Hormonenterapie na menopauze verhoogt risico agressieve borstkanker

Nog meer slecht nieuws in verband met postmenopauzale hormoontherapie: het verhoogt het risico op een agressieve vorm van borstkanker.
Dat er een verhoogd risico op borstkanker bestond, was al bekend, maar nu blijkt dat ook het risico op een agressieve vorm van borstkanker sterk verhoogd is en dat de opsporing van borstkanker in een vroeg stadium bemoeilijkt wordt.
Bij het grootschalige Amerikaans onderzoek dat eerder dit jaar werd stopgezet precies omwille van de verhoogde risico's, waren 16.608 vrouwen tussen 50 en 79 jaar betrokken die gedurende vijf jaar een gecombineerde hormonenpil (oestrogenen en progesteron) namen. In de groep vrouwen die het geneesmiddel namen werden 245 borstkankers vastgesteld, tegenover slechts 185 in de groep vrouwen die een placebo (een suikerpil) kregen. Dit betekent een stijging met 24% van het risico, of 8 extra gevallen per jaar per 10.000 vrouwen. De tumoren waren doorgaans ook groter (1,7 cm tegenover 1,5 cm) op het ogenblik van de diagnose en bij 25,4 % was de kanker uitgezaaid bij de diagnose (tegenover 16% in de placebogroep).
Het verhoogde risico werd pas vastgesteld na twee jaar therapie, maar de kankers kunnen reeds eerder aanwezig zijn geweest maar niet gevonden omdat de hormonentherapie het borstweefsel denser maakt zodat gezwellen moeilijker kunnen opgespoord worden.
In een tweede studie werd vastgesteld dat bij een hormonentherapie met alleen oestrogenen (wat alleen mag gegeven worden aan vrouwen bij wie de baarmoeder is verwijderd) geen verhoogd risico op borstkanker bestaat, zelfs niet na 25 jaar. (2003)

 

 

    Printen