Duizenden vermijdbare sterfgevallen door bijwerkingen medicijnen
Toezicht van overheid is onvoldoende

Elke dag sterven gemiddeld 10 mensen door bijwerkingen van medicijnen en daarvan is de helft vermijdbaar. Dat blijkt uit een onderzoek van het VARA/NPS-programma Zembla dat op donderdag 17 februari jl, werd uitgezonden op Nederland 3. In totaal zijn er 3500 tot 4000 mensen die jaarlijks in Nederland overlijden als gevolg van een bijwerking.
Volgens het Nederlandse bijwerkingencentrum Lareb sterven ongeveer 2000 mensen die thuis last krijgen van de bijwerking van een medicijn. Directeur A. van Grootheest: 'Ongeveer 5% van alle ziekenhuisopnames zijn het gevolg van bijwerkingen van medicijnen. Dat zijn 90.000 ziekenhuisopnames per jaar. Als je de gegevens uit de buitenlandse literatuur omrekent naar Nederland, zou dat betekenen dat er ongeveer 2000 mensen overlijden.'
Daarnaast overlijden nog eens 1500 tot 2000 patiënten aan de gevolgen van bijwerkingen van medicijnen die ze in het ziekenhuis zelf toegediend krijgen. Bij elkaar gaat het dus om 3500 tot 4000 sterfgevallen.

In Zembla noemt de Leidse hoogleraar Klinische Epidemiologie dr. Frits Rosendaal dit een redelijke schatting. Rosendaal zegt, op basis van internationale literatuur, dat de helft tot driekwart van de doden vermijdbaar is. Het gaat daarbij om verkeerde middelen die worden voorgeschreven, foute doses of het te lang slikken van een middel. Daarnaast worden volgens Rosendaal middelen voorgeschreven waarvan de veiligheid niet vast staat Rosendaal in Zembla: 'Om een voorbeeld te noemen: het overlijden van een 17-jarig meisje, ten gevolge van de anticonceptiepil lijkt mij al te veel, want dat is vermijdbaar. Indien een anticonceptiepil een hoger risico heeft dan een andere, dan moet je ernaar streven de pil met het laagste risico te gebruiken.'
In Zembla worden drie verschillende medicijnen behandeld: Vioxx (een uit de markt genomen pijnbestrijder), een anticonceptiepil en een antidepressivum. Bij deze drie voorbeelden staat de vraag centraal of de ernstige bijwerkingen van dergelijke medicijnen vermijdbaar zijn en of de overheid wel voldoende toezicht houdt.
Huisarts H. van der Linde heeft voor het Nederlandse Huisartsen Genootschap jarenlang nascholingen en cursussen gecontroleerd op ongeoorloofde reclameactiviteiten van de farmaceutische industrie. Volgens hem is er geen enkele controle op het voorschrijfgedrag van artsen: 'De Inspectie voor de Volksgezondheid laat hier volledig verstek gaan. Het is de Inspectie die toezicht moet houden, ook op datgene wat voorgeschreven wordt.'
Maar de Inspectie voor de Gezondheidszorg meent dat artsen daar zelf verantwoordelijk voor zijn. Inspecteur-generaal Kingma: 'Wij zijn niet als de onderwijsinspectie dat we naast de dokter in de spreekkamer gaan zitten. We willen dat niet en dat is ook niet een type inspectie die ik wil leiden.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg kwam in januari 2005 met een schatting van honderden doden door verkeerd medicijngebruik. Bij het onderzoek van de inspectie vormden de registraties in ziekenhuizen het uitgangspunt. Maar bij deze registraties is er sprake van een grote onderrapportage omdat veel sterfgevallen niet geregistreerd worden als bijwerking door een medicijn. Bij patiënten die bijvoorbeeld de pijnstiller Vioxx gebruikten en overleden door een bijwerking, zal in veel gevallen hartaanval of beroerte als doodsoorzaak zijn vastgelegd. Om een reëler beeld te krijgen van de situatie in Nederland heeft Zembla in samenwerking met medisch deskundigen en op basis van buitenlandse wetenschappelijke literatuur een extrapolatie gemaakt.
(Febr. 2005)

    Printen