Home / Nieuws / ...

 

Biologische producten gezonder en beter voor milieu en dierenwelzijn.*

Hieronder vindt u een studie van de Universiteit van Wageningen waaruit blijkt dat biologische teelt veel beter is voor het milieu en dierenwelzijn. Uit een Amerikaanse studie blijkt dat biologisch geteeld ook nog veel beter voor de mens is. In dit onderzoek werden kiwi’s vergeleken die zowel op de “normale” manier en biologisch verbouwd werden. De biologische kiwi’s hadden meer vitamines en mineralen en ook duidelijk meer bioactieve stoffen. Verder waren er fysiek ook ander verschillen, zoals een dikkere schil, vermoedelijk om zich beter te kennen verdedigen tegen insecten

De huisvesting van vee in de biologische sector geeft vooral bij varkens en pluimvee meer natuurlijk gedrag, vergeleken met de gangbare sector. Op milieugebied is het energieverbruik en de emissie van broeikasgassen per hectare lager bij biologische bedrijven. Dit blijkt uit twee studies van Wageningen UR, waarin op basis van literatuur is vastgesteld hoe biologische landbouw in Nederland zich onderscheidt van gangbare landbouw op het gebied van dierenwelzijn en milieu. De studies worden 4 april op het 10e Bio-congres in De Steeg gepresenteerd.

Dierenwelzijn
Uit de studies blijkt dat dierenwelzijn in de biologische veehouderij op veel punten beter is dan in de gangbare veehouderij. Huisvesting, gezondheidsmanagement, voeding en de manier van omgaan met dieren bepalen het welzijn van dieren. Met name de biologische varkenshouderij en pluimveehouderij hebben een huisvesting die sterk verschilt met de gangbare houderijen. Biologische varkens kunnen meer wroeten en exploreren. De biologische varkens kunnen hun staarten houden, want staartbijten, een indicatie voor verveling, komt minder voor. Met meer ruimte en met stro op de vloer zijn varkens minder agressief dan hun soortgenoten in kleinere, kale hokken.

Ook in de biologische pluimveehouderij vertonen kippen meer natuurlijk gedrag, zoals exploreren en scharrelen. Blootstelling aan daglicht vermindert angst bij pluimvee. In de biologische sector vertonen vleeskuikens een gevarieerder gedrag door de keuze van langzaam groeiende vleeskuikenrassen. De huisvesting van biologische melkveehouderij verschilt weinig met de gangbare. Beide systemen bieden veel ruimte voor natuurlijk gedrag. Gemiddeld wordt er in de biologische melkveehouderij meer geweid en meer gebruik gemaakt van potstallen. Beide zijn positief voor beweging en comfortabel rusten en liggen.
Op het gebied van gezondheid heeft de biologische veehouderij een aantal belangrijke pluspunten, maar worden ook negatieve aspecten gevonden. In de biologische melkveehouderij komen minder stofwisselingziekten voor, omdat veel melkveehouders het type dier selecteren dat minder hoog-productief is en past bij een lagere voederwaarde van het rantsoen. Uierontsteking bij melkkoeien komt meer voor in de biologische sector. Biologische melkveehouders mogen niet, zoals hun gangbare collega’s, met antibiotica de koeien ‘droog zetten’ om deze aandoening te voorkomen. Ingestrooide dichte vloeren in de biologische varkenshouderij zijn positief voor de pootgezondheid. Met stro op de vloer hebben de varkens ook minder huidschade door onder andere staartbijten en agressie. Omdat de zeugen vrij kunnen rondlopen, komt in de biologische varkenshouderij doodliggen van biggen meer voor. Ook blijkt aan de slachtlijn dat biologische varkens wat vaker long- en leverschade hebben door respectievelijk stof en parasieten. Daglicht in de buitenloop is positief voor de stofwisseling van varkens en pluimvee. Door de buitenloop en de strooisellaag is echter de infectiedruk hoger. Het gebruik van langzaamgroeiende vleeskuikens geeft minder gezondheidsproblemen in de biologische vleeskuikenhouderij. Ook vertonen deze dieren minder uitwendige beschadigingen.
Pijn kan worden veroorzaakt door ziekte of verwondingen, maar ook door ingrepen. De biologische regelgeving staat minder ingrepen toe dan de gangbare: het couperen van staarten en knippen van de tanden bij varkens is verboden en leghennen houden hun snavels intact. Verenpikken bij leghennen is een probleem in zowel biologische als gangbare systemen, maar met intacte snavels kan er meer schade worden aangericht. Managementfactoren, ook in de opfok, spelen een belangrijke rol en verschillen tussen bedrijven zijn groot.
De gangbare en biologische veehouderij vertonen slechts kleine verschillen in welzijnsaspecten gerelateerd aan voeding.

