Association between physical activity and conversion from mild cognitive impairment to dementia
Yeo Jin Kim, Kyung-Do Han, Min Seok Baek, Hanna Cho, Eun Joo Lee & Chul Hyoung Lyoo 
Alzheimer's Research & Therapy volume 12, Article number: 136 (2020) Abstract
Background
Physical activity has been suggested to prevent the conversion of mild cognitive impairment (MCI) to dementia in patients. We investigated the association between the continuance and regularity of physical activity and the risk of developing dementia in patients with MCI.
Methods
We analyzed 6-year followed up data for 247,149 individuals in the National Health Insurance Service (NHIS) cohort of Korea who were enrolled between January 1, 2009, and December 31, 2015. The patients were divided into four groups: those who did not engage in physical activity consistently (Never-PA group), those who initiated physical activity (Initiation-PA group), those who ceased physical activity (Withdrawal-PA group), and those who performed physical activity consistently (Maintenance-PA group). We also divided the patients into two groups: those who engaged in physical activity irregularly (Irregular-PA) and those who undertook physical activity regularly (Regular-PA).
Results
When the risk for the Never-PA group was set as the benchmark (ref = 1), the Maintenance-PA group had the lowest incidence of dementia of the Alzheimer type (DAT) compared to the other groups (HR = 0.82, 95% CI 0.79–0.86). The DAT risk of the Initiation-PA group (HR = 0.89, 95% CI 0.85–0.93) was lower than the Never-PA group. In addition, compared to the Irregular-PA group, the Regular-PA group had a 15% reduced risk for developing DAT.
Conclusions
Although no causal inference could be made, continued regular physical activity in patients with MCI is associated with a protective effect against developing DAT. Moreover, ceasing physical activity could halt this protective effect.

De door de computer vertaalde Engelse tekst (let op: gelet op de vaak technische inhoud van een artikel kunnen bij het vertalen wellicht vreemde en soms niet helemaal juiste woorden en/of zinnen gevormd worden)

Verband tussen fysieke activiteit en conversie van milde cognitieve stoornissen naar dementie Yeo Jin Kim, Kyung-Do Han, Min Seok Baek, Hanna Cho, Eun Joo Lee & Chul Hyoung Lyoo Alzheimer's Research & Therapy deel 12, Artikelnummer: 136 (2020) Abstract Achtergrond Lichamelijke activiteit is gesuggereerd om de omzetting van milde cognitieve stoornissen (MCI) in dementie bij patiënten te voorkomen. We onderzochten het verband tussen de continuïteit en regelmaat van fysieke activiteit en het risico op het ontwikkelen van dementie bij patiënten met MCI. Methoden We analyseerden 6-jarige follow-up gegevens voor 247.149 individuen in het National Health Insurance Service (NHIS) -cohort van Korea die waren ingeschreven tussen 1 januari 2009 en 31 december 2015. De patiënten werden verdeeld in vier groepen: degenen die dat niet deden zich consequent bezighouden met fysieke activiteit (Never-PA-groep), degenen die met fysieke activiteit zijn begonnen (Initiation-PA-groep), degenen die zijn gestopt met fysieke activiteit (Withdrawal-PA-groep) en degenen die consequent fysieke activiteit hebben uitgevoerd (Maintenance-PA-groep). We verdeelden de patiënten ook in twee groepen: degenen die onregelmatig lichamelijk actief waren (Irregulier-PA) en degenen die regelmatig lichamelijk actief waren (Normaal-PA). Resultaten Toen het risico voor de Never-PA-groep als maatstaf werd bepaald (ref = 1), had de Maintenance-PA-groep de laagste incidentie van dementie van het Alzheimertype (DAT) in vergelijking met de andere groepen (HR = 0,82, 95%). CI 0,79-0,86). Het DAT-risico van de Initiation-PA-groep (HR = 0,89, 95% BI 0,85-0,93) was lager dan die van de Never-PA-groep. Bovendien had de Regular-PA-groep, in vergelijking met de irreguliere PA-groep, een 15% verminderd risico op het ontwikkelen van DAT. Conclusies Hoewel er geen oorzakelijk verband kon worden gelegd, wordt aanhoudende regelmatige fysieke activiteit bij patiënten met MCI geassocieerd met een beschermend effect tegen het ontwikkelen van DAT. Bovendien zou het staken van lichamelijke activiteit dit beschermende effect kunnen stoppen.