Homocysteïne , B-vitaminen en hart- en vaatziekten.
Al eerder was bekend dat hoge homocysteïneghaltes in het lichaam een risicofactor zijn voor een beroerte en andere hart- en vaatziekten. Met behulp van vitamine B6 wordt deze stof omgezet in cysteïne, met foliumzuur en vitamine B12 in methionine en met een reactie met betaïne, dat het lichaam kan maken van choline, ontstaat o.a. pangaamzuur (B15). Diverse recente studies hebben de relatie onderzocht tussen vitamine B6, foliumzuur, homocysteïne en hersen- en hartinfarcten. Het blijkt dat de relatie tussen foliumzuur en homocysteïne het sterkst is. Vitamine B6 lijkt echter, onafhankelijk van het homocysteïnegehalte, meer bescherming te bieden tegen een beroerte. (Voeding, 1996 en Voedingsmagazine, 1996)