Milieu
Biologische landbouw scoort op veel punten beter voor het milieu dan de gangbare. Bij de prestaties per hectare is dit overtuigend. Uitgerekend per ton product scoort biologische landbouw soms beter en soms slechter dan de gangbare landbouw. Dit omdat de productie op biologische bedrijven 20 – 40 % lager is per hectare dan bij gangbare bedrijven.

Het energiegebruik en de emissie van broeikasgassen per hectare is in de biologische landbouw lager dan in de gangbare. De enige uitzondering hierop is de jaarrond gestookte glastuinbouw, die hierop bij beide typen bedrijven ongeveer gelijk scoort. Omgerekend naar ton product blijft de biologische melkveehouderij gunstiger wat betreft energieverbruik en emissie van broeikasgassen. Bij akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt is het resultaat afhankelijk van het gewas. Soms is er bij biologische producten een vergelijkbaar, soms een hoger verbruik of emissie per ton. De jaarrond gestookte biologische glastuinbouw verbruikt meer energie en stoot meer broeikasgassen uit per ton product dan de gangbare glastuinbouw.
De milieubelasting door het gebruik van bestrijdingsmiddelen is in de biologische landbouw zeer gering en veel lager dan in de gangbare landbouw. De biologische landbouw gebruikt geen synthetische bestrijdingsmiddelen en de milieubelasting door gebruikte biologische bestrijdingsmiddelen is minimaal.
De biologische landbouw heeft een lagere stikstofuitspoeling per hectare. Biologische pluimvee- en varkensbedrijven veroorzaken wel meer stikstofuitspoeling in de uitloop. De ammoniakemissie per hectare is in de biologische melkveehouderij lager dan in de gangbare.
Uit de studies blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen afzonderlijke bedrijven. Zowel voor dierenwelzijns- als voor milieuaspecten komen hoge en lage scores voor bij gangbare en biologische bedrijven. In de onderliggende rapporten staan meer geconstateerde verschillen tussen biologische en gangbare landbouw.

Organic Is Healthier: Kiwis Prove That Green Is Good

In one of the most comprehensive and definitive studies of its kind to date, a team of researchers at the University of California, Davis have proven that organically grown kiwifruit contain more health-promoting factors than those grown under conventional conditions. The research is reported in the SCI's magazine Chemistry & Industry. The debate over the relative health benefits of organic versus conventional food has raged for years, with UK environment secretary David Miliband declaring in January that buying organic is just a lifestyle choice.
The Davis scientists, led by Drs. Maria Amodio and Adel Kader, showed that organically grown kiwifruit had significantly increased levels of polyphenols, the healthy compounds found in red wine and coloured berries. They also had a higher overall antioxidant activity, as well as higher levels of ascorbic acid (vitamin C) and important minerals compared with their conventionally grown counterparts (Journal of the Science of Food and Agriculture DOI 10.1002/jsfa.2820). Their work differed to previously inconclusive studies, as they were able to compare like-for-like with kiwis grown next to each other on the same farm at the same time, in the same environmental conditions. Kader added: "[previous] studies did not include phenolic compounds in the comparison."
The two categories of kiwifruit showed other differences which Kadel believes are most likely due to the fruits having to be able to survive against pests in the absence of pesticides. For example, organic kiwis had thicker skins, which could help the fruits resist insects, and higher antioxidant activity which is thought to be a natural by-product of stress.
According to the Soil Association, organic food sales in the UK increased by 30% to £1.6bn in 2006. The world market for certified organic foods was estimated to be worth US $23-25 billion in 2003 and is growing approximately 19% every year, making these products the fastest-growing sector of the global food industry. (April 2007) 
(Opm. Niet vreemd dus dat de biologische teelt ieder jaar met 20% groeit.)

 

 

 

    Printen