In
de meeste sigaretten zitten sporen van de radioactieve stof polonium 210.
Polonium 210 is de laatste tijd in het nieuws gekomen omdat die radioactieve
stof gebruikt werd om de voormalige Russische spion Alexander Litvinenko te
vergiftigen.
De longen van rokers worden voortdurend geïnfecteerd met radioactieve deeltjes
en de stof wordt ook gemakkelijk opgenomen door het bloed. In verschillende
wetenschappelijke onderzoeken werden sporen van polonium 210 teruggevonden in
het bloed en in de urine van rokers. Dat meldt de Koninklijke Vlaamse Academie
van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB)
Als polonium 210 in het menselijk lichaam komt, door inademing of opname via de
mond, kan het enorme schade aanrichten. De radioactiviteit van polonium 210
zorgt volgens de KVAB onder andere voor genetische schade en vroegtijdige
hartziekten, leverkanker, blaaskanker en longkanker. "Wanneer polonium 210
wordt ingeademd zou één gram in theorie genoeg zijn om 50 miljoen mensen te
doden. In totaal zou 130 gram voldoende zijn om de hele wereldbevolking uit te
roeien", aldus het KVAB.
Polonium 210 wordt ook in verband gebracht met de stijging van longkanker. De
laatste 50 jaar is het aantal gevallen van longkanker vertwintigvoudigd en in
dezelfde periode verdrievoudigde het poloniumgehalte in sigaretten. De
aanwezigheid van polonium 210 in tabak is volgens de KVAB te wijten aan het
gebruik van fosfaatbemesting bij het telen van tabaksplanten.
Volgens het Amerikaanse Center of Disease Control, een van de belangrijkste
gezondheidsinstellingen in de VS, zou polonium 210 instaan voor negentig procent
van rokersgerelateerde longkanker. (Dec.
2006)