Vette vis voorkomt hartstilstand.
Een hoger gehalte aan visvetten in het bloed
verlaagt de kans op een hartstilstand met ruim 80 procent . Dit verband tussen
het eten van vis en de kans op een hartstilstand wordt gelegd in het
gezaghebbende medische tijdschrift New England Journal of Medicine van 11 april
2002.
Van een kleine 15.000 Amerikaanse artsen zijn in 1982 de leefstijlgewoontes
vastgelegd en is de vetsamenstelling van het bloed bepaald. Plotselinge dood
door hartstilstand heeft zich bij 94 mannen voorgedaan in de volgende 17 jaar.
Vergelijking van de vetsamenstelling in het bloed van deze slachtoffers met de
rest van de groep laat zien dat mannen met een hogere hoeveelheid visvetten in
het bloed een kans hebben op hartstilstand, die slechts één vijfde is van
mannen met een lage hoeveelheid visvetten in het bloed.
De effecten van visvetten op de gezondheid worden al langer onderzocht. In
Nederland (Zutphen) werd 20 jaar geleden al een verband aangetoond tussen het
eten van vis en een verlaagde kans op overlijden aan een hartaandoening.
Door het artikel wordt het waarschijnlijker, dat het gunstige effect veroorzaakt
wordt door een bepaalde groep van visvetten. Het betreft de zogenaamde 'Ω-3
vetzuren'. Deze vetzuren komen hoofdzakelijk voor in zeevis, met name in de
'vette' vissoorten zoals makreel, haring, zalm, tonijn, zwaardvis, bokking.
De verklaring voor het beschermend effect van de Ω -3 vetzuren is, dat ze
worden ingebouwd in de wand van de hartspiercellen. Op die plaats bieden ze
bescherming tegen het optreden van ernstige levensbedreigende ritmestoornissen.
Deze studies tonen aan dat regelmatige visconsumptie (1 tot 2 keer per week) op
termijn een klein, maar belangrijk effect kan hebben op de gezondheid. Andere
onderzoeksgegevens maken aannemelijk dat dit effect voor hartpatiënten sterker
is. (mei 2002)