Biologisch voer beďnvloedt genexpressie in kip
Kippen die biologisch geteeld voer krijgen, hebben een andere genexpressie in hun dunne darm dan kippen die gangbaar geteeld voer krijgen. De biokippen hebben een hogere expressie van genen die betrokken zijn bij de aanmaak van cholesterol, maar hebben geen verhoogd cholesterolgehalte in het bloed. Deze verrassende conclusie trokken Wageningse dieronderzoekers vorige maand in het British Journal of
Nutrition.
‘Onze verwachting was dat er weinig verschil in genexpressie zou zijn tussen de twee kippengroepen, omdat het voer dezelfde ingrediënten bevatte en alleen verschilde in teeltwijze’, zegt onderzoeker Astrid de Greeff van het Centraal Veterinair Instituut in Lelystad. ‘Maar blijkbaar leidt die andere teeltwijze tot significante verschillen in expressieniveau. Tot onze stomme verbazing bleken 49 genen verschillend.’ Ze deed het onderzoek in opdracht van het Louis Bolk Instituut in Driebergen, als onderdeel van een groot onderzoek naar mogelijke gezondheidseffecten van voer van verschillende teeltwijzen.
De Greeff en haar collega’s vergeleken genexpressie van kippen die twee generaties lang biologisch geteeld voer hadden gekregen met de genexpressie van kippen die gangbaar geteeld voer kregen. Ze isoleerden RNA uit de dunne darm van de kippen. De hoeveelheid RNA is een maat voor de expressie van een bepaald gen. Het RNA van de kippen die biologische geteeld voer kregen, werd gelabeld met een groene kleur, het RNA van gangbare kippen kreeg een rood label. Beide gelabelde RNA’s werden samen op een micro-array gebracht waarop vrijwel alle genen van de kip vertegenwoordigd zijn, en vervolgens onderling vergeleken. De Greeff vergeleek steeds koppels van vijf biologisch gevoerde kippen met vijf conventioneel gevoerde kippen en kwam tot de conclusie dat er significante verschillen in expressie waren.
Een verschil in expressie van 49 genen op een totaal van twintigduizend kippengenen lijkt subtiel, zegt De Greeff. Maar als je bedenkt dat alleen de teeltwijze van het voer verschilt, is het toch een groot verschil. Bovendien zijn maar liefst zeven van de 49 genen betrokken bij de cholesterol biosynthese, terwijl in totaal maar zo’n dertig genen bij dit proces zijn betrokken
Wat er biologisch gebeurt wanneer deze genen hoger tot expressie komen is nog onduidelijk. ‘Cholesterol is een bouwstof voor veel stoffen, zoals hormonen. Wat er in deze kippen met de cholesterol gebeurt, weten we nog niet.’
Wageningen Universiteit (April 2010)