Resistente bacteriën in de bodem
De afgelopen 60 jaar zijn bodembacteriën in Nederland geleidelijk meer resistent tegen antibiotica geworden. Ondanks strengere regelgeving over antibioticagebruik in de geneeskunde en in de landbouw en een betere zuivering van rioolwater zet deze trend zich door. Die conclusie trekken Nederlandse en Britse onderzoekers van de universiteiten van Newcastle en Wageningen in Environmental Science and Technology (2010;44:580-7).
De wetenschappers, onder leiding van Charles Knapp, analyseerden Nederlandse bodemmonsters van 5 eerdere langetermijnexperimenten die samen de periode tussen 1940 en 2008 bestrijken. Knapp en collega’s extraheerden DNA uit de monsters en kwantificeerden met realtime-qPCR 18 antibioticaresistentiegenen (ARG’s) voor 4 verschillende klassen antibiotica (bèta-lactamasen, tetracyclinen, macroliden en aminoglycosiden). Op basis van deze genen is het mogelijk veranderingen in resistentie te bepalen. Ook gingen zij de hoeveelheid bacterieel 16S-rRNA na, om het totale aantal bacteriën in de monsters te meten.
78% van de geteste ARG’s vertoonde een toenemende trend sinds 1940. Deze trend ging op voor alle antibioticaklassen, in het bijzonder voor tetracyclinen waarvan sommige ARG’s in 2008 15 keer meer voorkomen dan in de jaren zeventig. Volgens de onderzoekers betekent de stijging in het aantal ARG’s een verhoogd risico voor mensen op het tegenkomen van resistente bacteriën in de natuur. Dit kan volgens hen grote consequenties hebben voor de volksgezondheid. Ondanks verschillende maatregelen neemt het aantal resistente bacteriën nog steeds toe. Losse maatregelen zijn echter niet succesvol, menen de auteurs. Zij roepen op tot een breed pakket van maatregelen dat gelijktijdig alle oorzaken van de stijging aanpakt, zeker gezien de huidige massaproductie van antibiotica. (Maart 2010)
Red.: Hoe een verkeerd en veelvuldig gebruik van medicijnen bij mensen en dieren leidt tot zeer ongewenste resultaten.