Foliumzuur tegen aangeboren hartafwijkingen en taalachterstand*
Uit twee studies blijkt dat het belangrijk is voor vrouwen die zwanger willen worden om al
vóór de conceptie tot een paar maanden tijdens de zwangerschap voldoende foliumzuur te nemen. Uit de Nederlandse studie blijkt dat
voldoende foliumzuur tijdens die periode de kans op hartafwijkingen bij de baby met minimaal 20% verlaagt. Uit een Noorse studie onder een kleine veertigduizend kinderen blijkt dat geen of te weinig foliumzuur tijdens die periode een duidelijk hogere kans geeft op een flinke taalachterstand van de nakomelingen op de leeftijd van 3 jaar.
Extra foliumzuur rond de conceptie vermindert kans op aangeboren hartafwijkingen
Ingrid van Beynum, die promoveerde aan het UMC St Radboud, heeft aanwijzingen gevonden dat extra inname van foliumzuur de kans op sommige aangeboren hartafwijkingen kan verminderen.
Sinds 1993 is bekend dat extra inname van foliumzuur rondom de conceptie de kans op een kind met een open ruggetje verlaagt. Ingrid van Beynum: “De afgelopen jaren heb ik onderzoek gedaan naar foliumzuur en aangeboren hartafwijkingen. Hartafwijkingen zijn de meest voorkomende aangeboren aandoeningen bij baby’s. Ik heb de Nederlandse EUROCAT-database geanalyseerd waarin alle aangeboren afwijkingen in Noord-Nederland worden geregistreerd. Daarin vonden we dat gebruik van extra foliumzuur rondom de conceptie het risico op aangeboren hartafwijkingen met twintig procent verlaagt. Voor sommige hartafwijkingen, zoals gaatjes in het tussenschot van het hart, was de risicovermindering het sterkst.”
Aanmoediging
Van Beynum bestudeerde ook genetische varianten - zogenoemde single nucleotide polymorfismen (SNP’s) - in de foliumzuur en homocysteine stofwisseling. Daarbij onderzocht ze onder andere het verband tussen deze SNP’s en aangeboren hartafwijkingen. Van Beynum: “Het polymorfisme van het MTHFR-gen dat een lager niveau van het foliumzuur veroorzaakt, geeft een verhoogde kans op een aangeboren hartafwijking. Bij moeders met deze genetische variant die geen foliumzuur hadden gebruikt, is de kans op aangeboren hartafwijkingen bij het kind nog hoger.”
Mede gezien het relatief hoge aantal aangeboren hartafwijkingen is het gevonden preventieve effect van foliumzuur een extra aanmoediging voor vrouwen met een kinderwens om extra foliumzuur te gebruiken.
Bron: UMC St Radboud
Folic Acid in Early Pregnancy Associated With Reduced Risk of Severe Language Delay in Children
Use of folic acid supplements by women in Norway in the period 4 weeks before to 8 weeks after conception was associated with a reduced risk of the child having severe language delay at age 3 years, according to a study in JAMA.
"Randomized controlled trials and other studies have demonstrated that periconceptional [the period from before conception to early pregnancy] folic acid supplements reduce the risk of neural tube defects. To our knowledge, none of the trials have followed up their sample to investigate whether these supplements have effects on neurodevelopment that are only manifest after birth," the authors write.
Christine Roth, M.Sc., Clin.Psy.D., of the Norwegian Institute of Public Health, Oslo, and colleagues conducted a study to investigate whether maternal use of folic acid supplements was associated with a reduced risk of severe language delay among offspring at age 3 years. "Unlike the United States, Norway does not fortify foods with folic acid, increasing the contrast in relative folate status between women who do and do not take folic acid supplements," the researchers write. Pregnant women were recruited for the study beginning in 1999, and data were included on children born before 2008 whose mothers returned the 3-year follow-up questionnaire by June 16, 2010. Maternal use of folic acid supplements within the interval from 4 weeks before to 8 weeks after conception was the exposure. The primary outcome measured for the study was children's language competency at age 3 years as gauged by maternal report on a 6-point ordinal language grammar scale. Children with minimal expressive language (only 1-word or unintelligible utterances) were rated as having severe language delay.
The main analysis for the study included 38,954 children (19,956 boys and 18,998 girls). Of these children, 204 (0.5 percent) were rated as having severe language delay (159 [0.8 percent] boys and 45 [0.2 percent) girls). Children whose mothers took no dietary supplements in the specified exposure interval were the reference group (n = 9,052 [24.0 percent], with severe language delay in 81 children [0.9 percent]). Data for 3 patterns of exposure to maternal dietary supplements were: other supplements, but no folic acid (n = 2,480 [6.6 percent], with severe language delay in 22 children [0.9 percent]); folic acid only (n = 7,127 [18.9 percent], with severe language delay in 28 children [0.4 percent]); and folic acid in combination with other supplements (n = 19,005 [50.5 percent], with severe language delay in 73 children [0.4 percent]).
The researchers write that maternal use of supplements containing folic acid within the period from 4 weeks before to 8 weeks after conception was associated with a substantially reduced risk of severe language delay in children at age 3 years. "We found no association, however, between maternal use of folic acid supplements and significant delay in gross motor skills at age 3 years. The specificity provides some reassurance that there is not confounding by an unmeasured factor. Such a factor might be expected to relate to both language and motor delay."
The authors add that to their knowledge, no previous prospective observational study has examined the relation of prenatal folic acid supplements to severe language delay in children.
"If in future research this relationship were shown to be causal, it would have important implications for understanding the biological processes underlying disrupted neurodevelopment, for the prevention of neurodevelopmental disorders, and for policies of folic acid supplementation for women of reproductive
age." (November 2011)
Reacties: