Amerikaans onderzoek: suppletie kosten-effectief!

Wanneer foliumzuur onder de bevolking gesuppleerd zou worden, dan zou dat zeer waarschijnlijk bijdragen tot een aanzienlijke ziektekostenreductie. Wanneer ook nog eens vitamine B12 zou worden geslikt, dan zou de kosten-effectiviteit nog groter zijn. Dit hebben Amerikaanse onderzoekers aan de hand van een computermodel berekend en gepubliceerd in de Journal of the American Medical Association. In het model werden gegevens gebruikt van Amerikanen in de leeftijd tussen 35 en 84 jaar oud die meededen aan de derde National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES III), een onderzoek waarin de voedselconsumptie van de Amerikaanse bevolking wordt gepeild. Zij gingen ervan uit dat deze B-vitamines via een verlaging van de homocysteïnespiegel het aantal coronaire hartziekten, inclusief het hartinfarct, konden terugdringen. Ook keken de onderzoekers van de University of California in San Francisco naar het effect van met foliumzuur verrijkte ontbijtgranen. De toevoeging van foliumzuur aan deze ontbijtgranen is sinds 1998 in de VS verplicht gesteld door de Food and Drug Administration in een poging om inderdaad het aantal infarcten te verminderen. Ook weer na berekeningen met het computermodel kwam hieruit naar voren dat het percentage hartziekten bij vrouwen met 8% en bij mannen met 13% daalde, wanneer deze vergeleken werd met een situatie waarin er geen sprake zou zijn geweest van verrijkte ontbijtgranen.
Het onderzoek liet nog meer resultaten zien. Er zou in een periode van tien jaar een reductie zijn van maar liefst 310.000 sterfgevallen onder hartpatiënten, wanneer deze in plaats van graanverrijking 1 mg foliumzuur en 0,5 mg vitamine B12 gesuppleerd zouden krijgen. Ze gingen ervan uit dat deze suppletie een bepaalde daling van de homocysteïnespiegel teweeg zou brengen. Zou er sprake zijn van suppletie náást verrijking, dan zou over de tien jaar, wanneer alleen gekeken werd naar alle mannen boven de 45 jaar zonder ogenschijnlijke hartziekten, een besparing met zich meebrengen van meer dan 2 miljard dollar. Bij vrouwen waren de cijfers minder dramatisch. Voor deze groep gold een leeftijdsgrens van 55 jaar waarboven suppletie als effectief werd beschouwd. Gekeken werd ook naar de ‘levenskwaliteitwinst’, gerekend in levensjaren, aangeduid met QALY’s. In de mannengroep boven de 45 jaar zou dat resulteren in 300.000 QALY’s en bij de vrouwen boven de 55 jaar in 140.000 QALY’s. Dr Jeffrey Tice stelt dat de suppletie waarschijnlijk ook goed is voor mensen die niet aan hartziekten lijden. (01-2002)

 

 

    Printen