Home / Nieuws / ...

 

Experts willen strengere normen voor gewasbeschermingsmiddelen op groenten en fruit

Het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wil dat de Europese maximaal toelaatbare hoeveelheden bestrijdingsmiddelen (mrl's) omlaag moeten. Aanleiding zijn recente gegevens over het voedingspatroon van jonge kinderen. Daaruit blijkt dat de inname van gewasbeschermingsmiddelen over het algemeen hoger ligt dan tot nu toe werd aangenomen. Nieuw is ook dat gekeken wordt naar rauwe én bereide producten (appelsap van appels en brood van graan). Voorheen werd alleen gerekend met de gegevens van het niet-bereide product.
Revisie van de Nederlandse dieetrisicobeoordelingsmodellen voor gewasbeschermingsmiddelauthorisatiedoeleinden
Rapport in het kort 
Het RIVM heeft de modellen gereviseerd waarmee eventuele risico's voor consumenten worden berekend van restanten van gewasbeschermingsmiddelen die maximaal op voeding worden toegestaan; de reële hoeveelheden zijn doorgaans lager. Aanleiding voor de revisie waren recentere gegevens over het voedingspatroon van jonge kinderen. Om een risico te schatten wordt de geconsumeerde hoeveelheid van een product gecombineerd met de concentratie van het gewasbeschermingsmiddel in of op het product. Hierna wordt deze inname vergeleken met een toxicologische grenswaarde. Deze risicoschatting is een standaard onderdeel van de procedure waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten, het gewasbeschermingsmiddelautorisatieproces.
Met de gereviseerde rekenmodellen bleken de schattingen van de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen die Nederlanders via voeding in theorie binnen zouden kunnen krijgen over het algemeen hoger te zijn dan voorheen. Hierdoor kan het mogelijk zijn dat Europese normen voor maximaal toelaatbare hoeveelheden gewasbeschermingmiddelen (MRLs) naar beneden moeten worden bijgesteld. Dit moet nader worden uitgezocht, door de Nederlandse gegevens op te nemen in het Europese EFSA-rekenmodel waarmee Europese risicoschattingen worden gemaakt (PRIMO). Hiervoor zijn inmiddels de eerste stappen gezet.
De gereviseerde rekenmodellen bevatten nu consumptiegegevens van drie doelgroepen: baby's/peuters, jonge kinderen en de bevolking in zijn geheel. Voorheen waren er geen gegevens voor de eerste doelgroep. Daarnaast bevatten de rekenmodellen voor het eerst consumptiegegevens van zowel rauwe producten als van de producten die daarvan worden gemaakt (zoals appelsap van appels en brood van graan). Tot nu toe werd alleen gerekend met de gegevens van het rauwe product.
Het rapport. (November 2010)
 

 

Printen

Reageer hier op dit artikel  Mail dit bericht naar een kennis

 

Reacties: