Bij zwangerschap is alcohol riskant
Vrouwen die zwanger willen worden, zwanger zijn of
borstvoeding geven kunnen het best helemaal geen alcohol meer drinken. Ook
mannen kunnen voor de bevruchting een glaasje beter laten staan om miskramen en
aangeboren afwijkingen te voorkomen. Dat staat in een vandaag uitgebracht
rapport van de Gezondheidsraad.
Tot nu toe werd zwangere vrouwen geadviseerd het
alcoholgebruik te beperken tot maximaal een glas per dag. Nu blijkt dat een
geringe hoeveelheid alcohol, ongeveer een twee glazen per week, al negatieve
effecten kan hebben op de baby. Baby's kunnen de alcohol niet afbreken, waardoor
de stof lang in het lichaampje blijft en daar schade kan aanrichten. Uit
onderzoek blijkt dat baby's van vrouwen die in de laatste drie maanden van hun
zwangerschap één glas alcohol drinken een uur lang geen ademhalingsbewegingen
meer maken. Gedurende de eerste weken van de zwangerschap is de kans op
miskramen groter naarmate vrouwen meer drinken. Caroline Spaaij, secretaris van
de onderzoekscommissie zegt: „Om alle risico's te vermijden is het dus beter
helemaal niet te drinken, maar vrouwen die tijdens hun zwangerschap heel af en
toe een glaasje hebben gedronken hoeven niet in paniek te raken.“ Over het
alcoholgebruik van mannen voorafgaand aan de conceptie was tot nu toe weinig
bekend. Uit nieuw onderzoek is volgens de Gezondheidsraad gebleken dat mannen
die gemiddeld één glas alcohol per dag drinken en een vrouw bevruchten een
grotere kans kunnen doen ontstaan op een miskraam. Een man die graag een gezonde
baby wil verwekken kan dan ook beter enige tijd niet drinken. Vrouwen die
tijdens hun borstvoeding per se alcohol willen nuttigen raadt de Gezondheidsraad
aan na een drankje drie uur te wachten met het geven van borstvoeding. Dan is de
alcohol uit het bloed. De Gezondheidsraad hoopt dat huisartsen en verloskundigen
hun cliënten nu beter gaan voorlichten. Al langer was bekend dat overmatig
alcoholgebruik door zwangere vrouwen ernstige psychische en lichamelijke
misvormingen bij het kind kan veroorzaken, zoals een groeiachterstand,
intellectuele stoornissen en een verhoogde kans op agressief en delinquent
gedrag. (Jan. 2005)