken is het risico op kanker slechts voor een zeer klein deel genetisch bepaald.

De meeste kankersoorten doen er doorgaans vele jaren over om zich te ontwikkelen en er is slechts een primaire oorzaak, zuurstof tekort in de cel en verschillende secundaire oorzaken.

Wanneer de diagnose voor kanker wordt gesteld is daarom de ziekte meestal al jarenlang actief; hoe vroeger de diagnose wordt gesteld, hoe beter de overlevingskansen zijn.

 

De primaire oorzaak 

Al bijna 100 jaar wordt door veel onderzoeken, beginnend met onderzoek door Nobelprijswinnaar Otto Warburg, aangetoond dat een chronisch zuurstoftekort in een lichaamscel een kettingreactie start waarbij een proces van stofwisseling ontstaat dat glycolyse heet. Jarenlang is weinig met deze bevindingen gedaan doch de laatste tien jaar zien meer en meer wetenschappers* het belang hiervan in. Hier nog een studie die een verklaring laat zien van het zgn. Warburg effect.

In gezonde lichaamscellen halen de cellen zuurstof de cellen binnen via de celmembranen, die voor het grootste gedeelte bestaan uit onbewerkte essentiële vetzuren als linolzuur en alfa-linoleenzuur.

In de mitchondria, de energiecentrale's van de cel verloopt dan het stofwisselingsproces volgens de zgn citroenzuurcyclus, waarbij zuurstof nodig is voor de verbranding van voedingsstoffen.

Heeft een cel te weinig zuurstof voor dit proces dan stapt de cel over op een eenvoudig proces van glycolyse waarbij zonder zuurstof (anaeroob) suikers omgezet worden naar energie met als bijproduct veel lactaat (de zuurrest van melkzuur). Er ontstaan defecten aan het DNA of epigenetische veranderingen van de cel en de gezonde cel is dan verandert in een kankercel. Kankercellen hebben door de glycolyse ook een (te) lage zuurgraad. Volgens studie zijn het vooral de DNA veranderingen in de stamcellen die samen met de secundaire oorzaken (hieronder) het begin van kanker bepalen. Volgens onderzoek van de KU Leuven blijkt dat suikers nu de woekering van kankercellen stimuleert, ander onderzoeken ¹ ² laten zien dat ook door het vele lactaat de groei en uitzaaiingen van kankercellen doet bevorderen.

 

Door de weinig zuurstof ontstaat angiogenese, wat de vorming van nieuwe bloedvaten bevordert en de tumorgroei kan beginnen. Een vermindering van de opname van zuurstof in de cel met 1/3 is al voldoende om de cel over te laten stappen op anaerobe glycolyse. Onderzoek laat zien dat het enzym PFKFB4 de glycolyse stimuleert.  Blijvend te weinig zuurstof zorgt volgens onderzoeken ¹  ² ³ ook nog eens voor een verhoogde kans op uitzaaiingen.

 

Secundaire oorzaken

Behalve ouder worden, waardoor al makkelijker een fout gebeurt bij de celdeling, zijn een teveel aan straling (zonlicht, röntgen, etc.), teveel aan gifstoffen in de lucht, voedsel of water (lood, kwik, pesticiden, ozon, plastics, etc.), teveel aan allerlei chemische stoffen waaronder steroïden, teveel aan inname van koolhydraten, teveel aan inname van bewerkte vetzuren, transvetten en voeding met een lage zuurgraad en

een te lage inname van onbewerkte essentiële vetzuren als linolzuur en alfa-linoleenzuur zijn de secundaire oorzaken die naar de primaire oorzaak van kanker, het zuurstoftekort leiden. Zuurstoftekort kan volgens onderzoek ook ontstaan bij slaapapneu en daarom is behandeling van deze aandoening zeer wenselijk.

In een aantal gevallen kan een bacteriële of virale infectie de secundaire oorzaak zijn. Volgens een studie is dit aantal gevallen zeer beperkt. 

Zo zorgt hoge inname van koolhydraten voor (te) veel glucose in de cellen hetgeen kan leiden dat de cel start met het proces van glycolyse. Onbewerkt linolzuur en alfa-linoleenzuur zijn vetzuren die zuurstof aantrekken en in de celmembranen zorgen voor een goede hoeveelheid zuurstof in de cel. Het lichaam kan deze vetzuren niet aanmaken en dus moet de voeding rijk zijn aan deze belangrijke vetzuren. Bewerkte of reeds geoxideerde vetzuren stoten zuurstof af en kunnen de plaats van onbewerkte vetzuren in de membranen innemen met als gevolg dat de hoeveelheid zuurstof in de cel afneemt.

 

Voorkomen

Het is echter nog beter om te voorkomen dat kanker zich ontwikkelt.

Probeer alle slechte milieuomstandigheden te vermijden, al zal dat in deze maatschappij niet zo makkelijk zijn. 

Wat u eet heeft ook een enorme invloed op het risico op kanker. Het eten van gezonde dingen vermindert de kans op kanker. Het eten van ongezonde dingen verhoogt die kans. Met name suiker (en geraffineerd zetmeel) is een groot gevaar. Het is bekend dat kankercellen anders functioneren dan normale cellen en bijna alleen suiker gebruiken om hun groei en uitbreiding mogelijk te maken. Door het gebruik van suiker en geraffineerd zetmeel drastisch te verminderen, kunt u de hoeveelheid energie voor kankercellen beperken en zo hun groei remmen. Om kanker te voorkomen is uw dieet dus van wezenlijk belang. U moet proberen giftig voedsel dat het risico op kanker verhoogt te vermijden. Ook dient u veel voedsel te eten dat uw lichaam voorziet van goede vetten, waaronder de onbewerkte essentiële vetzuren als linolzuur en alfa-linoleenzuur, gezonde eiwitten, vitaminen, mineralen en bioactieve stoffen die uw lichaam nodig heeft om vrije radicalen en kankercellen te neutraliseren. Een voeding die zorgt voor een meer basisch milieu in het lichaam lijkt zeer belangrijk te zijn. Dat kan met een dieet dat rijk is aan o.m. verse groenten, fruit, vis, noten en onbewerkte essentiële vetzuren. Naast het versterken van uw lichaam met gezonde voeding kunt u ook een aantal keuzes in uw levensstijl maken die het risico op kanker verminderen.

Meer bewegen en minder suiker in de voeding blijkt zeer belangrijk tegen en bij kanker, laat een studie nog eens zien. Meer bewegen zorgt dat het lichaam beter en meer melkzuur kan omzetten in energie, waardoor de hoeveelheid melkzuur daalt. Minder suiker in de voeding zorgt voor minder glycolyse en daardoor minder melkzuur als bijproduct.

 

 

* kijk bij o.m. bronnen o.a. Brian Peskin hier en hier.

 


(08-02-2021)

                                                                    Printen