De
vitamine D status (of voorraad) wordt bepaald door het analyseren van de
waarden
van calcidiol (25(OH)vitamineD3) in het bloed.
Er
zijn verschillende beperkingen waardoor
het niet te voorspellen is wat die bloedwaarden zullen zijn.
Meten
is daarom de enige manier om vast te stellen of iemand de juiste waarden heeft.
(In patiënten met ernstig nierfalen is
dit echter geen goede maat aangezien de voorraad wel toereikend kan zijn maar de
activatie in de nier niet optreedt.)
Zo
zijn er in bijzondere
gevallen lichamelijke beperkingen:
-
Bepaalde
problemen in het maagdarmkanaal waardoor minder vitamine D wordt
geabsorbeerd. (Alhoewel het gebruik van probiotica met de melkzuurbacterie Lactobacillus
reuteri volgens onderzoek
bloedwaarden vitamine D duidelijk doen verhogen.)
-
Bepaalde
problemen met de lever kunnen lage bloedwaarden vitamine D geven.
-
Bepaalde
problemen met de nieren kunnen lage bloedwaarden vitamine D geven.
-
Vooral
lage
bloedwaarden magnesium, en in mindere mate zink en vitamine K(2), verhinderen goede bloedwaarden vitamine D.
-
Zeer
zelden een aangeboren afwijking waardoor iemand een lage bloedwaarde
vitamine D heeft.
-
Bij
het ouder worden kan minder vitamine D door het lichaam geabsorbeerd worden.
-
Tijdens
de zwangerschap en het borstvoeden heeft niet alleen de moeder doch ook de
baby vitamine D nodig waardoor bloedwaarden van de moeder te laag kunnen
worden.
Een
veranderde levensstijl van de laatste vijftig jaren geeft ook zijn beperkingen:
-
We verblijven veel minder buitenshuis, en
dat vanaf jonge leeftijd.
-
Als
we dan al buiten komen gebruiken we bedekkende kleding of zonnecrèmes, die
in theorie de aanmaak van
vitamine D tegengaan. Alhoewel verschillende van die crèmes weinig bescherming bieden,
vaak
gevaarlijke stoffen bevatten en/of al na korte tijd uitgewerkt zijn betekent dit
in de praktijk dat er toch aanmaak van vitamine D is, zie meer bij zonnen.
-
Op
plaatsen met veel verontreinigde lucht worden meer UV-stralen hierdoor
geabsorbeerd en bereiken niet uw lichaam.
-
Voeding
geeft al niet veel vitamine D en de veranderde voedingsgewoontes leveren nog
maar nauwelijks vitamine D. (Een voorbeeld:
levertraan, rijk aan vitamine D werd vroeger van het najaar tot het voorjaar
dagelijks ingenomen)
-
Het
drinken van veel alcohol verstoort het vitamine D metabolisme met als gevolg
tekorten.
-
Overgewicht
zorgt voor lagere bloedwaarden vitamine D. Vitamine D wordt opgeslagen in
vet en bij overgewicht is direct minder voorhanden.
-
Steeds
meer gebruik van bepaalde medicijnen (zoals statines, corticosteroïden e.a.) doen de bloedwaarden vitamine D
duidelijk tot fors verlagen.
-
Onderzoek
laat zien dat ook blootstelling aan hormoonverstorende chemicaliën zoals
bisphenol-A en ftalaten, producten die in allerlei huishoudmiddelen,
verzorgings- en verpakkingsproducten te vinden zijn, zorgen voor een lagere
bloedwaarden vitamine D.
Door
deze veranderde levensstijl alleen al is het niet vreemd dat steeds meer onderzoeken aantonen dat het merendeel van de
mensen te lage bloedwaarden vitamine D hebben.
Bloedwaarden
25(OH)D: In Nederland gebruikt men doorgaans de grootheid nmol/l, in België en
veel andere landen ng/ml waarbij 1 ng/ml = 2,5 nmol/l.
ng/ml |
Bloedwaarden |
nmol/l |
< 15 |
Flink tekort |
< 37 |
15 - 32 |
Matig tekort |
37 - 80 |
32 -40 |
Optimaal |
80 - 100 |
50-100 |
Hoog |
125-250 |
> 150 |
mogelijk giftig |
> 375 |
Let
op: Wat voor blanke mensen een matig tekort is kan voor mensen met een zwarte
huidskleur wel eens voldoende zijn. Zie hier
een van de onderzoeken hiernaar.
Hoe
bereiken we goede bloedwaarden vitamine D (> 32 ng/ml = 80 nmol/l en beter
nog 40 ng/ml = 100 nmol/l)?
