Nederlanders krijgen te weinig foliumzuur binnen
Een gevarieerde voeding bevat minder foliumzuur dan de
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 300 microgram voor iedereen vanaf 14 jaar.
Slechts één op de twintig vrouwen en één op de vier mannen krijgt voldoende
foliumzuur binnen. In Nederland is verrijking van voedsel met foliumzuur niet
toegestaan. Daarom is een laaggedoseerd supplement met foliumzuur het overwegen
waard, aldus het Vitamine Informatie Bureau.
Dagelijks zeven met halvarine besmeerde sneetjes bruinbrood,
belegd met twee plakjes vleeswaren en twee plakken kaas, drie porties zuivel,
vijf aardappelen, vier opscheplepels groenten, 100 gram vlees bereid in
(vloeibare) margarine en twee stuks fruit: hoe gezond ook, het bevat slechts 80%
van de hoeveelheid foliumzuur die de Gezondheidsraad adviseert (1). Deze
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) is voor iedereen vanaf 14 jaar vorig
jaar vastgesteld op 300 microgram. In de praktijk ligt de inname nog verder
onder de aanbeveling; mannen krijgen gemiddeld circa 70% van de ADH binnen en
vrouwen en tieners circa 60% (2).
Dit verontrust het Vitamine Informatie Bureau. Als de inname
van de bevolking zover onder de aanbeveling ligt, is er immers een gerede kans
op tekorten. Foliumzuur is belangrijk voor het erfelijk materiaal en zorgt voor
gezonde rode bloedcellen. Veiligheidshalve raadt het Vitamine Informatie Bureau
daarom aan om een foliumzuursupplement te overwegen (zie ook overzicht
hieronder). Voor volwassenen is een dosering van 100 microgram per dag voldoende
om – in combinatie met een gezonde voeding – een inname van de ADH (300
microgram) te garanderen. Tieners vanaf 14 jaar die ruime hoeveelheden brood en
groente eten, hebben voldoende aan een aanvulling van 50 microgram foliumzuur
per dag. Voor vrouwen die zwanger willen worden geldt al het advies voor een
foliumzuursupplement van 400 microgram per dag totdat de zwangerschap 10 weken
gevorderd is. Volgens het Vitamine Informatie Bureau doen zwangere vrouwen er
goed aan om ook na die tijd een foliumzuursupplement te overwegen. De behoefte
aan foliumzuur is de hele zwangerschap en periode van borstvoeding verhoogd tot
400 microgram (1). Een aanvulling met 200 microgram per dag is nodig om samen
met een gezonde voeding te voorzien in deze behoefte.
De adviezen op een rij
Tieners vanaf 14 jaar: 50 microgram foliumzuur per dag
Volwassen: 100 microgram foliumzuur per dag
Zwangere vrouwen vanaf kinderwens tot 10 weken zwangerschap: 400 microgram
foliumzuur per dag
vanaf 10 weken zwangerschap tot einde borstvoeding: 200 microgram foliumzuur per
dag
Verder pleit het Vitamine Informatie Bureau voor het toestaan
van verrijken van voedingsmiddelen met foliumzuur. Momenteel is dat wettelijk
niet toegestaan en Nederland bevindt zich hiermee in een uitzonderingspositie in
Europa. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de
Gezondheidsraad recent wel gevraagd om foliumzuurverrijking te heroverwegen.
Echter, de vraag van de minister richt zich niet op de gehele bevolking, maar
specifiek op vrouwen in de vruchtbare leeftijd (vanwege de verkleining van de
kans op een baby met een aangeboren afwijking, zoals een open ruggetje).
Wie bij het samenstellen van de voeding speciaal let op
voedingsmiddelen met veel foliumzuur (zie overzicht hieronder), kan in theorie
de aanbeveling halen. Er moet dan vaker gekozen worden voor leverproducten,
peulvruchten en bepaalde soorten groenten en fruit. Hierdoor neemt de variatie
in de voeding af, wat weer gevolgen kan hebben voor de inname van andere
vitamines en mineralen. Bovendien zijn foliumzuurrijke groentes als spinazie,
postelein en raapstelen ook nitraatrijk. Het advies is om nitraatrijke groenten
niet vaker dan twee keer per week te eten. Orgaanvlees, zoals lever, kan beter
niet vaker dan een keer per twee weken gegeten worden.
Voedingsmiddelen met veel foliumzuur
Groenten
1. Tuinbonen
2. Raapstelelen
3. Spruiten
4. Spinazie
5. Postelien
Fruit
1. Aardbeien
2. Bramen
3. Frambozen
4. Kiwi
5. Mango
Orgaanvlees en peulvruchten
1. Lever
2. Leverproducten (leverworst, pate)
3. Kikkererwten
4. Witte bonen
5. Bruine bonen (Bron: TNO, Vitamine Informatie Bureau dec. 2004)