Farmaceutische industrie zoekt nieuwe marketingwegen
De farmaceutische industrie zoekt nieuwe wegen om ‘in de palm van de hand van de dokter terecht te komen’. Dat vertelt Freda Lewis Hall, de ‘chief medical officer’ van Pfizer, in
The New York Times.
Een groot deel van de artsen heeft al een smartphone, een kleiner deel een tablet als de iPad. Medische apps zijn daardoor een groeimarkt. Alle farmaceuten werken samen met
Epocrates. Die firma, als een van de eersten ooit begonnen als evidencebased informatieplatform, maakt verschillende apps voor allerlei platforms. De gratis versie wordt volgens de opgaaf van de firma door 45% van de artsen in de VS gebruikt: vooral om interacties tussen medicijnen te checken.
In totaal zouden er 1,5 miljoen gebruikers zijn. Al die gebruikers moeten wel door gratis ‘Doc Alerts’ ploegen. Juist in dat product zit het venijn. Bij registratie vullen gebruikers allerlei persoonlijke informatie in en Epocrates, maar ook derden zoals de farmaceutische industrie, kan gepersonifieerde alerts sturen naar gebruikers. Dat doen ze ook met zeer grote regelmaat. Zelfs al klik je de alerts weg, je wordt als arts toch beïnvloedt. Reclame werkt immers.
Op hun website beveelt Epocrates Doc Alerts aan als een succesvol product om gericht reclame te maken en als mogelijkheid om virtueel artsenbezoekers te sturen. Dat is vooral handig voor artsen die geen artsenbezoekers willen zien. Inmiddels haalt Epocrates 70% van haar inkomsten uit samenwerking met de farmaceutische industrie. Het is een winstgevend bedrijf: volgens het beursverslag behaalde het 29 miljoen winst in het eerste kwartaal van dit jaar. De samenwerking is niet alleen financieel: Peter Brandt, een vroegere topman van Pfizer, zit sinds februari 2011 in de raad van bestuur en de CEO Rose Crane is afkomstig van Johnson & Johnson, de grootste leverancier van vrij verkrijgbare geneesmiddelen.
Het Deventer Ziekenhuis geeft specialisten allemaal een iPad. Hopelijk staat Epocrates daar niet op.
Gratis evidencebased apps? Kijk voor het downloaden toch even naar de kleine lettertjes.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:C1032 (Augustus 2011)
Reacties:
