Huisartsen weten weinig af van vitamines
Huisartsen
weten weinig af van multivitamines. Zij maken daar ook weinig gebruik van in het
advies aan hun patienten.
Dat
concludeert professor Hermus, emeritus hoogleraar Voedingsleer aan de
Universiteit Maastricht, na onderzoek onder negenhonderd huisartsen. Het
onderzoek, uitgevoerd door MRC Gezondheidszorg in samenwerking met Centrum,
producent van gezondheidsproducten, laat zien dat maar 30 procent van de
huisartsen de rol van multivitamines als aanvulling op voeding met hun patienten
bespreekt. Hermus betreurt dat. Multivitamines vormen volgens hem een
belangrijke aanvulling op de dagelijkse voeding: ,,Vitamines helpen mensen niet
alleen bij herstel van ziektes, maar werken ook preventief, zodat mensen een
betere weerstand opbouwen en minder snel ziek worden.''
Hermus
vindt dat huisartsen veel te weinig weten over multivitamines. Hij vindt het van
belang dat zij wetenschappelijk onderbouwde informatie over mogelijke
toepassingen ontvangen. Uit het onderzoek blijkt immers dat 40 procent van de
huisartsen hier ook daadwerkelijk in geinteresseerd is. Probleem voor de
producenten van vitamines is dat ze geen garanties kunnen geven voor positieve
effecten op de gezondheid.
Binnen
de Europese Unie zijn regels in de maak om misleidende reclame over
vitamineproducten en andere voedingsmiddelen te beperken. Daardoor krijgen
vitamineproducenten mogelijk wel de kans hun middelen het predikaat 'gezond' te
geven.
Hermus stelt dat multivitamines op natuurlijke wijze bescherming bieden tegen een groot aantal aandoeningen, waaronder vermoeidheid, bloedarmoede, oogaandoeningen en huidproblemen. ,,Op het moment dat mensen ziek worden, beginnen zij vaak pas met het gebruik van vitamines.'' Volgens Hermus onderschatten huisartsen deze preventieve werking en schrijven zij daardoor multivitamines te weinig aan hun patienten voor. (Maart 2005)