Lucht veel kankerverwekkender dan gedacht

Het risico op longkanker als gevolg van de luchtvervuiling is minstens 5 keer hoger dan tot nu toe gedacht. Dat zegt dr. Vincent Dufour, die over het onderwerp een doctoraat schreef aan de Gentse Universiteit. Het onderzoek kreeg de steun van de Belgische federale overheid en de Vlaamse Milieumaatschappij.
In vergelijking met de traditionele chemische metingen bekwam Dufour met zijn biologische analyse van luchtstalen een risico op longkanker dat minstens vijf keer hoger lag. "Op 1 miljoen mensen die levenslang zijn blootgesteld aan de luchtvervuiling kom je met een chemische analyse tot maximaal 461 longkankerdoden. Een biologische analyse schat het risico op maximaal 2.000. Voor gemiddelde vervuiling is het verschil tussen beide resultaten nog groter: 48 tegenover 657."
Terwijl een chemische analyse een beperkt aantal kankerverwekkende stoffen meet, wordt bij een biologische analyse een volledig luchtstaal op zijn kankerverwekkend vermogen gemeten. Zijn er veel bacteriën die in het staal aangroeien, dan bevat het staal veel kankerverwekkende stoffen.

 

Onderzoek naar kankerverwekkend vermogen van lucht in Vlaanderen

Dagelijks blootstelling aan luchtvervuiling leidt mogelijk tot een verhoogd longkanker risico. Om voor Vlaanderen dit risico te kunnen inschatten werd er een meetcampagne opgestart waabij naast de conventionele chemische analyses ook biologische effect metingen werden uitgevoerd. De resultaten van het effectgericht meten toonden een significante biologische activiteit op alle bemonsterde sites met onverwacht hoge waarden op het platte land. Risicoschattingen toonden aan dat de gemeten blootstellingniveaus geassocieerd zijn met een verhoogd risico op longkanker.

Het onderwerp van dit onderzoek is gesitueerd in het domein van de milieutoxicologie, meer specifiek de studie van mutagene en genotoxische activiteit in het milieu en haar impact op de volksgezondheid. Mutagene en genotoxische activiteit zijn termen die verwijzen naar de effecten die bepaalde stoffen in het erfelijke materiaal (genen) kunnen induceren. Mutageniciteit en genotoxiciteit zijn een indirecte maat voor het kankerverwekkende vermogen van een bepaalde stof of mengsel.

In de jaren 1940 ontstond de bezorgdheid dat milieublootstelling aan chemische stoffen letale wijzigingen in het menselijke DNA kon veroorzaken. Hoewel mutagene stoffen zelden bij zeer hoge concentraties in het milieu voorkomen, kunnen ze toch ernstige schade veroorzaken. En dit enerzijds door de verscheidenheid aan en het grote aantal mogelijke mutagenen maar vooral het feit dat mensen levenslang blootsgesteld zijn aan deze stoffen is bepalend. Gezien het grote aantal mensen dat aan milieuvervuiling blootgesteld is kan zelfs een klein verhoogd risico een grote impact op de volksgezondheid hebben. Hierbij denken we in bijzonder aan de mogelijke schadelijke langtermijn effecten zoals mutaties en kankers als gevolg van blootstelling aan mutagene en genotoxische stoffen.

Luchtvervuiling is één van de belangrijkste routes voor blootstelling aan dergelijke biologische actieve (mutagenen) stoffen. De polycyclische aromatische koolwaterstoffen, verder PAKs genoemd, behoren tot de voornaamste genotoxische agentia aanwezig in lucht. PAKs zijn semi-vluchtige organische componenten welke opgebouwd zijn uit ringstructuren (2- tot 6-ringen), de grootste (4- tot 6-ringen) zijn grotendeels geassocieerd zijn met de inadembare partikel fractie (fijn stof) de lichtste (2- en 3-ringen) bevinden zich voornamelijk in een gasvormige toestand.

In Vlaanderen wordt de luchtkwaliteit momenteel bewaakt aan de hand conventionele chemische metingen, waaronder PAKs. Gegevens over effectgerichte metingen en mutagene activiteit van luchtvervuiling in Vlaanderen zijn zeer beperkt. Volgende onderzoeksdoelstellingen werden geformuleerd. Ten eerste het in kaart brengen voor Vlaanderen van de mutagene en genotoxische activiteit in de lucht. Vervolgens het gezondheidsrisico, meer specifiek het risico op longkanker, geassocieerd met blootstelling aan de geobserveerde mutagene en genotoxische activiteit gaan beoordelen. Tenslotte het belang om biologische effectmetingen in meetnetwerken te integreren, evalueren.

Om de mutagene en genotoxische activiteit in omgevingslucht in kaart te brengen werden op 18 locaties, representatief voor stedelijke, industriële of landelijke omstandigheden in Vlaanderen, fijn stof (meer specifiek stofdeeltjes kleiner dan 10µm) en semi-vluchtige componenten bemonsterd, hier verder de partikel- en de gasfase genoemd. De luchtkwaliteit van deze stalen werd enerzijds geëvalueerd met chemische analyses, de concentraties van 16 verschillende PAKs (2- tot 6-ringen) werden bepaald, anderzijds aan de hand van biologische tests werd hun vermogen om DNA mutaties te veroorzaken (= mutageniciteit) gemeten.

De resultaten van het effectgericht meten toonden een significante biologische activiteit op alle 18 bemonsterde sites met onverwacht hoge waarden op het platte land, wat toont dat er ook buiten stedelijke en industriële agglomeraties nog betekenisvolle blootstelling is. Dit illustreert ook het belang van lange afstand en grensoverschrijdende luchtvervuiling. De aanwezigheid van relatief hoge mutagene activiteit in de stalen kon niet verklaard worden aan de hand van de relatief lage PAK concentraties. De waargenomen biologische activiteiten waren niet alleen geassocieerd met de partikelfractie, gecollecteerd op de filter, maar ook met de gas fractie. Dit houdt in dat luchtkwaliteitsmetingen enkel gebaseerd op de conventionele filter bemonstering, de werkelijke mutageniciteit in de lucht waarschijnlijk onderschatten. Risico- en milieukostschattingen tonen aan dat blootstelling aan luchtvervuiling in Vlaanderen geassocieerd is met een verhoogd longkankerrisico. Hierbij waren de schattingen bekomen op basis van chemische metingen op zijn minst 6x lager dan deze bekomen op basis van de biologische effectmetingen. Toetsing van deze risicoschatting met epidemiologische data, het aantal geregistreerde longkanker gevallen te wijten aan luchtvervuiling, toonde dat de hoogste risicoschattingen (deze op basis van de biologische metingen) de reële cijfers nog onderschatte. De discrepantie tussen gemeten mutagene activiteiten en corresponderende PAK concentraties en het feit dat de meest realistische risicoanalyse gebaseerd was op mutageniciteitsdata, benadrukken de waarde en noodzaak om biologische effectmetingen in luchtkwaliteitsbewaking te integreren. (april 2006) 

 

  

    Printen