Wachten
wordt mensen met hoofdhalskanker fataal
Mensen zoeken te laat hulp omdat ze de
symptomen van de ziekte niet als alarmerend ervaren. Daarom is meer
gezondheidsvoorlichting nodig aan de risicogroep van zware rokers en drinkers.
Dit stelt psycholoog Debbie Tromp, die het onderzoek in het UMC Utrecht
uitvoerde en op 1 juni op haar bevindingen promoveert.
Kans op overleving
Jaarlijks krijgen 2600 mensen in Nederland hoofdhalskanker. Meer dan een kwart
van de patiënten bij wie tussen 2000 en 2002 in het Universitair Medisch
Centrum (UMC) Utrecht hoofdhalskanker werd vastgesteld heeft langer dan drie
maanden gewacht met het zoeken van medische hulp. Uit onderzoek blijkt dat deze
patiënten vaker een grote tumor hebben. Dit heeft nadelige gevolgen voor de
patiënt. De patiënt heeft namelijk een aanmerkelijk slechtere prognose: de
kans op overleving na vijf jaar is rond de dertig procent in vergelijking tot
zeventig tot negentig procent voor patiënten met een kleine tumor. Bovendien
moeten patiënten een intensievere behandeling ondergaan: vaak zowel een
operatie als radiotherapie. Intensievere behandelingen brengen ook meer kosten
voor de gezondheidszorg met zich mee.
Zware drinkers
Uit interviews bleek dat van alle patiënten die hebben meegedaan aan het
onderzoek zesennegentig procent niet gealarmeerd was door de symptomen die later
op hoofdhalskanker duidden, zoals heesheid, pijn of zwelling in de mond of keel,
zweertjes in de mond of slikklachten. Slechts 20% van de patiënten was bekend
met hoofdhalskanker. Uitstellen van het consulteren van een arts blijkt vooral
voor te komen bij klachten als heesheid, bij patiënten met weinig tot geen
kennis van hoofdhalskanker, en bij patiënten die problemen vermijden en
pessimistisch van aard zijn. Deze laatste factor blijkt vooral een rol te spelen
bij zware drinkers.
Bron: UMC
(Juni 2005)