Niet
alle dikke buiken zijn ongezond
Terwijl artsen en voorlichters
ons op het hart drukken dat bijna niets zo ongezond is als een dikke buik, zijn
duizenden dikkerds zo gezond als een vis. Een Wageningse promovendus heeft
vermoedelijk ontdekt waarom. Grote vetlagen zijn waarschijnlijk minder
gevaarlijk voor de gezondheid naarmate daarin meer gezonde vetten
zijn opgeslagen.
Grote vetreserves
verhogen de kans op hart- en vaatziekten en diabetes-2, en misschien ook de kans
op reuma en sommige vormen van kanker. Dat komt, zegt dr. Rinke Stienstra van de
afdeling Humane Voeding van Wageningen Universiteit, omdat grote vetreserves in
het lichaam een constante ontsteking veroorzaken.
Als vetlagen groeien,
lokken ze meer immuuncellen aan. Die immuuncellen geven op hun beurt weer
ontstekingseiwitten af. Die kunnen medeoorzaak zijn van dichtgeslibde bloedvaten
en diabetes.
Omdat Stienstra wilde
onderzoeken of grote vetlagen zich onder alle omstandigheden ontpoppen als
ontstekingshaarden, mestte hij muizen vet en gaf ze daarna een week het
diabetesmedicijn rosiglitazone. Rosiglitazone maakt zich in vetcellen vast aan
het eiwitje PPAR, dat normaliter reageert op gezonde onverzadigde vetzuren en
hun metabolieten. De toediening van rosiglitazone geeft dan ook een idee van wat
er gebeurt in een dikke buik die niet is opgebouwd uit de ongezonde vetten uit
bijvoorbeeld roomboter, maar uit de gezonde vetten in zonnebloemolie.
Stienstra ontdekte
dat het prikkelen van PPAR niet kon verhinderen dat er immuuncellen naar de
vetreserves verhuisden. ‘Integendeel, het aantal immuncellen nam spectaculair
toe na prikkeling van het eiwitje’, zegt begeleider dr. Sander Kersten. ‘Het
opmerkelijke was dat dit volledig op het conto kwam van immuuncellen van een
type dat waarschijnlijk geen schadelijke gezondheidseffecten heeft. Het zijn
immuuncellen die je ook vindt in spieren en niet-ontwikkelde vetweefsels in
slanke mensen.’
Die immuuncellen maken minder ontstekingseiwitten aan en meer eiwitten als Interleukine-10 en arginase-1, die de groei en ontwikkeling van weefsels bevorderen. ‘Waarschijnlijk stimuleren deze goede immuuncellen ook de groei van de vetweefsels, waardoor die beter vetzuren kunnen opslaan’, besluit Kersten. ‘Zo voorkomen ze dat vrije vetzuren door het lichaam zwerven en schade veroorzaken.’ Rinke Stienstra promoveerde op 18 juni bij prof. Michael Müller, hoogleraar Voeding, metabolisme en genomics.
(Juni 2007)