Omega-3
het beloofde wondermiddel?
Aan
het vetzuur Omega 3 worden uitzonderlijke capaciteiten toegedicht. Algemeen
wordt aangenomen dat het ons beschermt tegen hart- en vaatziekten. Maar er zou
ook een verband bestaan tussen het eten van vis en de prevalentie van
depressies. Hoe meer vis op het menu, hoe minder depressies.
En
het zou slimme mensen van ons maken. Kinderen die Omega 3 krijgen, zouden beter
presteren op school. Omega 3, dat o.m. voorkomt in vette vis, schept hoge
verwachtingen. Maar is wel echt het beloofde wondermiddel?
Aan het vetzuur Omega 3 worden uitzonderlijke capaciteiten
toegedicht. Het beschermt ons tegen hart-en vaatziekten, het zou onze depressies
verslaan en slimme mensen van ons maken. Maar is Omega 3 wel het beloofde
wondermiddel?
Waarom krijgen de Inuit geen hartinfarcten? De vraag hield Hugh Sinclair zijn
leven lang bezig. In de jaren 40 al merkte hij tot zijn verbazing dat de Inuit
immuun leken voor hartinfarcten, hoewel ze gigantische hoeveelheden vet
verslonden. Sinclair geloofde dat dit te maken had met het Omega 3 in hun
visrijke dieet. Omega 3 is een vetzuur dat ondermeer voorkomt in vette vis. De
stelling kostte Sinclair zijn carričre. Iemand die vetten gezond verklaarde
moest wel gek zijn. Hij verloor zijn leerstoel aan Oxford University.
Maar Sinclair was overtuigd van zijn gelijk. Hij zette zichzelf 100 dagen lang
op een “eskimo dieet”. Hij at niets anders dan zeehond en walvisblubber, een
halve kilo per dag. Ondanks de monsterlijke hoeveelheden vet, vermagerde hij. En
er was meer. Als hij een wondje kreeg, was dat niet te stelpen. Zijn bloed was
zo dun geworden dat het niet meer stolde. Omega 3, dacht Sinclair, zorgde ervoor
dat zijn rode bloedcellen niet meer aan elkaar klitten, en dat er hierdoor geen
bloedklonters werden gevormd die een hartinfarct kunnen veroorzaken. Nu, meer
dan een halve eeuw later, geloven dokters wereldwijd dat Omega 3 inderdaad hart-
en vaatziekten helpt voorkomen. Verschillende studies bevestigen dat.
Maar daarmee is de Omega 3-hype nog niet aan haar einde.
30 jaar geleden ontdekten wetenschappers dat het vetzuur een cruciale rol speelt
in onze hersenen. Grote hoeveelheden Omega 3 in onze hersenen zou depressies
helpen voorkomen of bestrijden. Volgens Amerikaanse studies bestaat er een
verband tussen het eten van vis en de prevalentie van depressies. Hoe meer vis
op het menu, hoe minder depressies.
Grote bedragen worden tegenwoordig uitgegeven voor het onderzoek naar het effect
van Omega 3 op Alzheimer, Parkinson, autisme, dyslexie, multiple sclerose,
moordneigingen, etc,… En naar de invloed op het IQ. Dat laatste schept hoge
verwachtingen. “Wordt mijn kind slimmer als ik het Omega 3 oplepel?” Uit geďsoleerde
studies blijkt van wel. Uit een Omega 3-experiment waaraan 300 schoolkinderen
deelnamen, bleek dat de kinderen die Omega 3 kregen toegediend beter presteerden
dan zij die het met een placebo moesten stellen. Maar critici werpen op dat het
onderzoek nog in zijn kinderschoenen staat en dat het bijgevolg veel te vroeg is
om conclusies te trekken.
De Omega 3-hype werpt wel een licht op onze veranderde eetcultuur. We eten
steeds minder Omega 3 en steeds meer van het veel minder gunstige Omega 6. De
balans tussen Omega 3 en Omega 6 herstellen blijkt aan te bevelen. Meer lijnzaad
eten dus, en walnoten, en vette vis
Maar van alle heilzame effecten van Omega 3, is voorlopig alleen de link met
hart- en vaatziekten echt bewezen. De rest berust op geloof en overtuiging.
(TV uitzending Canvas) (
Januari 2006)