De
makkelijkste manier is door iedere dag enige tijd in de zon te zijn (Zomers,
een kwartier rond het middaguur in de zon kan al zorgen voor 250 mcg vitamine D
in het lichaam, doch let op en kijk zeker bij zonnen)
en/of de inname van
supplementen vitamine D.
In
tegenstelling wat de overheid als advies geeft over de dagelijkse
hoeveelheid vitamine D blijkt uit verschillende onderzoeken de laatste jaren dat
de volgende hoeveelheden minimaal nodig zijn voor blanke mensen om goede bloedwaarden te handhaven:
Dagelijkse |
hoeveelheid |
baby's: |
10 mcg*/dag |
peuters: |
20 mcg*/dag |
kleuters: |
25 mcg*/dag |
tieners: |
50 mcg*/dag |
volwassenen: |
60 mcg*/dag |
zwangeren: |
100 mcg*/dag |
*Behalve
in mcg (microgram dat ook aangeduid wordt als µg) wordt het
vitamine D-gehalte ook nog wel opgegeven in (oude) Internationale Eenheden
(IE of IU)
(bijv.
1
mcg = 40 IU, 10 mcg = 400 IU, 25 mcg = 1.000 IU, 60 mcg = 2.400 IU en 250 mcg = 10.000
IU)
Let
op: Het beste tijdstip van inname van supplementen vitamine D is
tijdens de hoofdmaaltijd van de dag. Volgens onderzoek
worden daardoor ruim 50% hogere bloedwaarden bereikt. Peuters
tot volwassenen
kunnen zonder problemen desgewenst de juiste hoeveelheid niet per dag maar 1x
per week (Bijv. 4-500 mcg) innemen.
Tieners
en volwassenen die starten met een flink tekort nemen 8 weken lang een keer 1.250 mcg
(bijv. 5 capsules van 250 mcg) per week,
daarna 8 weken lang een keer 750 mcg per week en daarna de dagelijkse
dosering van bijv. 60 mcg of 1x per week 4-500 mcg. Verschillende aandoeningen
zorgen volgens diverse onderzoeken voor lage bloedwaarden en dan zijn deze hoge
doseringen nodig om tot goede bloedwaarden te komen. Hier
een voorbeeld van zo'n onderzoek met mensen met taaislijmziekte.
Volgens onderzoek
werken hogere doseringen duidelijk beter dan lagere dagelijkse doseringen.
Let
op:
-
Deze
hoeveelheden zijn voor "gezonde", blanke mensen, doch mensen met
overgewicht en chronische
ziektes zullen duidelijk meer nodig hebben en dat zijn toch wat andere waarden als nu (nog)
geadviseerd worden door de Gezondheidsraad (zie hieronder).
-
Gedurende
de maanden juni tot september kan bij voldoende verblijf in de zon deze extra
inname achterwege blijven.
-
Het beste tijdstip van inname van supplementen vitamine D is
tijdens de hoofdmaaltijd van de dag.
-
Lage
bloedwaarden magnesium verhinderen goede bloedwaarden vitamine D.
-
Hoge
inname van calcium (wat volgens diverse onderzoeken al niet goed blijkt te
zijn, wel goed is doorgaans 500-700 mg/dag uit de voeding, voor volwassenen)
in combinatie met extra vitamine D3 kan aanleiding geven tot de vorming van
nierstenen.
-
Zij
met hypercalcemie kunnen volgens onderzoek
ook zonder problemen extra vitamine D innemen, doch dienen iedere 3 maanden
hun bloedwaarden wel te laten controleren.
-
Bij
inname van zeer hoge doseringen dient men op gezette tijden ook bloedwaarden calcium te laten
meten omdat die in zeer uitzonderlijke gevallen tot ongewenste piekwaarden kunnen
oplopen.
-
Volgens
studie
onder ruim 20.000 mensen kunnen
hoge doseringen vitamine D veilig genomen worden.
-
Een
onderzoek
laat zien dat bij postmenopauzale vrouwen bloedwaarden van minimaal 40 ng/ml
belangrijk zijn tegen botontkalking.
-
Vitamine
D3 heeft de voorkeur in geval van suppletie omdat het wellicht tot tien keer
effectiever is dan vitamine D2.
