Vrouwen na pre-eclampsie langer in de gaten
houden
Het is nuttig vrouwen die pre-eclampsie (‘zwangerschapsvergiftiging’) gehad hebben regelmatig te onderzoeken op risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals een hoge bloeddruk, een afwijkend cholesterolgehalte of overgewicht. Vrouwen met een verleden van pre-eclampsie hebben namelijk verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Dat concludeert arts-onderzoeker Bas van Rijn naar aanleiding van zijn promotieonderzoek dat hij uitvoerde aan het UMC Utrecht.
Van Rijn volgde 243 vrouwen met pre-eclampsie vanaf zes maanden tot enkele jaren na de bevalling. Hij vergeleek hun risicoprofiel met 374 gezonde vrouwen van dezelfde leeftijd. Vrouwen met vroege pre-eclampsie, voor zwangerschapsweek 34, blijken vaker belast te zijn met één of meer risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Overigens is de eerste jaren na de bevalling de kans op een hartinfarct of beroerte voor deze vrouwen niet ernstig verhoogd, berekende Van Rijn. Wel is bekend dat vrouwen met pre-eclampsie op latere leeftijd een acht keer grotere kans hebben op sterfte door hart- en vaatziekten.
“De uitkomst van ons onderzoek rechtvaardigt de periodieke bepaling van risicofactoren voor hart- en vaatziekten”, stelt Van Rijn. “Het loont om deze vrouwen in de gaten te houden, want veel van deze risicofactoren zijn behandelbaar door een
gezonde levensstijl of met bloeddrukverlagende middelen of
cholesterolverlagers.”
Ook analyseerde Van Rijn de uitkomst van een volgende zwangerschap bij 120 vrouwen bij wie in de eerste zwangerschap vroege pre-eclampsie was opgetreden. Hoewel 30 vrouwen (25%) opnieuw pre-eclampsie kregen, trad dit meestal pas op in de uitgerekende periode, waardoor moeder en kind er in de meeste gevallen geen schade van ondervonden. Hiermee is voor het eerst is in een relatief grote groep uitgezocht hoe het vrouwen met een verleden van vroege pre-eclampsie vergaat in de volgende zwangerschap.
“Bij vrouwen met een verleden van vroege pre-eclampsie maken gynaecologen zich vooral zorgen om de volgende zwangerschap, maar die verloopt over het algemeen goed”, stelt Van Rijn. “We kunnen ons beter richten op cardiovasculaire risicofactoren. Van de vrouwen met vroege pre-eclampsie in ons onderzoek heeft de helft één of meer van deze risicofactoren, terwijl de gemiddelde leeftijd slechts dertig jaar is.”
Vroege pre-eclampsie komt voor bij 1 op de 500 zwangeren. Vrouwen hebben last van hoge bloeddruk en eiwitverlies in de urine. Het is een van de gevaarlijkste complicaties van de zwangerschap. De aandoening kan voor moeder en kind levensbedreigende gevolgen hebben, zoals vroeggeboorte, eclampsie, leverstoornissen en het HELLP-syndroom.
Bas van Rijn promoveerde op 10 juli aan de Universiteit Utrecht.
Bron: UMCU (Juli
2008)
Reacties: