Foliumzuurtekort
bevordert kanker.
De
kans op darmkanker hangt zeer waarschijnlijk nauw samen met onze eet- en
leefgewoonten. Er zijn aanwijzingen dat een tekort aan foliumzuur mogelijk mede
ten grondslag ligt aan het ontstaan van darm- en borstkanker. Een lage
foliumzuurinname in combinatie met het gebruik van alcohol leidt bij mannen
zelfs tot een sterke stijging van het risico op het krijgen van endeldarmkanker.Dat stelt dr. E. Konings op grond van onderzoek naar een aantal aspecten die te
maken hebben met foliumzuur (vitamine B11) in voeding. Konings promoveerde
afgelopen vrijdag op zijn onderzoek aan de Universiteit Maastricht. In het
dagelijks leven is Konings werkzaam bij de Keuringsdienst van Waren. Zijn
promotieonderzoek is een samenwerkingsproject van de Keuringsdienst van Waren en
het Nutrim (Nutrition and Toxicology Research Institute Maastricht), het
interfacultair onderzoeksinstituut van de faculteiten der geneeskunde en
gezondheidswetenschappen van de Universiteit Maastricht.
Konings maakte voor zijn onderzoek naar het verband tussen foliumzuur en
darmkanker gebruik van de gegevens van de Nederlandse Cohortstudie naar voeding
en kanker die in 1986 gestart is onder 120.000 Nederlanders. Het risico van
darmkanker daalde met ongeveer 40 procent bij personen met de hoogste
foliumzuurinname via de voeding ten opzichte van personen met de laagste
foliumzuurinname. Het gebruik van foliumzuurrijke groente en fruit kan dus
volgens Konings mogelijk het risico van het krijgen van darmkanker verlagen.
Foliumzuur is volgens Konings nodig bij de totstandkoming van DNA, het erfelijk
materiaal in de lichaamscellen. Ook bij de reparatie van fouten in het DNA is
foliumzuur betrokken. "Als er blijvende fouten ontstaan, kan dat leiden tot
een hoger risico op kanker." De rol van foliumzuur bij de preventie van ernstige ziekten lijkt steeds
belangrijker te worden, aldus de promovendus. Bekend is bijvoorbeeld dat
alcoholgebruik door vrouwen de kans op borstkanker verhoogt. Een recente nieuwe
bevinding is dat het risico op borstkanker groter wordt als het lichaam beschikt
over te weinig foliumzuur. Foliumzuur is nodig om eventuele DNA-fouten,
veroorzaakt door een afbraakproduct van alcohol, te herstellen. Onderzoekers van
de Mayo Clinic in Rochester toonden in een groot en langdurig epidemiologisch
onderzoek onder 34.000 Amerikaanse vrouwen aan dat het risico op borstkanker na
de overgang weer afnam als de vrouwen naast hun dagelijkse borreltje extra
foliumzuur innamen. Al langer is bekend dat foliumzuur een rol speelt bij de preventie van
neuraalbuisdefecten zoals een 'open ruggetje'. Er wordt geschat dat bij een
voldoende foliumzuurgebruik door vrouwen met een zwangerschapswens de kans op
het krijgen van een kind met een open ruggetje met de helft daalt.
Daarnaast is er een verband met hart- en vaatziekten aangetoond. Er zijn
aanwijzingen dat een verhoogd gehalte aan homocysteïne in het bloed het risico
op hart- en vaatziekten verhoogt. Homocysteïne wordt gevormd uit het aminozuur
methionine, een bouwsteen van eiwitten die in diverse voedingsmiddelen voorkomt.
Deze omzetting dient ter ondersteuning van tal van belangrijke
stofwisselingsprocessen. Via een reeks van deze ingewikkelde processen, waarbij
diverse enzymen en ook de vitaminen B6, B11 en B12 als cofactoren zijn
betrokken, kan homocysteïne weer worden omgezet tot methionine, of worden
afgebroken. Als deze enzymen minder actief zijn, door genetische defecten, een
te laag vitamineniveau in de voeding of allebei, hoopt homocysteïne zich echter
op in het bloed.
Een lichte verhoging van homocysteïne is al voldoende voor een drie tot vier
keer grotere kans op een hartinfarct of een andere hart- of vaatziekte. Inname
van foliumzuurtabletten in combinatie met vitamine B6 leidt bij hartpatiënten
tot een daling van het homocysteïnegehalte, zo is inmiddels uit onderzoek
gebleken. De verwachting is dat daardoor ook het risico op hart- en vaatziekten
daalt. Vandaar dat nogal wat cardiologen en internisten aan patiënten met een
verhoogd homocysteïnegehalte foliumzuur voorschrijven.
Het bepalen van de dagelijkse inname van foliumzuur via de voeding, die nodig is
om het verband met ziekten te bestuderen, is problematisch. Er waren tot op
heden geen gegevens beschikbaar in de Nederlandse voedingsmiddelentabel. Konings heeft de foliumzuurgehaltes geanalyseerd van vooral groente, fruit,
aardappelen, brood, melk en melkproducten en vlees en vleesproducten. Hij toont
aan dat 5-methyltetrahydrofoliumzuur de meest van nature voorkomende vorm van
foliumzuur is. Hoge foliumzuurgehaltes trof Konings aan in groente, fruit, lever,
leverproducten en tarwekiemen. Tuinbonen, spinazie, spruitjes en broccoli
bevatten de grootste hoeveelheden foliumzuur. Veel voedingsproducten bevatten
minder foliumzuur dan aanvankelijk werd aangenomen.De huidige aanbevolen daginname van foliumzuur bedraagt 200 microgram per dag.
Of dat voldoende hoog is, is echter de vraag. De Amerikaanse aanbevolen norm is
inmiddels verdubbeld tot 400 microgram. Slechts zo'n 6 procent van de
Nederlandse bevolking haalt dit niveau. Uit Gronings onderzoek door dr. Janneke
Brouwer bleek al in 1999 dat 13 procent van de mannen en 27 procent van de
vrouwen de huidige norm van 200 microgram niet eens haalt.
(Reformatorisch Dagblad – 18-09-01)