Home / Nieuws / ...

 

Dagelijks limonade maakt kleuters dik
Kinderen van 5 jaar die dagelijks 1 of meer glazen gezoete fris- of fruitdrank krijgen, hebben vaker ernstig overgewicht (boven het 95e percentiel) dan vergelijkbare kinderen die dergelijke drankjes minder vaak krijgen. Naarmate kinderen in hun kleutertijd meer gezoete dranken krijgen, komen ze meer aan.
Dit schrijven Mark DeBoer en collega’s in Pediatrics (2013; epub). ‘Kinderartsen en ouders zouden de consumptie van gezoete drankjes moeten ontmoedigen teneinde mogelijk ongezonde gewichtstoename in jonge kinderen te helpen vermijden’, is hun conclusie.
In een representatieve steekproef van 9600 in 2001 geboren kinderen bekeken de onderzoekers in 3 rondes de samenhang tussen het gebruik van suikerhoudende dranken (van Coke en Gatorade tot gezoete vruchtensapjes) en de queteletindex van de kinderen. In de steekproef had 17% van de kinderen op 4- en 5-jarige leeftijd overgewicht, en was rond 16% obees. Ongeveer 11% kreeg volgens opgaaf van de moeder elke dag ten minste een glas (0,25 l) met suiker gezoete drank.
Omdat limonadeconsumptie bij kleuters volgens de onderzoekers ook samenhangt met opleiding en queteletindex van de moeder, geslacht, etnische afkomst, televisiegedrag en melkconsumptie, corrigeerden zij voor deze factoren (behalve melkconsumptie). De oddsratio voor overgewicht van 4-jarigen met dagelijkse limonadeconsumptie bedroeg 1,12 (95%-BI: 0,94-1,33) vergeleken met minder drinkende peuters; de oddsratio voor obesitas was 1,17 (0,94-1,46). Op 5-jarige leeftijd was de oddsratio voor overgewicht 1,12 (0,92-1,37) en voor obesitas 1,43 (1,10-1,85).
In een longitudinale analyse bleek dat de queteletindex bij de 2-jarigen die gezoete drankjes kregen, op 4-jarige leeftijd ruwweg 0,2 standaardafwijking meer was toegenomen dan bij de andere kinderen; tussen het 4e en 5e levensjaar nam de discrepantie niet verder toe.
Eerder onderzoek onder kleuters kwam tot tegenstrijdige bevindingen over het verband tussen suikerhoudende dranken en gewichtstoename, maar recente studies onder adolescenten wijzen, aldus de onderzoekers, in eenzelfde richting.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:C1874 
(September 2013)

 


Printen

 

 

Reacties: