Oefentherapie
bij lage rugpijn heeft resultaat
Maurits van Tulder van het VU medisch centrum was
initiatiefnemer van een internationale literatuurstudie waarbinnen het Institute
for Work & Health in Toronto,Canada, het Erasmus MC in Rotterdam, het
Finnish Office for Health Technology Assessment in Helsinki, Finland, en het
VUmc samenwerkten. Begin mei werden de resultaten gepubliceerd in the Annals of
Internal Medicine.
Lage rugpijn heeft een sterk invaliderend
karakter. In Nederland kosten rugklachten ruim vier miljard euro per jaar aan
ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Studies laten ook zien dat lage rugpijn
bij zeker 85% van de werkende populatie ten minste een keer voorkomt.
Om de effectiviteit van oefentherapie te onderzoeken zijn 61 studies
geanalyseerd. Daarin wordt oefentherapie vergeleken met de resultaten van patiënten
die geen therapie of een andere therapie kregen aangeboden. Met name recente
studies hebben aandacht voor het effect van therapie bij patiënten met
chronische rugpijn. Uit deze studie blijkt dat deze patiënten voordeel hebben
van oefentherapie.
Daarnaast werd een tweede literatuurstudie gedaan
onder 43 onderzoeken die zich speciaal richten op oefentherapie bij patiënten
met chronische rugpijn. Hierin werd de vraag beantwoord wat het effect is van
therapie en meer specifieke interventies op het verminderen van pijn en
verbetering van het functioneren van deze patiënten. Uit de analyse blijkt dat
maatgerichte, individuele oefentherapie onder begeleiding van een oefentherapeut
het meest effect heeft. Bij volwassenen met chronische klachten hebben met name
rekoefeningen en spierversterkende oefeningen het beste resultaat. Het is de
eerste keer dat een dergelijke studie op deze schaal werd gedaan.
Van Tulder en zijn collega’s tonen met deze
literatuurstudies duidelijk het positieve effect aan van oefentherapie voor patiënten
met chronische rugklachten.
Bron: VUmc
(Mei 2005)