Vitamine S voor slimheid?
Supplementen hebben wellicht positieve effecten op het
geheugen, het logisch denken en het waarnemingsvermogen. Van negatieve effecten
lijkt geen sprake te zijn. Dit blijkt uit een recente wetenschappelijke
publicatie waarin de bevindingen van 21 onderzoeken op een rij worden gezet. De
studies maken niet duidelijk welke voedingsstoffen de belangrijkste rol spelen
en hoeveel dan nodig zou zijn. Algemeen geldt dat de dagelijkse inname van
voedingsstoffen niet boven de veilige bovengrens mag uitkomen.
De cognitieve vermogens omvatten processen die te maken
hebben met waarnemen, leren, geheugen, taal, logisch denken en probleem
oplossen. Verminderde cognitieve vermogens bij ouderen kunnen samenhangen met
een slechte voedingstoestand. Onduidelijk is of deze slechte voedingstoestand de
oorzaak of het gevolg is van de achteruitgang van de cognitieve functies.
In de publicatie in het Amerikaanse tijdschrift ‘Journal of
Gerontology’ (1) zijn de resultaten van 21 dubbelblinde interventieonderzoeken
gecombineerd. Binnen deze onderzoeken werd het effect van diverse
voedingssupplementen op de cognitieve vermogens vergeleken met het effect van
een controle supplement. De interventieonderzoeken werden uitgevoerd bij gezonde
ouderen of ouderen van wie het cognitief vermogen verslechterd was.
Negen studies onderzochten het effect van een supplement met
vitamines en/of mineralen op de ontwikkeling van de cognitieve vermogens. Vier
van deze negen studies testten een combinatie van vitamines en mineralen
gedurende vier weken tot één jaar. In twee van deze studies werd een positief
effect gevonden op de cognitie bij zowel een laag- als een hooggedoseerd
multisupplement. De andere twee studies vonden geen effect bij een laaggedoseerd
multisupplement of een combinatie van vitamine B6, B11 en B12. Vijf studies
testten het effect op de cognitieve vermogens van suppletie met één vitamine
gedurende vier weken tot twee jaar. Er werd geen effect op de cognitie gevonden
in twee interventieonderzoeken waarbij het supplement vitamine B12 (10 of 50 mcg
per dag) of vitamine B1 (3 gram per dag) bevatte. Dezelfde hoeveelheid vitamine
B1 liet in een ander onderzoek echter een positief effect zien op de cognitie.
Twee andere studies vonden ook een positief effect van suppletie met vitamine B6
(20 mg per dag) en vitamine E (1342 mg per dag).
De andere studies onderzochten de werking van andere nutriënten,
waaronder het aminozuur acetyl-L-carnitine. In het totaal werd bij 12 van de 21
studies een positief effect op de cognitie gevonden.
De auteurs hebben in het overzichtsartikel alleen
dubbelblinde, gerandomiseerde interventiestudies met een controlegroep
meegenomen. De geselecteerde studies vertoonden echter beperkingen in onder
andere de tijdsduur van het onderzoek en de gekozen methode voor het meten van
de cognitieve functies. Ondanks deze beperkingen concluderen de auteurs dat
supplementen mogelijk goed zijn voor het cognitieve vermogen. Van negatieve
effecten lijkt geen sprake te zijn. Het is echter niet duidelijk welke
voedingsstof en welke dosering een eventueel positief effect veroorzaakt. (TNO
Vitamine informatie bureau, Mei
2005)