Farmaceutische industrie palmt medische opinieleiders in
Hier een verhaal van een Nederlandse huisarts over de niet wetenschappelijk
onderbouwde koehandel tussen farmaceutische industrie en medici.
Er bestaat voor artsen geen begin van een aanleiding om LDL-cholesterolwaarden als richtsnoer te gebruiken bij het voorschrijven van statines. De interventietrials TNT en IDEAL hebben dat overduidelijk bewezen. Verhoogd LDL is weliswaar een risicofactor voor cardiovasculaire aandoeningen, maar medicamenteuze verlaging van LDL als doel op zichzelf is zinloos en geeft geen reductie van dat risico. Een sterkere daling van het LDL sorteert geen effect op harde eindpunten (zie www.geneesmiddelenbulletin.nl, zoekterm: statines, Gebu 2007; 41: 97-98).
Uit de IDEAL-studie blijkt dat een sterke verlaging van het LDL-cholesterol met 80 mg atorvastatine (Lipitor) niet beter scoort dan een aanzienlijk lagere daling met 20 mg simvastatine (Zocor), maar wel veel meer bijwerkingen geeft. Het effect van statines berust wellicht op andere werkingsmechanismen dan LDL-verlaging. Een medicus kan uit het voorgaande maar één consequentie trekken: zet alle patiënten vanaf een bepaald risico op 20 mg simvastatine en controleer daarna niet meer de cholesterolwaarden. Dat is best evidence en best practice: een minimum aan hinderlijke en schadelijke bijwerkingen en een vooralsnog optimaal effect. De besparing van 180 miljoen euro per jaar die daaruit voortvloeit, is mooi meegenomen.
LDL als richtsnoer voor farmacotherapie is een uitvinding van de farmaceutische industrie. Artsen die op grond van een verhoogd LDL hoge doseringen gepatenteerde statines voorschrijven, zijn de gedroomde kans van farmamarketing. De tienduizenden cardiologen en internisten die jaarlijks wereldwijd worden ingevlogen naar zorgvuldig geregisseerde internationale congrescircussen zijn inmiddels geïndoctrineerd.
Planmatig palmt de industrie de medische opinieleiders in. Geen richtlijncommissie is er meer van verschoond, zo heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) vastgesteld - ook de CBO-richtlijncommissie kent belangenverstrengeling. Dat betekent dat mensen een dubbele agenda hebben en een dubbele loyaliteit. Zij spreken als zij moeten zwijgen en zwijgen als zij moeten spreken.
Zo is het LDL als behandelmaat in de richtlijn gekomen en zo kon het gebeuren dat Crestor (rosuvastatine) in de CBO-richtlijn en de NHG-standaard kwam. Het middel voldoet van geen kant aan de vereisten voor een preventief geneesmiddel: geen bewezen veiligheid en werkzaamheid. De CBO-richtlijn is volgens betrokkenen tot stand gekomen door compromissen (lees koehandel) die niet stoelen op wetenschappelijk gefundeerde standpunten.
De wens tot consensus met de specialistische geneeskunde heeft het NHG na jarenlang onderhandelen, doen berusten in standpunten die niet zijn te verdedigen. Overigens staat de integriteit van het NHG daarbij recht overeind; het heeft erger weten te voorkomen.
Dat alles weerhoudt de opstellers van de CBO-conceptrichtlijn er niet van om op bladzijde 9 te stellen: ‘Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, is het raadzaam dit gedocumenteerd en beargumenteerd te doen’. Een gotspe.
Auteur: Hans van der Linde, huisarts in Capelle aan den IJssel
(Januari
2008)
Reacties: