Herseninfarct vaak voorbode van ernstige hart- en vaatziekten

De eerste drie jaar na een (licht) herseninfarct daalt de kans op een nieuwe vaatziekte. Na die daling neemt de kans op ernstige hart- en vaatziekten echter weer sterk toe, zo blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht dat vandaag in het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet wordt gepubliceerd.

Na een herseninfarct of TIA (een klein, tijdelijk infarct) krijgen patiënten aspirine als bloedverdunner om de kans op stolsels in het bloed te verkleinen. Daardoor wordt de kans op een nieuw herseninfarct, een hartinfarct of een andere vaataandoening kleiner, zo blijkt uit diverse onderzoeken. In die onderzoeken zijn patiënten meestal niet langer dan drie tot vijf jaar gevolgd.

Hoge leeftijd belangrijke voorspeller
In een groot epidemiologisch onderzoek hebben onderzoekers ditmaal 2.500 mensen gedurende gemiddeld tien jaar gevolgd. Uit dit onderzoek blijkt dat ongeveer 60 procent van de patiënten na tien jaar is overleden en 54 procent een nieuwe vaatziekte heeft doorgemaakt. Iris van Wijk, revalidatiearts in opleiding in het UMC Utrecht/Revalidatiecentrum De Hoogstraat: "Met gegevens van het Nederlands TIA Onderzoek dat al eerder plaatsvond, konden we voorspellen welke mensen het hoogste risico liepen op een nieuwe vaatziekte. Een hoge leeftijd was de belangrijkste voorspeller, maar ook een voorgeschiedenis met diabetes, hoge bloeddruk, hartinfarct of ‘etalagebenen’ droegen bij aan een grotere kans op herhaling."

Aandacht moet blijven
Volgens Ale Algra, hoogleraar klinische epidemiologie in het UMC Utrecht, is het opmerkelijk dat de kans op herhaling de eerste drie jaar na een TIA of herseninfarct met de helft afneemt van 7 naar 3,5 procent per jaar, om daarna weer te stijgen tot boven de 7 procent.  Een verklaring ontbreekt nog, maar de onderzoeksgroep heeft wel een idee. Algra: "Misschien speelt het ‘afkoelen’ van de acute fase van de slagaderverkalking een rol. Op de langere termijn zijn verminderde aandacht voor een gezonde leefstijl (roken, bewegen, eten) en minder trouw medicijngebruik van belang. Dit betekent dat er blijvende aandacht moet komen voor secundaire preventie na een herseninfarct."

Het onderzoek werd gesubsidieerd door de Nederlandse Hartstichting en de Hersenstichting Nederland.

Bron: UMC Utrecht (Juni 2005)

 

    Printen