Waarom huidige vogelgriep moeilijk van mens tot mens overgaat
Twee gepubliceerde studies, één in Nature en één in Science, geven een verklaring voor het tot nog toe uitblijven van overdracht van mens tot mens van het vogelgriepvirus. Zowel Thijs Kuiken van de onderzoeksgroep van Ab Osterhaus in het Erasmus MC, als onderzoekers onder leiding van Yoshihiro Kawaoka van de universiteit van Wisconsin-Madison, vonden dat het vogelgriepvirus alleen cellen in het onderste deel van de menselijke luchtwegen kan infecteren. Daardoor is het risico dat virusdeeltjes via hoesten of niezen worden verspreid niet heel groot.
Willen griep­virussen cellen kunnen infecteren, dan moeten ze daaraan kunnen binden via receptoren op de celwand. Humane griepvirussen gebruiken daarvoor net iets andere aangrijpingspunten dan vogelgriepvirussen, respectievelijk siaalzuur gebonden aan galactose via een alfa-2,6-verbinding en via een alfa-2,3-verbinding. Kuiken en collega’s keken naar het voorkomen van deze receptoren op de celwanden van longweefsel van mensen, muizen, fretten, katten en makaken. In humaan longweefsel bond het virus vooral aan cellen in de wand van de longblaasjes, zogenoemde type-II-pneumocyten, en cellen in de bronchioli. Hoger in de luchtwegen, richting de trachea, werd veel minder binding van het virus gezien.
Verder maakte dit onderzoek duidelijk dat het virus vooral bij katten en in mindere mate bij fretten eenzelfde patroon van infectie als bij de mens geeft. Bij muizen bleek vooral sprake van geïnfecteerde cellen in de luchtpijp, waardoor dit dier minder geschikt is als proefdiermodel om vogelgriep te bestuderen, concludeert Kuiken.
De Japanse onderzoeksgroep keek eveneens naar de verdeling van de verschillende typen receptoren in de menselijke lucht­wegen. Zij vonden dat de receptor die het vogelgriepvirus nodig heeft om cellen binnen te komen, alleen voorkomt in de lagere luchtwegen. De resultaten lijken dan ook aan te geven dat vogelgriep alleen efficiënt kan vermenigvuldigen in de lagere luchtwegen, wat hoogstwaarschijnlijk de oorzaak is van de inefficiënte overdracht van mens tot mens. Pas als de griepstam verschillende mutaties heeft ondergaan zodat het virus wel aan alfa-2,6-galactose kan binden, stelt Kawaoka, kan het vogelgriepvirus leiden tot een (mense­lijke) pandemie.
( maart 2006)

    

 

  

    Printen