Lignanen
beschermen tegen hart- en vaatziekten
Mannen die veel van het plantenstofje
matairesinol binnenkrijgen via hun voeding hebben ongeveer twintig procent
minder kans te overlijden aan hart- en vaatziekten en kanker dan mannen die er
weinig van binnenkrijgen. Dat blijkt uit het proefschrift van ir. Ivon Milder
van Wageningen Universiteit. De belangrijkste bronnen van matairesinol zijn
thee, groente en fruit.
De
plantaardige verbindingen die Milder op onderzoeksinstituten RIKILT-Instituut
voor Voedselveiligheid, Wageningen UR en RIVM bestudeerde zijn lignanen.
‘Je vindt ze in hoge concentraties in lijnzaad en sesamzaad’, zegt Milder.
‘Maar omdat we daar niet veel van eten, zijn thee, groenten en fruit de
belangrijkste bronnen.’ Sinds enkele jaren stijgt de consumptie van lignanen,
waarschijnlijk door de groeiende populariteit van meergranenbrood waar veel
lijnzaad in zit.
Het
belangrijkste onderdeel van Milders promotieonderzoek was het bepalen van de
hoeveelheid lignanen in 110 alledaagse voedingsmiddelen. ‘De gemiddelde
Nederlander krijgt per dag nog geen milligram lignanen binnen’, zegt Milder.
‘Van de vier lignanen die ik heb bestudeerd is de inname van matairesinol het
kleinst. Als je meergranenbrood eet verandert dat beeld. Eén sneetje levert
zo’n twee milligram lignanen.’
Met
zulke gegevens kunnen epidemiologen op zoek gaan naar gezondheidseffecten van
lignanen. Milder zelf analyseerde bijvoorbeeld de gegevens over een generatie
Zutphense mannen. Ze ontdekte geen gezondheidseffecten van lignanen als geheel.
Maar toen ze keek naar matairesinol, bleek dat mannen met een hoge inname van
dit lignaan een kleinere kans hadden te overlijden aan hart- en vaatziekten en
kanker.
Wetenschappers
vermoeden dat lignanen een anti-hormonale werking hebben. In het lichaam
verhogen ze de aanmaak van het eiwit SHBG, dat geslachtshormonen als testosteron
en estradiol neutraliseert. Een hoge spiegel van die hormonen verhoogt de kans
op sommige soorten kanker. (Juni 2007)