Kalium houdt senioren langer in leven
Een hoge inname van kalium verlaagt de sterftekans bij Nederlandse ouderen.
Dat concluderen dr. Marianne Geleijnse van de afdeling Humane voeding van Wageningen Universiteit en haar collega’s na bestudering van gegevens van zo’n 2,5 duizend 55-plussers over een periode van vijf jaar.
Hun artikel verschijnt binnenkort in de European Journal of Epidemiology.
De gegevens die Geleijnse bestudeerde, hadden betrekking op voedingsgewoonten en de hoeveelheid natrium en kalium in de ochtendurine. Uit onderzoek blijkt dat een hoge inname van natrium – meestal in de vorm van keukenzout – de bloeddruk verhoogt, en dus ook de kans op hart- en vaatziekten en sterfte. Onderzoekers bepalen de sterftekans door te kijken naar hoeveel mensen overlijden binnen de periode dat ze worden gevolgd. Het effect van kalium, een element dat we vooral binnenkrijgen via plantaardige producten als fruit, aardappels, bonen en spinazie, is precies tegenovergesteld.
Het verwachte verband tussen de inname van zout en hart- en vaatziekten, en zout en sterfte vond Geleijnse echter niet. ‘Dat komt waarschijnlijk door onze onderzoeksopzet. We hebben de concentratie van kalium en zout één keer gemeten in de ochtendurine. Zo kom je te weten wat iemand de dag ervoor gegeten heeft, maar krijg je geen goede afspiegeling van de voedingsgewoonten over langere termijn. De inname van kalium hebben we daarom ook laten bepalen door een diëtist aan de hand van een voedingsvragenlijst. Voor zout werkt zo’n vragenlijst niet omdat mensen niet weten hoeveel ze thuis strooien uit het zoutvaatje.’
Een ander probleem is dat praktisch alle Nederlanders – en dus ook de Rotterdamse 55-plussers die Geleijnse bestudeerde – eigenlijk meer zout binnenkrijgen dan goed voor ze is. ‘Je hebt dus geen goed vergelijkingsmateriaal’, zegt Geleijnse. ‘Je vergelijkt de effecten van een te hoge inname met die van een nog hogere inname.’
De onderzoeker is dan ook kritisch over haar eigen publicatie. ‘Ik heb er even over gedacht om dit maar niet te publiceren. Maar als ik het niet doe, draag ik bij aan publicatiebias’, zegt ze, doelend op de vertekening die optreedt doordat onderzoekers graag publiceren over verbanden die ze hadden verwacht, en liever zwijgen over verbanden die ze juist niet hebben gevonden.
‘Nadat we dit artikel hadden ingediend zijn er enkele studies verschenen die beter in elkaar zaten’, zegt Geleijnse. ‘Die vonden wel een duidelijk verband tussen zout, hart- en vaatziekten en sterfte.’
(Oktober 2007)
Reacties: