Kanker
door cadmiumvervuiling
Voor
het eerst is wetenschappelijk het verband vastgesteld tussen longkanker en
cadmiumvervuiling.
Volgens een studie van drie Belgische universiteiten lopen
inwoners van de Kempense gemeenten Overpelt, Lommel en Balen bijna vier keer
meer kans op longkanker. Het gaat om mensen die wonen in de omgeving van een
Umicore-vestiging. Dat gebied is historisch vervuild door cadmium.
Volgens dokter Jan Staessens, die het onderzoek leidt, is
het verontreinigde gebied in de Noorderkempen groter dan tot nu werd aangenomen.
Volgens een extrapolatie van zijn onderzoeksresultaten zijn wellicht 1.300
gevallen van longkankers rechtstreeks te wijten aan cadmiumvervuiling.
,,We mogen deze gegevens niet onderschatten', zegt Staessens.
,,In het verontreinigde gebied wonen zestig- tot vijfenzestigduizend mensen. '
De studie is uitgevoerd door de universiteiten in Leuven en
Hasselt en de resultaten ervan verschijnen in het medische vakblad The Lancet .
De bodemstalen en urinemonsters werden genomen tussen 1985
en 1989. In de urine van een vijfhonderd mensen die in de buurt van een
Umicore-vestiging wonen, is gemiddeld zestig procent meer cadmium gemeten dan
bij een vergelijkbare controlegroep in Hechtel-Eksel. Tot juni 2004 werd
gecontroleerd op het ontstaan van kanker bij de mensen.
Bij vijftien personen uit de onderzoeksgroep is longkanker
vastgesteld, tegen drie in de controlegroep. Staessens concludeert dat inwoners
van de Umicore-gemeenten bijna vier keer zo veel kans hebben op longkanker. Ze
lopen evenveel risico als iemand die rookt.
Umicore wijst erop dat het al heel wat inspanningen heeft
gedaan om de historische cadmiumvervuiling aan te pakken. De afspraken die
gemaakt zijn voor de sanering van de fabrieksterreinen, zijn nagenoeg volledig
uitgevoerd. Ook de wijde omgeving van de Umicore-vestigingen wordt gereinigd.
Samen met de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) legt
Umicore de prioriteiten voor die sanering vast tegen juni dit jaar. Hiervoor is
dertig miljoen euro opzijgezet, de helft is afkomstig van het bedrijf. In 2002
is de cadmiumproductie stopgezet.
Inwoners van de verontreinigde gebieden kunnen door enkele
eenvoudige handelingen de risico's beperkt houden. Zo moeten omwonenden hun
woning stofvrij houden en stof met een vochtige doek wegnemen; de handen wassen
nadat ze in de tuin hebben gewerkt en het eten van groenten die zware metalen
gemakkelijk opnemen, vermijden.
Environmental
exposure to cadmium and risk of cancer: a prospective population-based study
, ,
and
Summary
Background
Cadmium
is a ubiquitous environmental pollutant, which accumulates in the human body
such that 24-h urinary excretion is a biomarker of lifetime exposure. We aimed
to assess the association between environmental exposure to cadmium and cancer.
Methods
We
recruited a random population sample (n=994) from an area close to three zinc
smelters and a reference population from an area with low exposure to cadmium.
At baseline (1985–89), we measured cadmium in urine samples obtained over 24 h
and in the soil of participants' gardens, and followed the incidence of cancer
until June 30, 2004. We used Cox regression to calculate hazard ratios for
cancer in relation to internal (ie, urinary) and external (ie, soil) exposure to
cadmium, while adjusting for covariables.
Findings
Cadmium
concentration in soil ranged from 0·8 mg/kg to 17·0 mg/kg. At baseline,
geometric mean urinary cadmium excretion was 12·3 nmol/day for people in the
high-exposure area, compared with 7·7 nmol/day for those in the reference (ie,
low-exposure) area (p<0·0001). During follow-up (median 17·2 years [range 0·6–18·8]),
50 fatal cancers and 20 non-fatal cancers occurred, of which 18 and one,
respectively, were lung cancers. Overall cancer risk was significantly
associated with a doubling of 24-h cadmium excretion (hazard ratio 1·31 [95% CI
1·03–1·65], p=0·026. Population-attributable risk of lung cancer was 67%
(95% CI 33–101) in the high-exposure area, compared with that of 73%
(38–108) for smoking. For lung cancer, adjusted hazard ratio was 1·70 (1·13–2·57,
p=0·011) for a doubling of 24-h urinary cadmium excretion, 4·17 (1·21–14·4,
p=0·024) for residence in the high-exposure area versus the low-exposure area,
and 1·57 (1·11–2·24, p=0·012) for a doubling of cadmium concentration in
soil.
Interpretation
Historical pollution from non-ferrous smelters continues to present a serious health hazard, necessitating targeted preventive measures. (Januari 2006)