Home / Nieuws / ...

 

Voldoende eiwitten voor senioren*
Frailty zegt iets over de ernst en de snelheid van het verouderingsproces binnen een individu en is naast leeftijd dus ook geassocieerd met verouderingsziekten en functioneel verlies. Het gaat om verlies in vele systemen van het lichaam tegelijk en om zowel fysieke als sociale en psychologische achteruitgang. Uit een Amerikaanse studie onder 440 vrouwelijke vijfenzestigplussers blijkt weer dat het eten van voldoende eiwitten (dagelijks meer dan 1 gram eiwitten per kg lichaamsgewicht) de kans op frailty duidelijk doet verminderen.
De studie. (September 2019)


Adequate protein intake associates with lower risk of frailty
Adequate intake of protein is associated with a reduced risk of frailty and prefrailty in older women, according to a new study from the University of Eastern Finland and Kuopio University Hospital. Adequate protein intake was defined as at least 1.1 g per kg of body weight. The findings were published in European Journal of Nutrition. 
Frailty is a multidimensional condition common in older adults, and those affected are at an elevated risk of dependence and mobility loss, fall, fracture, multimorbidity and mortality. Evidence shows a strong link between frailty and malnutrition, and protein may be the most important nutrient at play, mostly through its effect on muscle health. The Nordic Nutrition Recommendations (2012) suggest protein intake of 1.1-1.3 g per kg of body weight as adequate for preserving physical capacity in older adults. However, there is a paucity of data regarding the association of protein intake with frailty. The newly published study examined associations between protein intake and protein sources with frailty status in older women.
Participants were 440 women aged 65─72 years enrolled in the Osteoporosis Risk Factor and Prevention–Fracture Prevention Study. Their protein intake in g per kg of body weight was calculated using a three-day food record at baseline in 2003─2004. At the three-year follow-up in 2006─2007, frailty phenotype was defined as the presence of three or more, and prefrailty as the presence of one or two of the Fried criteria: low grip strength, low walking speed, low physical activity, exhaustion (defined using a low life satisfaction score), and weight loss of more than five percent.
The study shows that getting the recommended amount of dietary protein was associated with a lower risk of frailty and prefrailty in older women. Moreover, the consumption of animal protein was associated with a lower likelihood of frailty. The recommended protein intake (1.1-1.3 g per kg of body weight) for an older person weighing 70 kg corresponds to a minimum intake of 77 g of protein. To illustrate, the protein content of a chicken breast per portion is 25 g, one boiled egg 6 g, and two slices of whole grain bread 6 g.
"The public health recommendation is to eat an optimal diet with an adequate intake of protein. Adequate protein intake is important for muscle health and, according to the new results, may also prevent frailty. However, further research is still required in this area," Senior Lecturer Arja Erkkilä from the University of Eastern Finland concludes.


De door de computer vertaalde Engelse tekst (let op: gelet op de vaak technische inhoud van een artikel kunnen bij het vertalen wellicht vreemde en soms niet helemaal juiste woorden en/of zinnen gevormd worden)

 

Adequate eiwitinname associeert met lager risico op kwetsbaarheid
Adequate inname van eiwitten wordt geassocieerd met een verminderd risico op kwetsbaarheid en prefraïteit bij oudere vrouwen, volgens een nieuwe studie van de Universiteit van Oost-Finland en het Kuopio Universitair Ziekenhuis. Adequate eiwitinname werd gedefinieerd als ten minste 1,1 g per kg lichaamsgewicht. De bevindingen werden gepubliceerd in European Journal of Nutrition.
Kwetsbaarheid is een multidimensionale aandoening die vaak voorkomt bij oudere volwassenen en de getroffenen lopen een verhoogd risico op afhankelijkheid en mobiliteitsverlies, val, fracturen, multimorbiditeit en mortaliteit. Er zijn aanwijzingen dat er een sterk verband bestaat tussen kwetsbaarheid en ondervoeding, en eiwit kan de belangrijkste voedingsstof zijn die wordt gespeeld, meestal door het effect op de spiergezondheid. De Nordic Nutrition Recommendations (2012) suggereren dat de eiwitinname van 1,1-1,3 g per kg lichaamsgewicht voldoende is om de fysieke capaciteit bij oudere volwassenen te behouden. Er is echter een gebrek aan gegevens over de associatie van eiwitinname met kwetsbaarheid. De nieuw gepubliceerde studie onderzocht associaties tussen eiwitinname en eiwitbronnen met kwetsbaarheid bij oudere vrouwen.
Deelnemers waren 440 vrouwen in de leeftijd van 65 - 72 jaar die deelnamen aan de studie Osteoporose risicofactor en preventie - fractuurpreventie. Hun eiwitinname in g per kg lichaamsgewicht werd berekend aan de hand van een driedaags voedingsrecord bij aanvang van de periode 2003-2004. Bij de driejaarlijkse follow-up in 2006 - 2007 werd fragiliteitsfenotype gedefinieerd als de aanwezigheid van drie of meer, en prefrailty als de aanwezigheid van een of twee van de Fried-criteria: lage grijpkracht, lage loopsnelheid, lage fysieke activiteit , uitputting (gedefinieerd met behulp van een lage score voor tevredenheid van het leven) en gewichtsverlies van meer dan vijf procent.
De studie toont aan dat het verkrijgen van de aanbevolen hoeveelheid dieetproteïne werd geassocieerd met een lager risico op kwetsbaarheid en prefrailiteit bij oudere vrouwen. Bovendien werd de consumptie van dierlijke eiwitten geassocieerd met een lagere kans op kwetsbaarheid. De aanbevolen eiwitinname (1,1-1,3 g per kg lichaamsgewicht) voor een oudere persoon die 70 kg weegt, komt overeen met een minimale inname van 77 g eiwit. Ter illustratie: het eiwitgehalte van een kipfilet per portie is 25 g, een gekookt ei 6 g en twee sneetjes volkorenbrood 6 g.
"De aanbeveling voor de volksgezondheid is om een optimaal dieet te eten met een voldoende inname van eiwitten. Adequate eiwitinname is belangrijk voor de gezondheid van spieren en kan volgens de nieuwe resultaten ook kwetsbaarheid voorkomen. Er is echter nog verder onderzoek op dit gebied nodig, "Senior docent Arja Erkkilä van de Universiteit van Oost-Finland concludeert.