Slechts weinig mensen hebben baat bij cholesterolverlagers
Het aantal Belgen dat cholesterolverlagers gebruikt is evenals het aantal Nederlanders in de afgelopen jaren spectaculair toegenomen. In 2008 gebruikten ruim 1,4 miljoen Nederlanders een cholesterolverlager, en ook het aantal Belgen bereikte de miljoen. Maar hebben al die patiënten baat bij de inname van cholesterolverlagers? Nee, zeggen huisartsen Dirk Devroey en Jan Vandevoorde van de Vrije Universiteit Brussel. Slechts
1 op de 20 patiënten heeft er voordeel van door het voorkomen van hart- en vaatziekte (Cent Eur J Public Health., 2009;17:133-8).
Het probleem ligt volgens beide artsen vooral in de opsporing van patiënten die voordeel kunnen hebben van cholesterolverlagers. Vroeger werd hiervoor het Amerikaanse Framingham-model gebruikt en vanaf 2003 het Europese SCORE-model. Maar de overeenstemming tussen beide modellen is erg laag. Daarom ontwikkelden zij binnen de vakgroep Huisartsengeneeskunde een eenvoudige test om patiënten die in aanmerking komen voor behandeling op te sporen op basis van 5 onafhankelijke risicofactoren: mannelijk geslacht,
hoge bloeddruk, hoog
cholesterol, roken en diabetes. Patiënten met diabetes en familiair voorkomen van hart- en vaatziekten komen sowieso in aanmerking voor cholesterolverlagers. Maar ook patiënten met 3 van de 4 andere risicofactoren − mannelijk geslacht, hoge bloeddruk (≥ 140/90 mmHg), hoog cholesterol (≥ 50 mmol/l) en roken − komen in aanmerking. Patiënten die op deze manier geselecteerd worden, stemmen beter overeen met het Framingham-model en het SCORE-model dan deze modellen onderling. De kans is daardoor groter dat de juiste patiënten geïdentificeerd worden. Bovendien is het model gemakkelijker te gebruiken, omdat er geen ingewikkelde berekening aan te pas komt zoals wel het geval is bij het Europese en Amerikaanse model.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:C461 (Februari 2010)
