Groeiend bewijs tegen uitstel introductie vast voedsel
De aanbeveling om de introductie van koemelk en vast voedsel uit te stellen bij zuigelingen met een belaste familieanamnese voor allergieën en atopie wordt weersproken door een groeiend aantal observationele onderzoeken. De jongste bijdrage in het debat komt van een Finse onderzoeksgroep onder leiding van Bright Nwaru. In Pediatrics
(2010;125:47-56)
publiceren zij een analyse van gegevens uit een prospectief cohortonderzoek onder een kleine 1000 Finse zuigelingen. Een latere introductie van vast voedsel bleek samen te hangen met een verhoogd risico op sensibilisatie voor voedsel- en inhalatieallergenen op vijfjarige leeftijd.
Eerder wierp het Nederlandse KOALA-onderzoek al twijfels op over het uitstel van introductie van potentiële allergenen.
Uitstel van de introductie van koemelk en vaste voeding verhoogde in dit geboortecohort van 2500 kinderen het risico op respectievelijk eczeem en atopie op tweejarige leeftijd (Pediatrics.
2008;122:e115-22).
Het Finse onderzoek bevestigt deze ongunstige uitwerking bij iets oudere kinderen. Het gaat om een subgroep uit een groter cohort kinderen met HLA-genen die predisponeren voor diabetes type 1. Gedetailleerde voedingsdata waren beschikbaar. Vooral late introductie van ei, haver en tarwe bleek samen te hangen met het ontstaan van voedingsallergieën. Late introductie van aardappels en vis hing samen met het ontstaan van overgevoeligheid voor inhalatieallergenen. Opmerkelijk was overigens de timing van bijvoorbeeld de introductie van aardappels in dit Finse cohort. Het risico op allergieën bleek al te stijgen bij een introductie na vier maanden. In Nederland geldt zes maanden informeel als ondergrens voor de introductie van voeding met aardappels.
Het ontstaan van allergieën werd door Nwaru et al. alleen vastgesteld aan de hand van specifiek IgE in het serum. Dus niet, zoals in het Nederlandse onderzoek, ook aan de hand van klinische eindpunten zoals eczeem en piepende ademhaling.
Net als de Nederlandse auteurs doen de Finse auteurs hun best om verstoring van de resultaten door ‘reverse causation’ buiten de deur te houden. Het is immers denkbaar dat ouders die zelf last hebben van allergieën of bij hun kinderen tekenen daarvan zien – zoals eczeem of piepen – de introductie van koemelk en vaste voeding uitstellen. In zowel het Finse als het Nederlandse onderzoek wordt er alles aan gedaan om oorzaak en gevolg zorgvuldig uit elkaar te houden. De Finnen deden dat door de kinderen van allergische ouders apart te analyseren. Met hetzelfde resultaat als in de grote groep.
De richting van het effect van late introductie van vast voedsel lijkt steeds duidelijker. De omvang ervan echter niet. Nwaru en collega’s geven niet aan hoeveel kinderen uit het cohort precies gesensibiliseerd raakten. De absolute risico’s blijven dus vooralsnog onduidelijk.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:C420 (Januari 2010)