-
Uit een Amerikaanse studie
uit 2015 blijkt dat de in Amerika aanbevolen dagelijkse hoeveelheden
vitamine D verkeerd berekend zijn. In Amerika wordt 15 mcg vitamine D per dag aanbevolen (vergelijkbaar met de Europese aanbevelingen) ervan uitgaande dat
daardoor bijna iedereen bloedwaarden vitamine D van minimaal 20 ng/ml krijgt. Doch de berekeningen die daaraan ten grondslag liggen blijken niet juist te zijn en daardoor zijn die aanbevolen hoeveelheden wel een factor 10 te laag. Om die minimale bloedwaarden te krijgen blijkt uit deze studie zou geen 15 maar wel 175 mcg
vitamine D per dag nodig zijn. !!!!
In
September 2012 heeft de Nederlandse Gezondheidsraad het advies van 2008 aangepast:
Geen extra vitamine D wordt nu geadviseerd voor: *
vrouwen tot 50 jaar en mannen tot 70 jaar met een lichte
huid en met voldoende zonlichtblootstelling.
Dagelijks 20 microgram vitamine D extra wordt geadviseerd aan:
*
vrouwen en mannen vanaf 70 jaar In
alle andere gevallen is het advies 10 microgram per dag. Het
advies van de Nederlandse Gezondheidsraad voor bloedwaarden vitamine D zijn voor iedereen min.
12 mg/ml (30nmol/l)
en vanaf 70 jaar 20 ng/ml (50 nmol/l)
In
België worden sinds 2012 door de laboratoria de volgende limieten in
bloedwaarden geadviseerd: een onderlimiet van 30 ng/ml (75nmol/l)
en een bovenlimiet van 100 ng/ml (250
nmol/l)
In
Juli 2012 heeft de Europese voedselautoriteit (EFSA) na onderzoek de veilige
inname hoeveelheden verhoogd:
Een dagelijkse dosis van 250
microgram vitamine D per dag is niet schadelijk voor volwassenen.
Met het meenemen van eventuele onzekerheden in de onderzoeken
komt de
voedselautoriteit op een maximale dagelijkse inname vitamine D van 100
microgram.
Jongeren tussen de 11-17
adviseert EFSA dezelfde UL (100 microgram) voor vitamine D als volwassen. Omdat
deze groep nog volop in de groei is, verwacht de Europese voedselautoriteit hier
geen problemen mee.
Jonge kinderen krijgen een lagere inname-advies: 50
microgram per dag.
In
September 2008 heeft de Nederlandse Gezondheidsraad het advies van 2000 aangevuld:
Dagelijks 10 microgram vitamine D extra wordt
geadviseerd door:
* kinderen tot vier jaar*;
* mensen van 4 tot 50 (vrouwen) of 70 (mannen) jaar die een donkere huidskleur hebben of onvoldoende buitenkomen;
* vrouwen tot 50 jaar die een sluier dragen;
* vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven;
* vrouwen vanaf 50 en mannen vanaf 70 jaar die een lichte huidskleur hebben en voldoende buitenkomen.
*geldt niet voor kinderen die dagelijks meer dan een halve liter zuigelingenvoeding of opvolgmelk krijgen.
Dagelijks 20 microgram vitamine D extra wordt geadviseerd aan:
* mensen die osteoporose hebben;
* mensen die in een verzorgings- of verpleeghuis wonen;
* vrouwen vanaf 50 en mannen vanaf 70 jaar die een donkere huidskleur of die onvoldoende buitenkomen;
* vrouwen vanaf 50 jaar die een sluier dragen.
Nederlandse
Gezondheidsraad
Voedingsnormen 2000
Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden
|
1-3 jaar
|
4-8 jaar
|
9-13 jaar
|
14-18 jaar
|
19-50 jaar
|
51-70 jaar
|
> 70 jaar
|
Zwanger
|
Borst- voedend
|
Vitamine D mcg/dag
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Man
|
5
|
2,5
|
2,5
|
2,5
|
2,5
|
5-10 1)
|
12,5-15 2)
|
|
|
Vrouw
|
5
|
2,5
|
2,5
|
2,5
|
2,5
|
5-10 1)
|
12,5-15 2)
|
7,5
|
7,5
|
1)
Voor de groep 51-60 jr geldt een adequate inneming van 5 mcg/dag; voor de groep
61-70 jr geldt 7,5 mcg/dag bij een gebruikelijke zonlichtblootselling (ca. 15
minuten per dag) en 10 mcg/dag bij afwezigheid van zonlichtblootstelling.
2)
Voor de groep >70 jr geldt een adequate inneming van 12,5 mcg/dag bij een
gebruikelijke zonlichtblootselling en 15 mcg/dag bij afwezigheid van
zonlichtblootstelling.
Printen
|