Vliegtuigtrombose
niet alleen door stilzitten
Langdurig
stilzitten is niet de enige risicofactor voor veneuze trombose door een
vliegreis. Ook andere omstandigheden dragen bij aan de verhoogde
stollingsactiviteit. Dat blijkt uit een cross-over studie van het AMC en het
LUMC waarbij 71 gezonde proefpersonen zowel een acht uur durende dagvlucht
maakten als een acht uur durende filmmarathon uitzaten in een bioscoop. Het
onderzoek is gepubliceerd in The Lancet.
Aan het experiment deden 56 vrouwen en 15 mannen deel. Van de vrijwilligers
had 40 procent een verhoogd risico op veneuze trombose vanwege orale
anticonceptie of omdat ze heterozygoot waren voor factor V-Leiden. Voor,
tijdens en na de vlucht en het bioscoopbezoek is bloed afgenomen en
geanalyseerd op stollingsfactoren. Hieruit bleek dat de stollingsactiviteit
tijdens een vlucht gemiddeld beduidend hoger is dan tijdens een
bioscoopbezoek. Dit effect was het sterkst bij vrijwilligers met een
verhoogd risico. De onderzoekers concluderen dan ook dat lang stilzitten
tijdens een vlucht niet de enige risicofactor is voor het ontstaan van
veneuze trombose. ‘Het is aannemelijk dat de lage zuurstofspanning en de
lage luchtdruk effect hebben op de stolling’, zegt Frits Rosendaal,
onderzoeksleider en hoogleraar klinische epidemiologie van het LUMC.
Rosendaal is expert op het gebied van hemostase en trombose. Hij erkent dat
ook andere factoren dan hypobare hypoxie het effect kunnen veroorzaken.
Stress bijvoorbeeld. De bloeddruk van de deelnemers is gedurende de
experimenten niet gemeten. ‘Dat hadden we kunnen doen’, reageert
Rosendaal. ‘Maar daar gaat het niet om. De verhoogde stollingsactiviteit
kan ook met het inademen van kerosinedampen te maken hebben of met twintig
andere factoren die ik kan bedenken. Het onderzoek maakt duidelijk dat
stilzitten op de grond niet hetzelfde is als stilzitten in een vliegtuig.
Dat is een belangrijke constatering. Overigens was de sfeer aan boord van de
gecharterde 757 heel ontspannen. Er hing een beetje een schoolreisjessfeer.
De tijdens de turbulentieloze vlucht vertoonde films waren in elk geval niet
bloedstollend.’
In een commentaar in The Lancet stelt internist Hans Stricker van het
Ospedale La Caritŕ in Locarno, Zwitserland, dat de onderzoeksresultaten van
Rosendaal c.s. ertoe zouden moeten leiden dat passagiers met een verhoogd
risico op veneuze trombose extra bescherming wordt aangeboden in de vorm van
steunkousen of een injectie met laagmoleculaire heparine. Rosendaal is het
daar absoluut niet mee eens. ‘Steunkousen helpen alleen als je ook
beweegt. Bovendien moet de druk van beneden naar boven afnemen. Dat betekent
maatwerk. Anders verhogen steunkousen juist het risico op trombose. Het
toepassen van laagmoleculair heparine schijnt al wel te gebeuren, maar gaat
veel te ver. Gezien de lage incidentie van veneuze trombose (één op de
twee miljoen passagiers, EJP) weegt dat niet op tegen de mogelijke
bloedingen door heparine.’
Rosendaal vindt dat mogelijke interventies eerst goed moeten worden
onderzocht. Hij zoekt momenteel fondsen voor een multicentertrial met
ouderen. ‘Het basisrisico is bij hen groter. Maar dan nog heb je heel veel
proefpersonen en dus veel geld nodig. De huidige studie is gefinancierd door
de Britse overheid en de Europese Commissie. Die vinden natuurlijk dat nu
anderen aan de beurt zijn. Een land met een groot internationaal vliegveld
bijvoorbeeld’, gniffelt Rosendaal. << EJP
The Lancet 2006; 367: 792-4 en 832-8 ( Maart 2006)