Home / Nieuws / ...

 

Meer spieren voor een langer leven*
Uit een studie onder ruim 6.400 hartpatiënten blijkt dat niet het lichaamsgewicht doch de verhouding spier/vetmassa belangrijk is ter voorkoming van een vroegtijdige dood. Deelnemers met een hoge spiermassa en een lage vetmassa bleken wel 60% minder kans te hebben om dood te gaan dan zij met een lage spiermassa en een hoge vetmassa. De onderzoekers denken dat een hoge spiermassa en lage vetmassa ook bij gezonde mensen voordelen kan geven. Mensen met veel spiermassa hebben doorgaans ook een hogere BMI en zo lijkt de spier/vetmassa verhouding een verklaring van eerdere vaststellingen dat mensen met een hogere BMI doorgaans minder kans hebben om dood te gaan.
De studie. (Juni 2016)


 

Higher muscle mass associated with lower mortality risk in people with heart disease 
Researchers from the David Geffen School of Medicine at UCLA found that cardiovascular disease patients who have high muscle mass and low fat mass have a lower mortality risk than those with other body compositions. The findings also suggest that regardless of a person's level of fat mass, a higher level of muscle mass helps reduce the risk of death.
This findings indicate the importance of assessing body composition as a way to help predict cardiovascular and total mortality in people with cardiovascular disease.
Background
In previous studies on the relationship between body composition and mortality, the researchers used a simpler clinical measure of body composition called the bio electrical impedance scale. They noted a possible protective effect of muscle mass on both mortality and metabolism in healthy people. The new study extends the findings from the earlier research using dual X-ray absorptiometry, a more rigorous method of measuring body composition.
The researchers examined data from the National Health and Nutrition Examination Survey, 1999 to 2004, of 6,451 participants who had prevalent cardiovascular disease. Each subject was categorized into one of four groups:
· low muscle/low fat mass
· low muscle/high fat mass
· high muscle/low fat mass
· high muscle/high fat mass
Those with high muscle mass and low fat mass had the lowest risk of cardiovascular and total mortality.
Impact
Because people with higher muscle mass were more likely to have a high body mass index, the findings could explain the "obesity paradox," which holds that people with a higher BMI have lower mortality levels.
The findings also highlight the importance of maintaining muscle mass, rather than focusing on weight loss, in order to prolong life, even in people who have a higher cardiovascular risk. The authors suggest that clinicians encourage their patients to participate in resistance exercises as a part of healthy lifestyle changes, rather than focusing primarily on, and monitoring, weight loss.
Authors
Dr. Preethi Srikanthan, associate clinical professor of medicine in the division of endocrinology at the David Geffen School of Medicine, is the study's primary investigator. The study's co-authors are Dr. Tamara Horwich, health sciences clinical professor of medicine, division of cardiology, and Dr. Chi-hong Tseng, adjunct associate professor of medicine in the division of general internal medicine and health services research.
The study was published in the American Journal of Cardiology.
Preethi Srikanthan, Tamara B. Horwich, Chi Hong Tseng. Relation of Muscle Mass and Fat Mass to Cardiovascular Disease Mortality. The American Journal of Cardiology, 2016; 117 (8): 1355 DOI: 10.1016/j.amjcard.2016.01.033 

De door de computer vertaalde Engelse tekst (let op: gelet op de vaak technische inhoud van een artikel kunnen bij het vertalen wellicht vreemde en soms niet helemaal juiste woorden en/of zinnen gevormd worden)

 

Hogere spiermassa geassocieerd met een lager risico op sterfte bij mensen met hart-en vaatziekten
Onderzoekers van de David Geffen School of Medicine aan de UCLA gevonden dat hart-en vaatziekten patiënten met een hoge spiermassa en weinig vetmassa hebben een lager sterfterisico dan die met andere lichaamsdelen composities. De resultaten suggereren ook dat ongeacht het niveau van vetmassa een persoon, een hogere spiermassa helpt de sterftekans verkleinen.
Deze bevindingen wijzen op het belang van evaluatie lichaamssamenstelling als een manier om cardiovasculaire en totale mortaliteit bij mensen met cardiovasculaire aandoeningen voorspellen.
Achtergrond
In eerdere studies over de relatie tussen de lichaamssamenstelling en sterfte, gebruikten de onderzoekers een eenvoudiger klinische maat voor de lichaamssamenstelling genaamd de bio-elektrische impedantie schaal. Zij merkten een mogelijke beschermende effect van spiermassa zowel mortaliteit en metabolisme bij gezonde mensen. De nieuwe studie breidt de bevindingen uit het eerdere onderzoek met behulp van dual X-ray absorptiometrie, een meer rigoureuze methode voor het meten van de lichaamssamenstelling.
De onderzoekers onderzocht gegevens van de National Health and Nutrition Examination Survey, 1999-2004, van de 6.451 deelnemers die voorkomende hart- en vaatziekten hadden. Elke proefpersoon werd ingedeeld in vier groepen:
· Lage spier / lage vetmassa
· Lage spier / hoge vetmassa
· Hoge spier / lage vetmassa
· Hoge spier / hoge vetmassa
Degenen met een hoge spiermassa en lage vetmassa hadden het laagste risico van cardiovasculaire en de totale sterfte.
botsing
Omdat mensen met een hogere spiermassa waren meer kans op een hoge body mass index hebben, kon de bevindingen van de 'obesitas paradox', die stelt dat mensen met een hoger BMI hebben lagere mortaliteit levels uit te leggen.
De bevindingen wijzen ook op het belang van het behoud van spiermassa, in plaats van zich te concentreren op gewichtsverlies, om het leven te verlengen, zelfs bij mensen die een hoger cardiovasculair risico. De auteurs suggereren dat artsen hun patiënten te moedigen om aan weerstandsoefeningen als onderdeel van gezonde levensstijl veranderingen, in plaats van zich primair op en monitoring gewichtsverlies.
auteurs
Dr. Preethi Srikanthan, associate professor in de klinische geneeskunde in de verdeling van de endocrinologie aan de David Geffen School of Medicine, is hoofdonderzoeker van de studie. De studie van de co-auteurs zijn Dr. Tamara Horwich, gezondheidswetenschappen klinisch professor in de geneeskunde, afdeling Cardiologie, en Dr Chi-hong Tseng, adjunct universitair hoofddocent van de geneeskunde in de verdeling van de algemene interne geneeskunde en gezondheidszorg onderzoek.
De studie werd gepubliceerd in het American Journal of Cardiology.

Printen

 

 

Reacties: