Zoutgehalte in diverse levensmiddelen nog steeds te hoog
Het gemiddelde zoutgehalte in voorverpakt brood, soep, kaas, kant- en klaarmaaltijden, sauzen, chips & zoutjes, koek & banket, vleeswaren en (diepvries) snacks is in 2010 niet significant veranderd ten opzichte van 2009. Ook bestaan de in 2009 geconstateerde grote verschillen in zoutgehaltes binnen dezelfde productsoorten nog steeds. Onderzoek van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) wijst dit uit.
Inzet industrie in 2010 niet significant zichtbaar
De nVWA heeft de bemonsterde producten vergeleken met de monitoring die zij in 2009 heeft uitgevoerd op 984 producten uit diverse productgroepen (in totaal tien). Uit de analyses bleek destijds al dat er grote verschillen zijn in zoutgehaltes van producten binnen dezelfde productsoort. Deze verschillen bestaan nog steeds. Daarnaast is het gemiddelde zoutgehalte niet significant veranderd ten opzichte van 2009.
In Nederland heeft de levensmiddelenindustrie het initiatief genomen om het zoutgehalte in bewerkte levensmiddelen geleidelijk te verlagen. De branchevereniging Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) had zich ten doel gesteld om voor begin 2010 een gemiddelde vermindering van het zoutgehalte van 12% te behalen in bewerkte voedingsmiddelen. Medio 2010 berichtte de FNLI dat gemiddeld een 10% reductie is bereikt ten opzichte van de Nevotabel (Nederlandse Voedingsmiddelen) uit 2006. De FNLI streeft ernaar om de hoeveelheid toegevoegd
natriumchloride (zout) te verminderen tot uiteindelijk een gemiddelde reductie van 20 tot 30% is bereikt ten opzichte van 2006.
Verschillen in zoutgehaltes binnen dezelfde productsoorten
Er kunnen diverse redenen zijn waarom het ene product van dezelfde productsoort een hoger zoutgehalte heeft dan de andere. De onderzoeksdata lijken wél aan te geven dat het mogelijk is het zoutgehalte van producten te verlagen.
Werkwijze onderzoek
De nVWA heeft van juni tot en met november 2010 in totaal 968 producten bemonsterd om te kunnen vergelijken met de bemonsterde producten uit 2009. Het gaat om producten uit de productgroepen voorverpakt brood, soep, kaas, kant- en klaarmaaltijden, sauzen, chips & zoutjes, koek & banket, vleeswaren en (diepvries) snacks. De nVWA heeft monsters genomen van zowel A-, C- als huismerken.
In een aantal productgroepen bleek het assortiment sterk veranderd. Het ging dan om wijzigingen in etiket (huismerk), verpakking, producent of aanduiding. Wanneer een product niet meer in de handel was werd indien mogelijk een ander basisproduct bemonsterd.
In het laboratorium werd het gehalte aan chloride in het monster bepaald. Daarna werd het gehalte aan keukenzout berekend. Uit de resultaten is gebleken dat het zoutgehalte in de bemonsterde producten in 2010 niet significant is gedaald ten opzichte van de producten uit 2009.
Risico’s te hoge zoutinname
Een van de aandachtspunten in de nota ‘Gezonde Voeding’ van het ministerie van VWS is reductie van zout in levensmiddelen. Een te hoge zoutinname vergroot namelijk het risico op het ontstaan van verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten.
In Nederland is de gemiddelde zoutinname van volwassenen ongeveer 9 gram per dag. Dit is 1,5 keer de hoeveelheid die de Gezondheidsraad als maximum adviseert (6 gram per dag). Volgens de Voedingsnota van VWS blijkt uit cijfers dat naar schatting meer dan 70% van de dagelijkse hoeveelheid zout die consumenten innemen afkomstig is van verwerkte producten.
Rol nVWA
De nVWA monitort veranderingen in de samenstelling van producten om te kijken of producten gezonder worden. Zij doet dit in het kader van het staatstoezicht op de volksgezondheid. Hierbij richt de nVWA zich met name op de prioriteiten van het gezondheidsbeleid.
Het
rapport.
Nieuwsbericht nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (Maart 2011)
Reacties: